Had die moedervlek daar maar niet gezeten! Oh, wat zou het fijn zijn als ik een andere behamaat zou passen! Ik ben vast niet de enige die regelmatig wat aan te merken heeft op kleine details aan haar uiterlijk. Gaat het niet over een misplaatste moedervlek, dan gaat het wel over het litteken op mijn knie dat ik overhield aan een mountainbike-valpartij. Ik zal niet beweren dat ik elke dag dolblij naar mijn spiegelbeeld staar en mezelf het mooiste mens op aarde voel. Hoeft ook niet! Maar het lukt me wel steeds beter om minder over bepaalde uiterlijke kenmerken in te zitten. Dit zijn 7 uiterlijke dingetjes die ik ooit mega-storend vond, maar nu zelfs een beetje waardeer.
1. De handige pigmentvlek op mijn arm
Op mijn linkerarm heb ik al zolang ik me kan herinneren een “streepje” staan. Althans, het is een pigmentvlek, maar het lijkt op een streepje dat iemand doelbewust midden op mijn arm heeft gezet. Als kleuter kwam dat markeringspunt heel goed van pas. Het verschil tussen links en rechts zat er nog niet helemaal in als de juf me zei “We gaan hier naar links”. Dit streepje was dan mijn reddende engel. Ik wist namelijk: op mijn linkerarm zit dé streep.
Ik wist toen niet beter dan dat dit ding bij me hoorde. Toch grappig dat je er als kind zo lekker nuchter in staat, maar dan later door de schoonheidsidealen en reclames over anti-pigmentvlekken-crèmes wordt “geïndoctrineerd”. Alsof je gek bent wanneer je er nul moeite mee hebt dat je lichaam met wat van die vlekjes versierd is. Gelukkig vind ik het streepje nu weer net zo leuk als ik toen ik jong was. Zelfs al weet ik inmiddels links en rechts ook zonder aanwijzing uit elkaar te houden.
2. Mijn mini-voorgevel
Als tiener greep ik standaard naar push-up-beha’s. Al het andere kwam sowieso niet door mijn kritische behakeuring heen, want ik moest en zou een manier vinden om mijn voorgevel een upgrade te geven. Ik ben dolblij dat ik nooit operaties heb overwogen (zeker nu je alle berichtgeving over de gevolgen daarvan hoort). Maar ik was wel graag in de weer met lingerie die er net wat meer van maakte dan mijn erwtjes waren. Ik weet nog dat iemand ooit tegen me zei “Wat? Heb jij echt zo’n kleine behamaat?! Daar zou ik heel onzeker van worden, hoor.” Topopmerking natuurlijk als je begin twintig bent, net met daten bent gestart en nog niet zo zeker van je zaak bent dat jij leuk dating material bent.
Toch fijn dat ik nu heel gelukkig ben met mijn kleine borsten (cup A). Ik vind dat ze bij mijn lichaamsvorm passen en vind het ook praktisch gezien wel handig dat ik weinig gewicht aan borsten hoef mee te zeulen. Sportbeha’s zijn niet nodig, want ook met een gewone beha blijft de boel wel op zijn plek zonder heen en weer te stuiteren. Dus nee, ik zit er serieus geen moment meer over in dat ik minder rijkelijk bedeeld ben aan de voorkant dan de gemiddelde Nederlandse vrouw.
Sowieso zijn alle voorgevels mooi, en is het toch juist prachtig dat Moeder Natuur iedere vrouw met een totaal ander paar borsten door het leven laat gaan.
3. Mijn (bijna) onzichtbare wenkbrauwen
Als ik YouTube mag geloven, ben ik een van de weinigen die niet maandelijks bij een brow bar ligt om haar “wenkies on fleek” te laten maken. Nu geloof ik dat YouTube daarin iets vertekend is, want ik heb nog nooit van een vriendin gehoord dat die daar ook vaste klant is. Anyway, ik ben er nog nooit geweest. Dat terwijl ik gok dat sommige mensen mijn wenkbrauwen maar ielig en onzichtbaar zullen vinden. Ikzelf ook lange tijd. Mijn wenkbrauwhaartjes zijn blond en zijn dus bijna niet te spotten. Daar komt nog bij dat ik als kleuter ooit tegen een stoelpunt aan ben gekoprold (geen aanrader!) en daar een litteken bij mijn wenkbrauw aan heb overgehouden. Lees: op die plek schitteren de wenkbrauwhaartjes in afwezigheid, waardoor ik praktisch 1/3 wenkbrauw mis.
