Kleine verandering, groot verschil. Soms zijn het de kleinste aanpassingen op een dag die toch heel veel voor je doen. Van die simpele tips die je ooit hebt opgedaan in een boek waarvan je zelfs de titel al bent vergeten en waarvan je weken later besefte “Verrek het werkt!”. Of life-hacks die daadwerkelijk je leven een beetje hacken. Of gewoonweg fijne tools waarvan je je afvraagt hoe je het ooit zonder ze hebt gedaan. Kortom: mini-veranderingen met een mega-resultaat. Díe mini-veranderingen die toch veel voor mij hebben gedaan, zet ik vandaag eens op een rij.

1. Elke ochtend om 7.00 uur opstaan. Ik had drie jaar geleden een heel ander ritme. Ik bleef altijd tot iets te laat op (lees: een uur of half twee) en kwam dan om acht uur brak mijn bed uit. Het duurde wel even voordat ik up & running was. Tegenwoordig sta ik standaard om 7.00 uur naast mijn bed (en lig ik er eerder in dan voorheen). Rond 7.30 uur zit ik meestal al achter mijn computer. Voor mij werkt vroeg starten met werk perfect. Zo kan ik nog zonder telefoontjes en mailtjes tussendoor alvast veel gedaan krijgen. Om 9.00 uur heb ik er voor mijn gevoel al een productief begin van de ochtend op zitten.
2. Warm ontbijten. Ik heb van alles geprobeerd voor mijn prikkelbare darmen. Dit is één van de weinige tips waarvan ik met 100% zekerheid kan zeggen dat het voor mij goed werkt. Ik ontbeet eerst vaak met kwark of met brood, maar eet nu bijna altijd warme havermout, een warme smoothie of iets anders wat opgewarmd is. Wordt mijn buik blijer van! Ik kreeg die tip overigens – een tijdje nadat ik er zelf al mee was gestart – ook nog van een Ayurvedisch arts. Het is blijkbaar in het algemeen iets wat voor mensen kan werken. En ik moet zeggen: ik vind warme ontbijtjes ook gewoon heel lekker. Deze chocolade-havermout vooral.
3. Een nachtje over dingen slapen (of ze in elk geval een paar uur laten bezinken). Ik was altijd van het snelle reageren. Soms binnen een paar minuten. Natuurlijk doe ik dat wel bij belangrijke vragen of als het een simpele vraag is. Maar als het gaat om verzoekjes, reageer ik bijna nooit binnen een uur. Althans, niet als het dingen zijn waar ik langer over moet nadenken dan een paar seconden. Zo laat ik verzoeken voor een nieuwe opdracht vaak eerst een paar uur bezinken. Zelfs als het geweldig gaaf klinkt. Dan kan ik namelijk nog beter voelen hoe mega-enthousiast ik ben of juist dat dit in de categorie “Neuh, toch liever niet” valt.
4. In de auto podcasts luisteren. Ooit vond ik autoritten van 1,5 uur maar saai. Zit je een beetje voor je uit te staren en te luisteren naar het top-40-liedje dat gisteren en eergisteren en de dag daarvoor ook al op de radio voorbijkwam. Maar sinds een jaar of twee zet ik in de auto standaard een podcast op. Mijn autoritten zijn er veel leuker op geworden.
5. Apps op mijn computer gebruiken in plaats van op de telefoon. Of het nu aan mij, aan mijn vingers of aan iets anders ligt, ik ben gewoon niet handig met hele verhalen tikken op mijn telefoontoetsenbord. Ik tik er heel vaak naast, waardoor er voor je het weet gekke woorden op je scherm staan die totaal niets te maken hebben met wat ik wilde zeggen. Daarom gebruik ik van alle apps met een webversie veel liever de variant op mijn laptop. Zo typ ik appjes bijna altijd in Web WhatsApp. Ook Instagram-captions en DM’s op Instagram of LinkedIn schrijf ik op meestal op mijn computer. Scheelt zeeën van tijd en veel gepriegel!
