Toen ik me net had ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, vond ik LinkedIn iets om mijn vingers zéker niet aan te branden. Brr, dat enge zakelijke platform waarvan je weet dat je er iets mee “moet“, maar dat je tegelijkertijd liever links laat liggen. Op Instagram plaatste ik zonder enige moeite allerlei inkijkjes in mijn dagen. Maar LinkedIn voelde altijd als een brug te ver. Het voelde alsof ik een zakelijke versie van mezelf moest gaan spelen en elke post wel tien keer door de “Is het professioneel genoeg?”-keuring moest halen voordat-ie online mocht. Totdat ik een paar jaar geleden besloot er toch maar iets mee te doen. Maar hoe kom je van die LinkedIn-angst af? Deze 7 tips hielpen mij van mijn LinkedIn-kriebels af.
Waar komt die LinkedIn-angst vandaan?
Een tijdje geleden vertelde ik op Instagram over de LinkedIn-angst waar ik zeker een paar jaar last van heb gehad. Wat bleek? Er zijn veel meer mensen die regelmatig de zenuwen krijgen als het gaat om posten op LinkedIn, maar die wel probleemloos van alles op Instagram en Facebook gooien. Hoe kan dat toch?
Bij mij had het er deels mee te maken dat ik nog in loondienst werkte toen ik me inschreef bij de KvK. Ook al had ik mijn werkgever keurig ingelicht over deze stap, het voelde toch gek om een grootse aankondiging te wijden aan mijn nieuwe side hustle. Wat als ze zouden denken dat mijn ontslagbrief al klaar lag (wat totaal niet het geval was)?
Maar dat was zeker niet de enige reden waarom het op mijn LinkedIn-profiel lange tijd akelig stil bleef. Dit waren voor mij de belangrijkste redenen om bar weinig met LinkedIn te doen:
- Het voelde alsof ik op LinkedIn superzakelijk en serieus moest zijn, terwijl ik helemaal geen heel zakelijk persoon ben.
- Ik had het idee dat mensen op LinkedIn door een veel serieuzere bril naar je posts kijken en was daardoor nog banger dat ik een keer een tikfout zou maken.
- Bij alles wat ik plaatste, dacht ik “Dit ziet collega X, oud-klasgenoot Y of mogelijke opdrachtgever Z. Wat vinden zij er wel niet van?”. Vaak kon ik hun (veroordelende) mening in gedachten al horen.
- Ik zag dagelijks de meest sterke, inhoudelijke posts van anderen en vond dat ik daar op z’n minst aan moest tippen. De lat lag dus al hoog voordat ik ook maar een beginnetje met LinkedIn had gemaakt.
- Ik vond het een eng idee dat collega’s of opdrachtgevers mijn posts zouden zien. Wat als ze me opeens anders zouden zien wanneer ik meer stukjes van mezelf deel?
- Ik was soms bang om mensen voor het hoofd te stoten. Alleen al bij een uitspraak als “Begrijpelijke taal is beter” kun je tientallen kanttekeningen bij zetten. Na 5 mitsen en maren was ik alsnog bang er één te missen, waardoor ik de post maar als ongepubliceerd concept bewaarde.
- Of ik maakte zo veel kanttekeningen en nuances dat een post al zijn kracht verloor. Dan zette ik hem om die reden maar niet online.
Gelukkig heb ik mezelf van de LinkedIn-angst af gekregen door simpelweg veel posts te plaatsen en “actief zijn op LinkedIn” tot een gewoonte te bombarderen. Inmiddels vind ik LinkedIn oprecht leuk, doe ik er veel kennis door op, heb ik er leuke mensen door leren kennen, levert het me regelmatig een mooie opdracht op en neus ik er elke week wel een paar keer met plezier rond. Dus ja: LinkedIn-liefde kan écht ontstaan!
De foto’s in dit artikel zijn allemaal gemaakt door Sandra Stokmans.
