Het lijkt logisch dat je vooral in de schoolbanken, werkend aan taken of discussiërend met collega’s of mede-ondernemers heel veel leert. Maar grappig genoeg zijn vakanties voor mij vaak de grootste leerschool. Een moment van bezinning – hoe gezapig dat ook klinkt – is soms goed voor een hoop nieuwe inzichten waar je ook in de niet-vakantieweken nog een boel aan hebt. Dit zijn 7 inzichten die ik na mijn twee werkvrije weken goed in mijn oren heb geknoopt.

1. Ik hoef niet altijd die energiebom te zijn

Typisch voor mij is dat ik nooit stilzit. Al van kinds af aan heb ik nooit een moment gehad dat ik uit pure verveling op de bank uit het raam staarde. Ik weet werkelijk altijd iets te doen. Zo ben ik zo’n type dat meteen na een werkdag naar de supermarkt racet, vervolgens een schoonmaakdoekje pakt om de badkamer te boenen, etc. “Ik heb nog energie over!” roep ik dan. Ik dacht dat dat ook echt zo was, maar laatst wees iemand me erop dat het eerder zo is dat ik mijn energieniveau zelf heb opgekrikt door langere tijd iets te veel van mezelf te vragen (in de periode dat er in mijn privé-omgeving van alles speelde).

Pas tijdens de vakantie kwam de moeheid eruit en was ik soms na een “uitstapje” naar de supermarkt en autowasstraat al vermoeid. Ik ben gaan inzien dat ik dan niet meteen op zoek hoef te gaan naar een manier om energieker te worden, maar dat ik ook aan de moeheid mag toegeven. Er is niets mis met een keer in slaap dommelen tijdens een serie of de vaat wel tot de volgende dag laten wachten. Dat maakt me niet meteen een luie donder, maar is juist gezond na een drukke periode. Én het is belangrijk om eraan toe te geven.

2. Het hoeft niet groots en druk te zijn

Eerder was ik net zo’n Amerikaanse toerist die “een weekje Europa” doet en in één week zoveel mogelijk van zijn bucketlist wil afvinken. Als je de foto’s maar hebt! Je kunt je wel voorstellen dat ik van die vakanties vaak vermoeider terugkwam dan dat ik was voordat ik ernaartoe ging. Het tempo zat er goed in en we zagen vaak weinig van het hotel of huisje zelf.

De laatste jaren sta ik daar wat anders in. Deze vakantie ontdekte ik al helemaal dat je echt niet elke dag van ‘s ochtends vroeg tot eind van de middag de hort op hoeft om nieuwe dingen te ontdekken en doen. Je kunt juist meer van uitjes genieten als je niet je hele dag volplant. Aan tafel zitten met mijn knutselspullen, op een yogamatje liggen of soms een blog tikken is juist een fijne manier om bij te tanken nadat je een paar uur weg bent geweest.

3. Ik wil meer tijd steken in persoonlijke ontwikkeling

Op de momenten dat je afstand neemt van je werk groei je juist het meest in wat je doet. Grappig hoe dat werkt! Terwijl ik twee weken geen teksten tikte voor opdrachtgevers, had ik alle tijd om over dingen na te denken. Ik kwam bijvoorbeeld tot het besef dat ik een paar uur per week in plaats van aan opdrachten aan persoonlijke ontwikkeling wil besteden.

Dat kan zijn in de vorm van cursussen (ik ga binnenkort een workshop humoristisch schrijven volgen bij De Speld, zin in!), in de vorm van coaching, boeken lezen en me verdiepen in tools die mijn leven en werk makkelijker maken. Al is het maar het kijken van een Instagram TV-video over ondernemen of het luisteren naar een podcast – ik merk dat ik op die momenten vaak meer groei dan door alleen maar als een malle aan teksten te werken.

Ik vind het namelijk mega-belangrijk om mezelf als persoon te ontwikkelen, misschien wel juist omdat ik als eigen baas zelf verantwoordelijk ben voor mijn KPI’s, Persoonlijke Ontwikkelplan, ambities, zakelijke doelen en alles wat bij werk komt kijken. Dan kan ik dat niet ergens op de backlog zetten natuurlijk.

4. Ik ga nog meer de structuurjunkie uithangen in mijn werk

Een structuurjunkie ben ik al wel in mijn werk. Vlak voor mijn vakantie deed ik daar nog een schepje bovenop, omdat ik natuurlijk het nodige moest plannen om vrij te kunnen nemen. Dat beviel zo goed dat ik dat er in wil houden. Zo heb ik een Excel-sheet gemaakt met al mijn lopende projecten en de status ervan, heb ik een nieuw systeem om mijn mailbox geordend te houden en ben ik eindelijk gestart met Google Calendar als extraatje naast mijn papieren planner. Het voelde heerlijk dat ik na mijn vakantie meteen wist wat ik de eerste dagen moest gaan doen, wie ik nog reminders moest sturen en welke facturen nog de deur uit moesten.

Nog meer orde in mijn werk betekent ook nog meer orde in mijn hoofd! En het gaat me vast ook helpen om een volgende vakantie net zo goed met een gerust gevoel de werkboel achter me te laten.

5. Ik verdien meer vrije vakanties

Waarom ik dat van tevoren zo’n ding vond, vakantie opnemen als ondernemer, weet ik achteraf gezien ook niet. Ik had waarschijnlijk, net als veel anderen, last van de totaal niet realistische gedachte dat mensen me vast nét in die twee weken hard nodig hebben. Beetje maf idee aangezien half Nederland in de zomervakantie minstens één of twee weken niet op zijn (thuis)kantoor doorbrengt. Ik wil dan ook vaker mezelf een vakantie of dagje vrij gunnen, zeker in de zomervakantie en rond kerst.

Of het nu voelt alsof je er hard aan toe bent of dat je voor je gevoel nog wel even door kunt, iedereen heeft vakantie nodig.

Hoe belangrijk je baan ook is, hoe hard je ook nodig bent thuis, hoeveel stapels aan taken, verbouwperikelen of andere moetjes er ook op je staan te wachten, iedereen verdient soms langdurige rust.

En ja, dat wist ik al dondersgoed. Maar ik heb het deze vakantie nog maar eens ervaren.

6. Lijstjes maken niet alles leuker

Ik probeerde het deze vakantie voor het eerst: leven zonder lijstjes. Een geheel nieuwe ervaring voor een lijstjesmeisje zoals ik, maar wel een positieve ervaring die ik zeker met een ster of vijf zou beoordelen op Trust Pilot. Dikke aanrader! Zo schreef ik zelfs de huishoudelijke taken niet op tijdens ons thuisblijfweekje en noteerde ik ook niet of ik die dag bepaalde foto’s wilde maken of blogs wilde schrijven.

Ik liet het allemaal op zijn beloop. Ik ging hardlopen als ik daar zin in had, ik schreef blogs (soms drie achter elkaar, soms twee dagen niks) als ik dat wilde, ik liet het stof soms een dag te lang liggen en ik maakte me over dat alles helemaal niet druk. Het inspireerde me om vaker in het weekend de lijstjes links te laten liggen. Voor huishoudtaken en boodschappen zijn ze handig, maar voor sommige niet-per-se-moetjes heb ik ze helemaal niet nodig. Het geeft soms al zo veel rust als er niet ergens nog een papiertje rondslingert met daarop de notitie dat je eigenlijk nog iets moet doen (wat vaak ook nog eens helemaal niet echt “moet”).

Het leven is soms een stuk leuker als er niet een papiertje rondslingert met alles wat je nog “moet” doen (maar wat eigenlijk helemaal niet moet).