6. Tv kijken zonder reclame op NLZIET. Ik heb al drie jaar een betaald abonnement en zou niet anders meer willen! Videoland, Netflix en andere streamingdiensten kunnen me gestolen worden (sorry voor de liefhebbers!). Maar NLZIET vind ik echt een uitkomst. Je kunt er alle Nederlandse tv-programma’s en series op kijken, vaak zelfs nog een paar jaar nadat ze zijn uitgezonden. Ik vind het vooral ideaal dat je daardoor programma’s kunt terugkijken zonder ze te hoeven opnemen én zonder reclame. Bart en ik zijn zelfs zo verwend dat we direct aan het klagen slaan als we een keer een programma wél live kijken en dan een reclameblok krijgen voorgeschoteld. Oh ja, dat bestond ook nog!
7. De avond van tevoren een to-do-list maken. Voorheen deed ik dit vaak op de ochtend zelf. Met mijn nog niet helemaal wakkere hoofd moest ik dan in mijn inbox en agenda terugzoeken wat ik ook alweer van plan was te gaan doen. Tegenwoordig zijn mijn agenda en takenlijst ultiem gestructureerd en daar word ik een veel blijer mens en een productievere ondernemer van. Ik heb aan het begin van e dag altijd al een takenlijst klaarliggen. Ook noteer ik daarop wat ik sowieso als allereerste moet doen (zoals bepaalde e-mails beantwoorden). Daardoor hoef ik nooit ’s ochtends vroeg nog te bedenken wat ik eens zal oppakken.
8. Niet twee weekenddagen vullen met afspraken. Als het even kan, zorg ik ervoor dat ik voor of na een volle weekenddag een lege agenda heb. Of dat ik anders hooguit een korte koffieafspraak heb. Ik dacht altijd dat ik die vollere agenda gewoon moest aankunnen. Lukte het niet, dan was ik vast zwak of gewoon een zeur of te snel moe. Inmiddels heb ik het label “introvert” op mezelf geplakt en besef ik dat ik na een drukke dag met afspraken gewoon tijd nodig heb om bij te komen. Als ik dan een moment rust inplan, ben ik op maandag mijn frisse, fruitige en energieke zelf in plaats van een lamlendige Romy van wie het batterijniveau in het rode gedeelte is beland.

9. ’s Avonds voor het slapengaan de kamer opruimen. Daardoor word ik ’s ochtends altijd in een opgeruimd huis wakker en is een rommelig schoenenhoekje of een gebruikt chipsbakje niet het eerste wat ik zie als ik het huis in stap. Het kost me ’s avonds maar vijf minuten om de laatste kleine rommeltjes weg te werken, maar het is wel dé manier om het eigenlijk altijd netjes te houden.
10. Mijn telefoon achter mijn computer leggen. Puur doordat mijn telefoon niet meer voor het grijpen en in het zicht ligt, kijk ik er al minder snel op. Als ik tijdens het werken meer focus wil hebben, leg ik mijn telefoon standaard verder weg. Daardoor zit ik veel minder vaak met mijn telefoon in mijn hand. Mijn 4G en wifi uitzetten is een andere maatregel die ik soms toepas als mijn aandacht wel heel vaak naar dat apparaat uitgaat of als ik onder werktijd door een overenthousiaste groepsapp word gestoord.
11. Slapen onder een verzwaringsdeken. Ik heb de mijne nu bijna twee jaar en slaap er ongeveer 9 maanden per jaar (alleen niet op hete zomerdagen) onder. Het klinkt haast als een Tell Sell-ding dat te mooi is om waar te zijn: opeens beter slapen doordat je een deken van 5-7 kilo op je hebt liggen. Maar voor mij werkt het echt heel goed. Met het extra gewicht op mijn lichaam woel ik minder, slaap ik dieper en voel ik me ook meer geborgen in bed. Op vakantie kan ik het ding oprecht missen.