Goh ja, je zou je er allemaal gigantisch druk over kunnen maken. Maar veel meer dan epileren doe ik niet met mijn wenkbrauwen. Dat je ze niet zo goed ziet, heeft zo zijn voordelen. Als ze dan uit de vorm (vorm? welke vorm?) zijn, dan ziet niemand dat in één oogopslag. Af en toe doe ik mijn best en smeer ik er een klein beetje lichtbruine wenkbrauwgel in. Voel ik me toch nog een beetje een persoon die zich enigszins om haar “wenkies” bekommert. Maar nee, verder zal het me worst wezen en vind ik de haartjes boven mijn ogen helemaal prima. Scheelt me veel geld aan brow bars! Bovendien zitten mijn wenkbrauwen toch achter mijn bril verstopt.
4. Mijn spierwitte (nee: lelieblanke) huid
Ik schreef al eens een artikel over de vele keren dat ik de suggestie “Goh, zou jij niet een keer naar de zonnebank gaan?” op me afgevuurd heb gekregen. Om nog maar te zwijgen over die keer dat iemand mijn huid op een foto de kleur gaf van een wortel die zojuist van de Bahama’s was teruggekomen omdat dat er volgens de foto-editor “gezonder” uitzag. Nou, als mijn altijd bleke huid die kleur zou aannemen, zou ik juist uit ernstige zorgen over mijn gezondheid bij de huisarts zitten. Een “zongebruind” kleurtje is niet gezond als je van nature een huid hebt die die kleur helemaal niet aanneemt, zoals bij mij.
Vele jaren heb ik erover gedaan om de bronzers het raam uit te kieperen en de zorgen over mijn melkflessen erachteraan te gooien.
Ik vond mijn huidkleur nooit mooi genoeg. Waarom kon ik niet gewoon met een kleurtje terugkomen uit Italië? Waarom leek het alsof ik geen zon had gezien, terwijl ik toch echt net zoveel zonuren had meegepikt als mijn – wel bruin geworden – moeder?
Ook dit boeit me niet meer zo. Ik probeer te stoppen met de term “spierwit”, omdat dat alsnog als een verkapte belediging aan mijn huid klinkt. Lelieblank it is. Ik vind dat deze kleur past bij mijn rode haar en lichte wenkbrauwen. Ik weet door de kleurenanalyse welke kleding me er gezond laat uitzien, ook zonder zonnebankkuur. En geeft iemand me toch een ongevraagde zelfbruinersuggestie, dan wuif ik die lekker weg. Laat mijn huid maar lekker wit – of nee, lelieblank – zijn. Dan kijken mensen maar weg als ze mijn melkflessen te erg vinden reflecteren.
5. Mijn sproetenkop
Ik ben een gelukkig mens als mijn sproeten zich in de zomer weer volop laten zien. Lekker eigenwijs ieder op de plek die ze zelf ooit hebben uitgekozen. Dat vind ik nu juist het leuke aan sproeten. Ze kiezen zelf waar ze opduiken, houden zich niet aan je wensen en komen lekker speels je gezicht wat vrolijkheid geven. Ik houd van mijn sproetenhoofd en draag zelfs geen foundation omdat ik dat zonde vind van de mini-vlekjes op mijn gezichtshuid. Die vlekjes mogen er van mij in volle glorie zijn.
Dat alles is heus niet altijd zo geweest. Ook dit was een van mijn grootste puberonzekerheden. Ik heb een periode gehad waarin ik dikke lagen foundation (in de compleet verkeerde tint) opsmeerde om maar een egale huid te krijgen. Ik kon stikjaloers zijn op mensen zonder die “vlekjes” overal op hun gezicht. Dan maar een plamuurlaag! Godzijdank heb ik de dikke lagen verf al heel veel jaren afgezworen.
6. Mijn ronde wangen
Toen ik herstellende was van een eetstoornis, vond ik de vorm van mijn wangen een van de lastigste dingen. Op mijn dieptepunt had ik een nogal ingevallen gezicht. Van die ooit zo kenmerkende ronde wangetjes was niets meer te bekennen. Toen ik meer dan tien kilo aankwam (wat uiteraard de bedoeling was) en daarmee mijn leven terugkreeg, voelde het alsof alle boterhammen direct aan mijn wangen bleven plakken. Ik vond het destijds vreselijk en kon hele dagen plukken aan het beetje vel op die plek.
