Laatst deelde Lenneke op haar Insta-account (aanrader om te volgen!) iets over haar regels voor het leven. Weer eens iets anders dan belastingregels en wetten die door hoge piefen in stoffige boeken zijn vastgelegd. Dit zijn namelijk regels die ik voor mezelf heb bedacht. Verwacht geen pietluttige regeltjes om mijn perfectionistische stemmetje te stillen, maar fijne regels waarvan ik weet dat ze me goed doen en die ik dus (bewust) volg. Omdat ze mijn leven leuker, makkelijker of relaxter maken.

Mijn regels voor het leven

Mocht je je nu afvragen of ik mezelf heel star altijd aan deze regels houd, nee joh! Tuurlijk wijk ik soms van de regels af. Ik weet dat deze dingen mij helpen, maar sommige momenten vragen om een uitzondering of een andere aanpak. Ook niets mis mee. Dat is het voordeel van zelf bedachte regels. Er zullen geen boetes vallen of wijzende vingertjes zijn.

1. Mijn telefoon is nooit het laatste wat ik zie voor het slapengaan. Appjes die om twaalf uur nog binnenkomen, beantwoord ik niet meer die dag en alle nieuwe Insta-posts van de afgelopen uren laat ik tegenwoordig ook tot ’s ochtends vroeg wachten. Dat slaapt fijner en zorgt er ook voor dat ik niet te veel kostbare tijd aan scrollen verspil.
2. En andersom: ’s ochtends laat ik de wifi en 4G op mijn telefoon nog heel even uitstaan als ik wakker ben. Vaak maar vijf minuten, maar toch. Ik zorg ervoor dat de piepjes, mailtjes en notificaties niet het eerste zijn waarmee ik mijn dag begin. Wat dan wel het eerste is wat ik ’s ochtends doe? Pippa knuffelen die luid miauwend op me afgerend komt.
3. Ik plan niet twee weekenddagen achter elkaar vol. Dat is bij mij namelijk hét recept voor twee dagen daarna flink uitgeblust en daardoor niet echt te genieten zijn. Zolang ik het bij maximaal één goed gevulde weekenddag houd en daarna of daarvoor een dag heb om bij te komen, ben ik een veel vrolijker mens.
4. Ik bepaal zelf hoe laat ik van een afspraak naar huis ga. In mijn puberteit moest ik me vaak door anderen laten taxiën naar verjaardagen bij gebrek aan een rijbewijs. Soms was ik dan alleen al twee uur zwaar aan het inkakken tegen de tijd dat de taxiënde mede-verjaardagsgast het voor gezien wilde houden. Sinds ik mijn eigen auto heb, ga ik al weg zodra ik ook maar een beetje moe begin te worden. Ook al ben ik de eerste die het om half twaalf wel gezien heeft, ik verplicht mezelf dan niet meer om tot twee uur te blijven plakken.
5. Ik ruim ’s avonds het huis op voordat ik naar bed ga. Gewoon omdat ik er niet zo lekker op ga als het eerste wat ik ’s ochtends na het opstaan zie een vol aanrecht en een tafel vol troepjes zijn.
6. Ik douche nooit in alle haast, omdat ik dan de hele ochtend het hollen-vliegen-rennen-gevoel niet meer kwijtraak. Dus als ik ’s ochtends vroeg de deur uit moet, dan douche ik de avond van tevoren al of sta ik iets eerder op om alsnog de tijd te kunnen nemen.
7. Over zakelijke investeringen overleg ik maar met één persoon (meestal is Bart de gelukkige). Anders ga ik onnodig twijfelen over iets waarvan ik vanuit mijn intuïtie al wel weet dat ik het gewoon moet doen.
8. Als ik bij een schrijfopdracht of samenwerking in mijn mailbox niet meteen kriebels in mijn buik krijg, wacht ik een dag met reageren. Ik weet dat mijn eerste reacties nooit de handigste zijn (namelijk ‘Ja!’ roepen en daarna spijt hebben). Na een nachtje slapen weet ik meestal beter waarom ik ‘nee’ wil zeggen en kan ik dat ook echt vanuit mijn tenen voelen en op papier krijgen.