12. ’s Ochtends heel even alle ramen opendoen voordat de verwarming aangaat. Dat doe ik heel trouw elke dag na het opstaan. Ik duik dan eerst de badkamer in en zet in die tijd alle ramen in de woonkamer open. Zo krijg je frisse lucht in huis en het schijnt ook dat de kamer beter op te warmen is als je het huis even hebt doorgelucht. Ik had eerder in de winter weleens een benauwd gevoel door de droge lucht in huis. Sinds ik dit doe, heb ik daar veel minder last van.
13. Geen meetings inplannen vóór half 10. Op een enkele uitzondering na zit ik nooit voor half 10 in een online meeting met opdrachtgevers. Ook rond lunchtijd (half één tot half twee) probeer ik nooit afspraken te plannen. Ik merk dat ik zelf veel fijner werk als ik in alle rust kan ontbijten en lunchen en daarna ook nog alle tijd heb om twee koppen thee slokje voor slokje achterover te slaan.
14. Elke week sparren met een mede-ondernemer. Ik praat elke week een keer met de leuke Laurie (die als freelancer fantastische illustraties maakt!) over het ondernemerschap, onze doelen, onze hobbels, onze onzekerheden en onze toffe plannen. Elke week kijk ik weer naar dat moment uit, omdat het een goede stok achter de deur is om je plannen of voornemens niet te laten verslonzen én om niet compleet op te gaan in zorgen die je aandacht niet waard zijn.
15. Elke dag wandelen. Ook als het regent of berekoud is. Ik zorg ervoor dat ik echt elke dag even buiten ben. Juist als het in de winter donker en guur is, merk ik dat ik lekker ga op wat buitenlucht en op toch een paar straaltjes zon meepikken.
16. Drie keer per dag mijn tanden poetsen. Yup, daar ben ik heel trouw in. Ik was altijd iemand die de dag voordat ik naar de tandarts ging opeens mijn stinkende best ging doen om daar met een blinkend schone, gefloste en gestokerde mond te verschijnen. Maar om eerlijk te zijn deed ik dat stokeren en flossen de maanden daarvóór niet zo trouw. Sinds ik drie jaar geleden startte met een beugel (die er nu gelukkig uit is!), ben ik wel heel trouw met mijn mondhygiëne. Ik poets iedere dag drie keer en stoker elke avond. Niet om de tandarts een plezier te doen overigens. Ik voel me er gewoon fijn bij.
17. Over spontane “Yes, zin in!”-ideeën niet te lang nadenken. Ik ben soms een enorme twijfelkont. Maar als het aankomt op spontane ideeën heb ik daar bewust een stokje voor gestoken. Wanneer ik nu denk “Ik wil naar de kringloopwinkel” of “Laat ik eens buiten de deur lunchen”, dan doe ik dat gewoon. Niet over wikken en wegen, meteen werk van maken. Dat soort spontane acties houden het leven leuk. En je leeft toch eigenlijk veel te kort om een uur te zitten piekeren of je nu thuis aan je boterhammen gaat of spontaan in een lunchtentje aan de pannenkoeken wilt zitten.
18. Een bitje tegen kaakklemmen. Voor de looks en het fijne gevoel in je mond moet je het niet doen. Maar als je, zoals ik, onbewust fanatiek je kaken op elkaar klemt of tandknarst in je slaap, is zo’n hockeyachtig bitje wel een heuse aanrader. Ik gebruik het nu twee jaar en word sindsdien niet meer met pijnlijke kaken wakker. Ook slijt ik mijn eigen kiezen niet meer met het fanatieke knarsen. Fantastisch ding dus!
19. Massageolie gebruiken vóór een douchebeurt. Dit doe ik pas sinds kort, maar ik vind het nu al een hit. Het kost een minuut, maar is wel net zo’n moment dat je even voor jezelf pakt. En doordat ik het altijd vóór het douchen doe, heb ik ook geen last van plakkerige kleding of handen na afloop.

Wat was voor jou een kleine verandering die toch veel voor je heeft betekend?