Ik ben gek op lijstjes (voor het geval je dat nog niet doorhad). En dan vooral op onbenullige lijstjes over gênante of grappige dingen. Want zeg nu zelf: we zijn allemaal maar mens. Niet volledig perfect, maar gewoon zoals we zijn. Door gekke trekjes of onvolwassen dingen te delen, ontdek je soms dat ze zo gek nog niet zijn en dat we allemaal maar mens zijn. Niet altijd even volwassen, wel leuk met al die kanten. Dit zijn 14 tikkeltje onvolwassen dingen waar ik niet trots op ben, maar die ik volledig omarm. Want waarom perfect volwassen zijn als je soms ook nog je kindse kant naar boven kunt laten komen?!
Waarom het niet altijd zo volwassen hoeft?
Als puber was ik altijd een beetje bang om volwassen te worden. Ik vond het zo fijn om niet alle antwoorden te hoeven weten en zonder gêne op een schommel te springen, Barbies te kammen of hard mee te blèren met muziek (en dan ook nog vanuit alle hoeken complimenten te krijgen over je totaal valse noten). Volwassen zijn stond voor mij gelijk aan de “Joh, ik weet het ook allemaal niet!”-kaart niet meer kunnen spelen en een hoop serieusdoenerij. Hypotheken, zorgverzekeringen, spaarrekeningen die gevuld moeten worden, administratiemappen met overzichtelijke tabbladen – dat soort dingen. Ik keek er niet naar uit.
Gelukkig bleek mijn zestienjarige ik ongelijk te hebben. Oké, ik heb inderdaad een hypotheek, regel zelf mijn verzekeringshizzle, houd de administratie bij en stort braaf maandelijks geld op de spaarrekening. Maar verder hoeft het allemaal niet één grote serieuze bedoening te zijn. Gelukkig maar. Ik spring gerust nog op de schommel, vind het niet erg als de buren me een gek dansje zien maken door de kamer en ben de eerste die toegeeft dat ik van sommige dingen de ballen verstand heb. IKEA-kasten in elkaar zetten, bouwtekeningen goedkeuren of navigeren door een stad met allerlei zijstraatjes? Mij niet bellen!
Gelukkig mag je ook als volwassene maar wat aanklooien, om hulp vragen en soms zoekende zijn naar antwoorden. Of je nu zestien bent of dertig of vijvenvijftig of tachtig – het is op elke leeftijd prima om soms je onvolwassen kant te laten zegevieren. Om te spelen, even niet alle verantwoordelijkheden op je schouders te dragen, blunders te begaan of gewoonweg te zeggen “Ik weet het even niet”.
Verlies die kindse kant nooit. Juist als volwassene brengt je kinderlijke kant – tussen de hypotheken en keurig geordende administratiemappen door – de nodige luchtigheid.
Mijn 14 niet-zo-volwassen kantjes
- Ik ben niet zo van de ‘Geachte’ en ‘Beste’. Oké, wel als ik mail naar een hoogleraar, sollicitatiecommissies of onbekenden. Maar het voelt dan ook meteen alsof ik een chic pikzwart colbert heb aangetrokken dat ik voor de gelegenheid van iemand anders heb geleend. Ik ben zelf meer van het Hi’en, Hey’en en Hoi’en. Behalve als de ander stug in de ‘Beste’-modus blijft. Dan ga ik overstag en trek ik in gedachten mijn pikzwarte colbert weer aan.
- Ik sla gerust een ander gangpad in als ik een bijna-bekende in de supermarkt tegenkom. Je weet wel: van die mensen van wie je je afvraagt of je elkaar goed genoeg kent om een uitgebreid praatje te maken of dat je juist allebei moet wegkijken om te doen alsof je geen flauw idee meer hebt dat jullie 15 jaar geleden bij elkaar in de klas hebben gezeten. Als ik vanuit mijn ooghoek iemand half herken, wil ik nog weleens stiekem acteren dat ik geïntrigeerd alle etiketten van de pakken toiletpapier moet lezen. Meestal loop ik in de supermarkt na een lange werkdag, met een rammelende maag en een lege sociale batterij. Dan bescherm ik mezelf liever door me achter de wc-artikelen verdekt op te stellen voor buurvrouwen van achterneefjes en en andere vage bekenden. Ik ben vast niet de enige. Toch?