9. Ik gebruik geen RunKeeper-apps tijdens mijn hardlooprondjes en houd ook niet in lijstjes bij hoe hard ik dit keer wel niet heb gelopen. Ten eerste omdat ik geen marathonambities heb, ten tweede omdat ik vooral heel blij ben dat ik mede daardoor het te fanatiek sporten al een paar jaar heb afgeleerd.
10. Ik bepaal zelf wat een normale portiegrootte is. Daarmee bedoel ik dat porties in restaurants of maaltijden die je bij anderen krijgt voorgeschoteld, vaak maar door iemand zijn bepaald. Het kan best zijn dat het voor jou een veel te klein hapje is of dat het restaurant juist veel meer heeft opgeschept dan je op kunt. Ik vertrouw liever op mijn eigen knorrende maag of op protesterende darmen als ik besluit of iets genoeg of niet genoeg voor mij is. Zo komt het regelmatig voor dat ik vraag om een kleiner stukje taart of – andersom – bij iemand anders als enige nog een tweede keer opschep.
11. Spontane telefoontjes als ik ergens middenin zit, neem ik in principe niet op. Oké, tenzij ik weet dat het dringend is, het een belangrijke klant is of Bart of een familielid me belt. Maar anders druk ik het telefoontje meestal weg. Hoe gek dat ook mag klinken, dit heeft écht mijn leven verandert de afgelopen maanden. Het is zalig om niet meer meteen zelf ook meteen in de stress-modus te schieten, maar aan mijn eigen planning vast te houden en bijvoorbeeld een uur later pas terug te bellen.
12. Ik sla nooit, nooit, nooit mijn ontbijt over. Dan is namelijk sowieso al het werk dat ik vóór de lunch lever vrij prut (daarvoor heb ik toch echt brandstof nodig!) en ben ik in mijn hangry bui ook niet de leukste voor mensen om me heen.
13. Ik ga altijd rustig zitten om te eten. Brood eet ik bijvoorbeeld nooit snel lopend onderweg. Ik maak er echt een moment van en ga ergens zitten – ook onderweg – zodat ik bewust kan proeven wat ik naar binnen werk. Worden mijn gevoelige darmpjes over het algemeen ook blijer van dan als het eten hap slik weg is.
14. Elke dag ga ik minimaal een kwartier naar buiten, het liefst langer. Zelfs als het met bakken uit de hemel stort of de temperatuur tot onder het vriespunt is gedaald, laat ik mijn gezicht buiten mijn eigen voordeur zien. Een beetje frisse lucht doet me goed en beweging ook.
15. Ik koop alleen kleding die ik fan-tas-tisch vind. Geen dingen die “wel leuk” zijn en die ik in een opwelling mee naar huis heb genomen. Nee, ik schaf echt alleen aan wat ik helemaal het einde vind en waar ik me superfijn in voel.
16. Ik mag soms “Ja hoor, gaat goed!” zeggen als ik niet de behoefte voel om met iemand te praten over dingen die niet lekker gaan. Andersom mag ik ook “Nou, eigenlijk niet zo lekker!” antwoorden als ik me bij iemand op mijn gemak voel en merk dat het eerste antwoord niet bepaald de lading dekt.
17. Ik plan op een dag niet meer dan twee/drie telefonische afspraken, zodat ik echt mijn volle aandacht bij een gesprek kan houden en alles kan geven aan die personen in plaats van dat ze aan de lijn hangen met een half gestreste, half afwezige versie van mij.
18. Boeken waar ik weinig aan vind, lees ik niet tegen mijn zin in uit. Ik sla ze dicht en gun mezelf een ander boek. Het leven is te kort om boeken te lezen waar je niet blij van wordt.
19. Boosheid, irritaties of juist lieve dingen die op het puntje van mijn tong liggen, spreek ik altijd uit voordat ik ga slapen. Beter voor de nachtrust.
20. Ik kleed me elke ochtend aan en doe niet aan pyjamadagen. Heb ik in het verleden vaak genoeg geprobeerd, maar ik merk dat ik daardoor onproductief word en mezelf haast vanzelf futloos en energieloos voel. Dus hop, elke ochtend mezelf in een outfit hijsen. Doet wonderen voor mij!

Heb jij ook zo’n soort “regel” die voor jou goed werkt?