Uiteindelijk is het helemaal goed gekomen en nu vind ik mijn wangen juist iets leuks aan mezelf. Ze horen bij mijn gezichtsvorm en ze herinneren me er elke dag aan dat ik destijds heb gekozen voor herstel en voor het leven. Zonder die wangen was mijn leven een opeenstapeling van gepieker, angst en verlangend toekijken hoe anderen de lekkerste dingen aten. Nu ik mijn leven en mijn wangen terug heb, voel ik zoveel meer levensliefde. Ik ben blij dat die wangen er weer zijn (en uiteraard dat ik nu lekker kan mee-eten van goddelijke taartjes of goed gevulde ontbijtkommen). Mijn gezichtsvorm laat me zien dat ik weer mij ben geworden na een hectische tijd, en wat ben ik daar dankbaar voor.
7. Mijn ielige armpjes
Terwijl mijn wangen moeiteloos in vorm leken te groeien, zijn mijn armen altijd dun gebleven. Bovendien zijn mijn armen hypermobiel (lees: ik kan ze op manieren draaien die er nogal creepy uitzien) en steken mijn ellebogen op een gekke manier uit. Als je mijn bovenarmen ziet, zal je niet denken dat ik jarenlang heb gebadmintond en heus wel aan planken en spieroefeningen doe. Misschien ga ik ze ooit nog trainen, maar ik heb me altijd voorgenomen dat ik dat puur wil doen voor mezelf, niet om te voldoen aan de perfecte gespierde-armen-plaatjes van anderen. Kracht heb ik overigens wel in mijn armen. Ik kan me prima opdrukken, kan moeiteloos twee minuten planken en heb tien jaar gebadmintond. Dus ergens onder die dunne armpjes zitten vast alsnog spierballen verstopt.
Ik ben in elk geval gestopt met geloven dat mijn armen te dun, te knokig, te kinderlijk of wat dan ook zijn. Het zijn gewoon mijn armen, met dat ene leuke streepje op links. Prachtig vind ik ze niet, maar oké zijn ze wel.
Het doet er allemaal niet zo toe
Dat is sowieso wat ik heb geleerd over uiterlijke kenmerken. Er zit nog zoveel in tussen jezelf bloedmooi vinden en jezelf verafschuwen. Het is prima om jezelf op die ene galajurkavond prachtig te vinden, af en toe een goede ochtend te hebben als je haar mooi zit en verder vooral vaak te denken “Ah prima, dit ben ik, helemaal oké!”. Niet schitterend, niet lelijk, maar iets ertussenin.
Focus vooral op wat je lichaam voor je doet en op wie je bent. Dan doet die gekke neus, rare moedervlek of pigmentvlek op je linkerarm er helemaal niet zoveel toe.
Wat is een uniek uiterlijk kenmerk aan jou?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
5 tips om te oefenen met dankbaarheid
Terwijl heel wat Nederlanders hun slag slaan op Black Friday, is het ook hét moment om stil te staan bij dankbaarheid. Gisteren (23 november) was het namelijk Thanksgiving, oftewel Dankbaarheidsdag. Dat leek me een mooi moment om eens niet te kijken naar wat ik niet heb of wat beter kan, maar naar alles waar ik wél dankbaar voor ben. Elke dag heeft namelijk wel iets in zich om dankbaar voor te zijn. Maar hoe vaak zeg jij eigenlijk dankjewel - hardop of in je hoofd - voor al die mooie en bijzondere dingen en mensen in jouw leven? Ik geef 5 tips om met dankbaarheid te oefenen.
Mei 2018 | De maand van…
Mei is mijn favoriete maand van het jaar. Niet alleen ben ik gek op de lente (zon! bloemen!) en is het mijn verjaardagsmaand, maar ook was het een maand met veel leuke belevenissen. Zo was ik een dag in het zuiden des lands te vinden, maar ging ik ook een dag naar de Veluwe en begon ik deze maand zowaar mijn eigen onderneming. Verder werd ik verrast met live muziek én met een boek dat me juist nu op het lijf geschreven is. Maar ook was deze maand een beetje verdrietig door het afscheid van onze Beertje. Ik praat je in dit maandoverzicht helemaal bij.
Meer kleur dragen? Dat lukt met deze 7 tips!
Ik ben niet vies van "een beetje" kleur. Voor wie mijn blog al langer volgt, is dat vast geen geheim meer. Ik was ooit een grijs muisje in onopvallende kleding, maar tegenwoordig trek ik elke dag een kleurrijke outfit uit mijn kledingkast vol bontgekleurde items. Maar meer kleur dragen, hoe doe je dat? Die vraag kreeg ik van een aantal lezeressen. Hoera, daar vertel ik graag meer over. Nu ben ik natuurlijk geen styliste, maar ik deel graag hoe ik het heb aangepakt. Maak van je outfit een feestje! Dit zijn mijn 7 tips voor meer kleur dragen.