- Ik vergeet áltijd mijn elektrische tandenborstel op te laden. Niet een enkele keer. Nee, ik ben nu al drie weken handmatig aan het poetsen met mijn elektrische tandenborstel, omdat ik steeds pas tijdens het tandenpoetsen bedenk dat ik de borstel in de oplader had moeten klikken. Ik leer het nooit.
- Mijn handtas is één grote rotzooi. Als ik naar zakelijke afspraken ga, doe ik een grote puinruimsessie om toch enigszins geordend voor de dag te komen. Dan haal ik zo vijf lipsticks, tien tampons, drie pennen, een heleboel tien-cent-muntjes en wat verloren bonnetjes van vega-balletjes bij de Jumbo uit mijn tas. Gelukkig heb ik regelmatig werkafspraken buiten de deur en word ik daardoor min of meer gedwongen om mijn tas niet in een te grote puinhoop te laten veranderen.
- Mijn Sinterklaascadeaus pak ik gerust in kerstpapier in. Veel creatievelingen vinden inpakken helemaal leuk. Hoe kunstiger, hoe beter! Ik ben wel creatief, maar de inpakhobby heb ik helaas niet meegekregen. Ik kan nog steeds alleen met boeken en andere kaarsrechte cadeaus overweg. Al het andere prop ik liever in een cadeautasje of friemel ik in een fleurig envelopje. Oh ja, kijk ook niet vreemd op als er kerstpapier om een Sint-cadeau zit of als ik dinosaurussenpapier om een cadeau wikkel voor een vriendin die 31 wordt. Ik benijd nog steeds de mensen met een inpakpapiervoorraad waaruit je altijd hét perfecte papiertje per cadeau kunt vissen. Zo ben ik overduidelijk niet.
- Ik ben van de “Even aanduwen, dan past het weer!”-strategie voor vuilniszakken. Onze container staat beneden in de berging en als ik ’s avonds mijn badjas-en-sloffen-kloffie heb aangetrokken heb ik meestal geen zin om nog een vuilniszak twee trappen naar beneden te brengen. Het alternatief? Met een stukje karton de inhoud van de volle zak iets aanduwen. Dan past er meer in dan je denkt. Overigens kun je die tactiek niet oneindig vaak toepassen. Op een gegeven moment kun je er niet meer onderuit dat die zak toch echt twee trappen af naar beneden moet en dat de roze sloffen plaats moeten maken voor degelijke schoenen.
- In bed lig ik vaak tot veel te laat te mobielen. Niet goed voor het mindful en uitgerust in slaap vallen. Ik weet het. Ik heb al tientallen podcasts geluisterd over slaap en weet dat iedere expert met dezelfde tip #1 komt: verban je telefoon uit de slaapkamer. Toch blijft de verleiding van grappige kattenfilmpjes, receptideeën en interieurplaatjes op mijn telefoonscherm groter dan mijn verstandige stemmetje dat wél naar die slaapexperts wil luisteren.
- Ik weiger het puntje van de banaan op te eten. Mijn aversie voor hét bruine puntje van de banaan is zo groot dat ik er kippenvel van krijg als ik hem in zijn grote bruine oog aanstaar. Dus gooi ik al zeker 15 jaar een iets te groot uiteinde weg als ik bananen eet. Alles om maar zeker te weten dat dat gekke bruine ding niet per ongeluk in mijn mond belandt!