Hoe kun je (ondanks die spanning) beginnen met LinkedIn?
Posten op LinkedIn kan dus om allerlei redenen spannend voelen. Maar de vraag is: ga je mee in de spanning en blijf je daarom maar ver weg van de “Publish”-knop? Of besluit je ondanks de spanning toch soms een post het internet op te slingeren en maar te zien wat er gebeurt? Als jij die laatste strategie wel durft te proberen, dan zijn dit 7 tips om van je LinkedIn-angst af te komen.
1. Besef dat dingen pas makkelijker worden als je begint
Actief worden op LinkedIn heb ik wel een paar jaar voor me uitgeschoven. Mijn lat lag nog hoger dan het glazen plafond. Ik vond dat een post op LinkedIn doordacht, foutloos, super-origineel en opvallend moest zijn. Mensen moesten massaal denken “Jeetje, wát een ijzersterke post!” en ik vond dat het toch wel minstens content moest zijn die mensen graag uit vrije wil met hun achterneef, oud-collega én buurman delen. Zodra ik het idee voor die ene geniale post op de plank zou hebben liggen, dán mocht ik beginnen met LinkedIn. Je snapt: mijn LinkedIn-profiel zag er 3 maanden later nog akelig blanco uit.
Als je dingen spannend vindt, kan je angst écht pas kleiner worden zodra je ze toch aangaat. En daarmee bedoel ik dat je niet alleen besluit “Ik ga het doen!”, maar het ook echt doet. Je kunt pas je LinkedIn-angst temperen áls je dingen online zet op LinkedIn. Zelfs als je de post niet je beste levenswerk ooit vindt (dat hoeft het ook niet te zijn!). Stap over je drempelvrees heen en plaats dat bericht.
En laat het daar dan niet bij: plaats één of twee weken later nog eens een bericht, en daarna nog eens. Maak er een gewoonte van om berichten op LinkedIn te delen.
Pas als je consequent posts plaatst, kan de spanning afnemen en ga je merken dat je LinkedIn-angst nergens voor nodig was.
2. Kinderachtig maar goed: zet “plaatsen op LinkedIn” in je agenda
Dit klinkt misschien suf en overgestructureerd, maar ik zet LinkedIn-plaatsingen altijd in mijn agenda. Dan wordt het namelijk geen “Eens kijken of ik er deze week zin in heb”-ding, maar echt een afspraak met mezelf. Ik koppel er alvast een dag aan en reserveer er tijd voor in mijn dagplanning. Dan is de kans namelijk veel kleiner dat ik de LinkedIn-post voor me uitschuif. En als ik deze taak al verplaats, dan koppel ik er meteen een andere dag aan en wordt het alsnog geen “voor (n)ooit”-ding.
Dus heb jij moeite om van posts delen op LinkedIn een gewoonte te maken? Zet het als concrete taak in je agenda. Koppel er een dag en tijdstip aan. Reserveer er een bepaalde tijdsduur voor en ga er die dag voor zitten. En probeer er meteen iets terugkerends van te maken. Dus bepaal of je wekelijks, tweewekelijks of maandelijks iets plaatst en blok er direct tijd voor in je digitale agenda. Want zoals voor wel meer dingen geldt: hoe vaker je het doet, hoe meer het een routine wordt.
3. Zet het in perspectief: jij bent geen Michelle Obama
Iets waar ik in het begin tegenaan liep, was dat ik mijn eigen LinkedIn-posts onder een driedubbel vergrootglas legde. Bij plaatsen op Instagram kwam nul onzekerheid of twijfel bij kijken. Maar zodra ik iets op LinkedIn ging delen, voelde het opeens alsof ik mijn superserieuze pet moest opzetten en alsof alles wat uit mijn vingers zou komen prijswinnende, baanbrekende content moest zijn. Ik had het idee dat mensen op LinkedIn bloedserieus kijken naar wat je plaatst. Daar zitten tenslotte wel professionals, dacht ik dan. Dus ik moet nu wel écht met iets komen. Anders denkt die oud-collega van mijn bijbaantje van 10 jaar geleden misschien opeens heel slecht over me.