Prachtig gezegd! En het leuke is dat ik al die dingen die je omschrijft zo ‘echt Romy’ vind. Die horen bij jou. Ik heb dat bij mezelf ook wel met bepaalde dingen. O ja, en grappig genoeg doet dit artikel me denken aan mijn eigen pigmentvlek. Ik heb er vaak niet eens erg in, maar heb een grote pigmentvlek op mijn rug. Ooit wel verstopt met de ‘juiste’ badpakken als ik ging zwemmen, maar nu dikke prima.
Je ziet er prima uit zoals je bent. Zelf vind ik het erg moeilijk, soms, om jonge vrouwen uit elkaar te houden. Er is een groep die er gewoon identiek uitziet. En dat zeg ik dan als dochter van een tweeling die ik moeiteloos uit elkaar kon houden! Prima, als mensen dat ook mooi vinden en er zelf vooral blj van worden. Maar ik ben erg blij met mensen die er niet ‘standaard’ uitzien.
Ik heb overigens mijn wenkbrauwen ook nooit aan de mode onderworpen. Of het nou het plukken was of het bij-tekenen. Nogmaals: vooral doen als je er blij van wordt! Mijn mening is helemaal niet bepalend en ik waardeer mensen er ook niet minder om.
Een aantal dingen zijn zeer herkenbaar. Ook hier een lelieblanke huid, die sommige mensen al eens commentaar ontlokt als ik blijkbaar niet bruin genoeg van vakantie terugkom… En mijn ronde wangen vervloekte ik vroeger, maar nu ben ik er blij om. Mijn man vindt ze heel mooi en ze doen er me jonger uitzien dan ik ben, wat altijd mooi meegenomen is :-).
Herkenbaar! Ik had ook complexen over mijn bolle wangen en witte vel. Heb dat wel al eens gezegd maar kreeg zelfs een paar jaar terug van een collega bijna dagelijks te horen hoe wit mijn benen waren en dat ik tomatenconcentraat moest eten. Toen zat ik er gelukkig al lang niet meer mee in. Een schoonheidsspecialiste zei ook eens dat ik ‘kale’ wenkbrauwen heb terwijl ik net vind dat vol genoeg zijn. Ze had ze toen heel dun in boogjes geëpileerd (al niet wat ik had gevraagd dus kon wel huilen) en dan ook nog ingekleurd met poeder dat tot overmaat van ramp nog eens helemaal de verkeerde kleur was.
Bij mijn ene bril zitten mijn wenkbrauwen ook achter mijn montuur, bij het andere niet dus ik laat wel af en toe de overtollige haartjes weghalen of doe het zelf maar ik pruts niet meer aan de vorm van mijn wenkbrauwen. Die vind ik perfect.
En ondertussen heb ik ook mijn bolle wangen geaccepteerd en het feit dat mijn ogen heel kleine spleetjes worden als ik lach. Kan ik toch niets aan doen en niet meer lachen is me net een brug te ver :p
Ook ik herken er heel wat dingen in. De bleke huid inderdaad. Op vakantie gaan en dan achteraf de vraag krijgen waarom ik niet gegaan was, zoiets.
En de boezem natuurlijk!
Gek genoeg heb ik best wat complexen over mijn lijf, maar mijn kleine borsten vallen er niet onder. Zou echt niet weten wat ik met ‘meer’ zou moeten doen, het zou ook gewoon niet passen. Soms wel eens balen als je een mooie blouse zoekt, en de zoveelste te wijd is omdat er niet genoeg vulling is, maar dat is dan ook het enige minpunt dat ik kan bedenken.
Vroeger moesten een vriendin en ik er ook altijd mee lachen, dat we niet zo goed bedeeld waren. In Vlaanderen spreken ze plat ook wel van ‘een balkon’ (ergens wat te vergelijken met ‘voorgevel’ denk ik 😉 ). En dan zeiden wij dat we geen balkon hadden maar een vensterbank :)…
Ik herken het helemaal. Mensen hebben ook vaak commentaar op mijn bleke huid. En dat ik maar eens naar de zonnebank moet. Het is jammer dat zoveel mensen in deze tijden alleen maar het uiterlijk kijken.