- Ik sjouw altijd te veel papier, afval of boodschappen mee. En dat is best onhandig als je op twee hoog woont, daarbij zelf drie deuren moeten opendoen en ook nog naar de glasbak of papiercontainer moet lopen. Toch leer ik het nooit en kukelt er regelmatig iets naar beneden. Ik ben al regelmatig later verdwaalde theezakjes van mezelf in het trappenhuis tegengekomen.
- Als ik blij ben, dan ben ik ook echt stuiterend blij. Dan gaan mijn ogen glunderen, krijg ik de neiging om te springen, dansen of draaien, heb ik een lach van oor tot oor en raak ik onmogelijk uitgekletst over dat ene blijmakende ding. Ik kan mijn enthousiasme gewoon heel slecht onder stoelen of banken steken.
- Mijn gezicht kent geen standje pokerface. Het is maar goed dat ik nooit toneelschool-ambities heb gehad. Ik zou een bijzonder slechte acteur zijn, want de pokerface is geen mogelijke stand voor mijn gezicht. Je kunt werkelijk alles aan mijn gezicht aflezen. Als ik een verrassing voor iemand heb, moet ik heel hard mijn best doen om een glimlach te onderdrukken. Wanneer ik grappen vertel, lig ik vaak al in een deuk voordat ik de grap heb gemaakt (wat de meeste grappen er niet beter op maakt!). En toen Bart laatst “hard to get” probeerde te spelen terwijl de traprenovatie-man een offerte uitbracht, had ik daar niets van door toen ik hieperdepiepblij “Ja, supertof. Laten we dit doen!” riep tegen de verkoper. Bart siste me na afloop nog toe: “Ik probeerde iets van de prijs af te krijgen”. Maar mijn enthousiasme was niet onder stoelen of banken te krijgen, waardoor de beste man gewoon de volle mep voor zijn trap kreeg.
- Soms vind ik kleding in kindermaten leuker dan volwassen kleding. Wie zegt dat die roze tule rokken alleen leuk zijn voor meisjes die in maat 96 tot 128 passen? Of dat gele polka-dot-jurken niet mogen als je boven de twaalf bent? Wie heeft ooit besloten dat volwassen handschoenen allemaal grijs en zwart moeten zijn, terwijl kleine kinderen hun vingers nog in leuke felgekleurde wantjes kunnen steken? Yup, ik zie regelmatig een hoop leuks hangen tussen de tutu’s en teddy jasjes voor véél kleinere mensjes dan ik. Toch jammer dat vaak hooguit één been of teen van mij erin zou passen.
- Er zit altijd een knoop in mijn oortjes. Meestal zelfs twee of drie. Daar kom ik altijd pas achter als ik al in een videocall zit. Dat ik die knoop eruit haal, is ook een zeldzaamheid.
- Ik heb nog steeds een “Wow, echt?”-gevoel als ik alcohol meekrijg zonder identificatie. Het is me al een paar keer gelukt (niet voor mezelf overigens; ik drink geen alcohol). Dat voelt nog steeds onwerkelijk, aangezien ik op mijn 27e nog moest bewijzen dat ik heus 18+ was. Nog elke keer als ik met een fles wijn bij de kassa sta, voel ik een lichte kriebel in mijn buik wanneer de fles bij de caissière ligt. Ik zie dan haar stiekeme blik gericht op mijn gezicht en hoor haar denken “Goh, hoe oud zou zij zijn?”. Als ik dan toch het voordeel van een twijfel krijg (na jarenlang soms wel 10 jaar jonger te worden geschat), schiet er een vleugje vreugde door mijn hele lijf. Gebeurde dit echt? Werd ik als volwassene gezien? Wie had dat ooit gedacht!