Wat me in zulke gevallen helpt, is in perspectief zetten hoe (on)belangrijk jouw post eigenlijk is. En nee, dat zeg ik niet om je onzeker te maken. Maar jij bent waarschijnlijk geen Michelle Obama (en mocht je dat wel zijn: I feel honoured, Michelle, thank you for reading here) en ook geen Prins Willem-Alexander, Mark Zuckenberg of een andere grootsheid van wie elke post binnen één minuut al een paar duizend keer is bekeken.
Nee, een handjevol mensen leest je post. Ze bekijken echt niet iedere letter zo nauwkeurig als jij dat doet. En als je een keer een oninteressante post maakt, dan is iemand dat een kwartier later (of zelfs na een paar seconden) alweer vergeten. Dus maak het niet te groot. Je gaat gewoon iets plaatsen. Sommige mensen lezen het; anderen scrollen er vluchtig voorbij en weer anderen zien het niet eens. Het is maar een post. Een paar seconden later laten mensen hun ogen alweer over een andere post gaan. En maak je een keer een fout? Dan onthouden mensen het niet tot in de eeuwigheid of is die typo zo aangepast.
4. Geef jezelf een tijdslimiet per post
Over mijn eerste LinkedIn-post deed ik welgeteld 2,5 uur. Kun je het je voorstellen? Ik liet de post langs een driekoppige jury (waarschijnlijk bestaande uit Bart, mijn vader en een vriendin) gaan voordat ik hem met de wereld durfde te delen. En toen nog bewaarde ik hem een paar uur veilig in een Word-document voordat iemand anders dan dat drietal de tekst mocht lezen. Elke letter werd zorgvuldig afgewogen, van de beginzin had ik al vijf versies bedacht en ook de afbeelding bij de post had ik al eindeloos getweakt in Canva. Het mocht wat tijd kosten voordat mijn post het levenslicht zag.
Herken jij ook maar iets van dat geploeter, gestoei, geschrap en geschuif met je post? Geef jezelf dan – net als ik tegenwoordig doe – een tijdslimiet. Ik gun mezelf voor iedere post (inclusief plaatsing, foto uitzoeken en doorplaatsing op Instagram) maximaal 1 uur. Meer tijd plan ik er niet voor in op een dag, dus tijd voor perfectionistische puntjes op de ‘i’ is er ook simpelweg niet. Daardoor weet ik: na 15 minuten schuiven met Canva voor een perfect plaatje is het wel mooi geweest. En na 3 alternatieven voor een beginzin bedacht te hebben, moet ik er maar gewoon één kiezen.
Die tijdslimiet maakt plaatsen op LinkedIn voor mij überhaupt haalbaar. Ook houdt het LinkedIn voor mij leuk, omdat ik geen tijd heb om in overmatig perfectionisme te vervallen.
5. Blijf ook op LinkedIn dicht bij jezelf
In het begin vond ik LinkedIn maar een moeilijk platform. Op Instagram en Facebook kon ik lekker mezelf zijn, humor gebruiken en schrijven over wat mij bezighoudt. Maar het voelde alsof ik op LinkedIn niet echt “mij” kon zijn. Ik hees mezelf in een bloedserieus jasje en zette de zakelijke-professional-pet al op zodra ik LinkedIn opende. Niet gek dat de wekelijkse LinkedIn-post toen nog als een moetje voelde.
Pas twee jaar geleden realiseerde ik me dat je beginnen op LinkedIn op jouw manier mag aanpakken. Natuurlijk zijn er LinkedIn-experts met ieder een eigen visie op hoe je een post goed opbouwt en wat er wel en niet in mag. Maar zelfs al zijn er mensen die menen precies te weten “hoe het heurt”, je mag het altijd op jouw manier doen. Zodra je jezelf toestaat om op LinkedIn dicht bij jezelf te blijven, wordt posten opeens leuk in plaats van een drempel-ding.
Dus:
- Laat los dat elke post superwaardevolle tips moet bevatten. Je mag ook een keer je mening over je vakgebied uiten, bloopers delen, een vraag stellen, een inzicht meegeven, vertellen over iets wat je opvalt of wat je leuk vindt, etc. Zodra je posts gaat maken waar jij blij van wordt, maak je beginnen met LinkedIn direct vele malen leuker.
- Voel je vrij om iets persoonlijks te delen. Er bestaan uiteraard grenzen (ik zou niet per se op LinkedIn zetten dat je aan de diarree bent en in een ellendig conflict met je buurman zit). Maar ik geloof dat zakelijk en persoonlijk prima kunnen samengaan. Zo maakte ik eens een bruggetje tussen mijn voorliefde voor diepvriesananas (want: alvast in blokjes gehakt!) en in blokjes opgeknipte teksten (ook alvast behapbaar gemaakt!). Ik vind zelf júist dat posts meer gaan leven als je ook een stukje van jezelf toont. Jij beslist zelf hoe ver of niet je daarin gaat natuurlijk. Maar denk sowieso niet te snel “Het moet wel zakelijk blijven”.
- Laat los dat alles wat je schrijft superorigineel moet zijn. Bijna alles is al ooit ergens gedeeld of gezegd. Alleen nog niet door jou en niet op jouw manier. Dus voel je vrij om het alsnog te delen. Voor jou voelt iets misschien niet superuniek, maar voor je volgers kan het wél heel verrassende informatie zijn.
- Voeg eens foto’s toe die niet in het standaard werknemer-zit-achter-computer-plaatje passen. Zo liet ik laatst foto’s maken voor mijn nieuwe site waarop ik op een stapel boeken zit, door een vergrootglas tuur en houten letters uit de oven haal. Niet standaard, maar wel écht mij. Ook daarin mag je best jezelf zijn. En heb je geen superprofessionele foto? Plaats een minder professioneel beeld. Het hoeft niet perfect.
- Denk niet dat je elke uitspraak hoeft te nuanceren. Ja, soms maak je een stelling waar iemand het niet mee eens is. Maar die onenigheid levert dan hooguit een leuke discussie, een nieuw inzicht, soms een niet-constructieve reactie om lekker te negeren, en soms een ontvolg op van iemand die toch niet jouw persoon is. Dus voel je vrij om al die “misschien”- en “tenzij”-nuances er een keer niet tussen te wroeten.
6. Besef dat weinig likes een post niet slecht maken
Heb je net al je ziel en zaligheid in een post gestopt en krijg je er niet veel meer reactie op dan een duimpje omhoog van je partner en één van je altijd supportende vriendin? Ga dan niet meteen aan jezelf twijfelen. Er bestaat zoiets als een irritant algoritme. Op elke sociale medium trouwens.
Als mensen jouw post nauwelijks bekijken of niet op de befaamde ‘duim omhoog’-knop klikken, dan betekent het niet meteen dat jouw post afgezaagd, oninteressant of slecht is. Misschien heb je je post geplaatst op een moment dat iedereen net een lunchwandeling maakte, last kreeg van een middagdip-inkakker, bij het schoolplein stond of vakantie aan het vieren was met een mojito in een hangmat. Of wellicht had je domme pech en besloot de techniek achter LinkedIn zonder reden om je post slecht zichtbaar te maken.
Dus laat je niet tegenhouden om te blijven posten als je misschien niet de vele lovende reacties of enthousiaste duimpjes omhoog krijgt waar je op had gehoopt. Wie weet is je volgende post wél een succes.