Wat is een onvolwassen trekje aan jou waar jij ook zonder gêne voor uitkomt?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
"Verlegen zonsdagskind" | 7 misvattingen die mensen over mij hebben
Zonder dat we het door hebben, hebben we vaak al een oordeel over mensen klaar. Ja, iedereen. Zelfs als je beweert dat jij niet aan oordelen doet. Maar soms hebben mensen het met die oordelen goed mis. Ik merk ook om me heen dat mensen het weleens totaal bij het verkeerde eind hebben als ze me voor het eerst zien. Om vervolgens te horen "Oh, maar jij bent veel ... dan ik dacht!". Mijn blog leek me dé plek om een paar van die vooroordelen te tackelen.
Vegan naanpizza met paddenstoelen, pompoen & pecannoten
"Nee hoor, ik ben niet zo van de pizza's!" Dat heb ik heel lang beweerd. Ik moest dan denken aan de karig belegde pizza's met vooral een heel dikke korst en weinig groenten bovenop. Nee hoor, doe mij dan maar een bord pasta met lekker veel saus! Tenminste, dat dacht ik altijd. Laatst heb ik een pizza-variant ontdekt waar ik wel warm voor loop: naanpizza. Hierbij gebruik je naanbrood als pizzabodem en beleg je die vervolgens met alles wat je lekker vindt. In plaats van de bekende tomaat-met-nog-meer-tomaat-variant ga ik liever voor op en top herfstbeleg: pompoen, paddenstoelen, pecannoten en zongedroogde tomaat. Zo krijg je een lekker stuk "pizza" dat ook nog eens niet bepaald karig belegd is met groenten.
Op avontuur gaan | 11x Zo doe ik (als huismus) dat graag!
Op mijn blog heb ik al vaker verklapt dat ik geen enorme avonturier ben. Ik heb bij lange na niet alle werelddelen gezien (lees: alleen Europa en de VS) en mijn gemiddelde vrijdagavond breng ik lekker knus door op de bank met een kop thee. Toch vind ik mijn leven verre van saai. Op avontuur gaan doe ik elke dag met heel veel plezier, op mijn manier dan. Wat avontuur inhoudt, is namelijk net wat jij ervan maakt. En precies daar wil ik het eens over hebben! Dit zijn 11 manieren waarop ik - een stiekeme huismus - het liefst op avontuur ga.
Dat gangpad in de supermarkt is heel herkenbaar. Ik doe het ook als ik een echte bekende tegenkom en geen zin heb in een praatje. Ik kom om boodschappen te doen en niet om bij te kletsen;).
Heel erg leuk lijstje!
Ik ben geluukig nu oud genoeg om daar geen onderscheid meer in te hoeven maken 🙂 Ik herken mensen ook nooit in de supermarkt, omdat eigenlijk iedereen daar toch komt om boodschappen te doen? Hooguit zeg ik dan een kort ‘hallo’ of ‘hoi’ en dan weer verder. Ik ga mensen toch niet lastig vallen met persoonlijke vragen in het zuivelschap …
(Dit, voor het geval we elkaar dus ooit half-zien in de supermarkt, of tijdens het winkelen: een wuifje of hallo is echt voldoende. Als ik je al zie.)
Verder ben ik misschien nooit echt kinderlijk geweest. Mijn telefoon komt de slaapkamer niet in, ik schrijf al sinds de eerste klas ‘beste’ als aanhef in een brief of email, ik hèb niet eens een handtas meer – een laptoprugtas waar nooit frutsels in zitten. Maar ik speel nog spelletjes, bouw nog lego, verzin nog verhalen, en er komt echt een moment dat ik met mijn lengte weer in kinderkleding pas – dus ik kan ook best in een tutu langskomen. Nee joh, dat ‘volwassen zijn’ is ook maar een verzinsel.
Tip voor het ontwijken van dat bruine stukje, is om je banaan aan de onderkant open te maken. Dan blijft het bruine stukje aan de schil zitten en eet je naar de kant toe waar geen bruin stukje zit. De banaan gaat ook makkelijker open aan die kant! Het schijnt zo te zijn dat apen dat allemaal op die manier doen, en dat zijn natuurlijk de experts 😉