7. Laat los dat iedereen je altijd leuk en interessant moet vinden
Ja, misschien vinden mensen een post niet zo boeiend. Wellicht scrolt je beste vriendin je posts ongezien voorbij omdat ze jouw zakelijke ” jij” minder leuk vindt dan hoe je bent tijdens een avond samen thee drinken. En wie weet zijn er (oud-)collega’s die je wel erg aanwezig vinden op LinkedIn. Maar vergeet niet dat mensen altijd iets van je vinden. Zodra je jezelf laat zien, zijn er altijd mensen die een mening over je hebben.
Ook als je een verhaal vertelt bij een kringverjaardag met onbekenden, kan er altijd iemand zijn die je stem stom, je mening raar of je onderwerpen oninteressant vindt. Dat betekent niet dat jij maar je mond moet houden of je verhaal zo moet tweaken dat ook die ene afgehaakte persoon alsnog op het puntje van de stoel zit. Het betekent gewoonweg dat dit jouw persoon niet is. Dat is prima.
Als je jezelf dat ook inprent bij het posten op LinkedIn, gaat de drempel om te beginnen met LinkedIn al een stukje omlaag. Ja, er zullen mensen zijn die kritiek hebben. Mensen die je ontvolgen. Of mensen die je LinkedIn-posts überhaupt niet lezen. Maar focus niet op die paar mensen. Focus op de mensen die jij wél enthousiast maakt met de meningen, tips, verhalen en informatie die je deelt. Je doet het niet voor iedereen; je doet het voor dát enthousiaste groepje. En hoe meer jij trouw blijft aan jezelf, hoe meer je mensen aantrekt die je leuk vinden zoals je bent. En hoe leuker LinkedIn vanzelf wordt.
Herken jij iets van die LinkedIn-spanning?
En P.S. Zijn wij eigenlijk al geconnect op LinkedIn? Stuur me gerust een verzoek 🙂
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
Mijn overstap op dierproefvrije cosmetica: hoe bevalt het?
Ongeveer twee maanden geleden maakte ik de keuze om alleen nog maar dierproefvrije cosmetica te gebruiken. Die keuze maakte ik min of meer van de ene op de andere dag. Ik had er nooit zo bij stil gestaan dat er anno 2016 nog steeds dierproeven plaatsvinden. Door een aantal blogs kwam ik erachter dat de waarheid helaas anders is. Ik besloot dat ik op deze manier iets wilde bijdragen aan het welzijn van dieren. Hoe is deze keuze me de eerste maanden bevallen?
19 dingen die ik deze zomer wil gaan doen
Terwijl ik nog een paar weken aan het knallen ben voor werk, komen de geblokte pagina's met "Zomervakantie" in mijn agenda steeds dichterbij. De zomer is in aantocht. De vakantie, de terrasjes, de relaxte niets-moet-alles-mag-dagen, de avonden die eindeloos lijken te duren en waarop de zon om tien uur nog niet onder is - ik heb er als een kind zoveel zin in. Omdat voorpret onderdeel is van de zomerpret, maakte ik alvast een lijstje. Dit zijn 19 dingen die ik sowieso wil doen deze zomer (vooral in mijn 2 weken vakantie). Willen, niet moeten uiteraard. "Niets moet, nietsen mag!" blijft het credo.
Ik in bikini? | Na 10 jaar wil ik het weer proberen!
Bikinistress, wie kent het niet? Al in maart lees je overal tips om een bikini-body te creëren. Vrouwen willen op tijd een zomerkleurtje hebben, duiken de sportschool in of voelen zich onzeker over hun welbekende B's (billen, benen, buik en borsten). Mijn onzekerheid over mijn lichaam zorgde ervoor dat ik al minstens 10 jaar geen badkleding meer heb gedragen. Een bikini, tankini of zelfs een badpak kwam mijn zomerkoffer in. Toch belandde er dit jaar weer eens een bikini in mijn online winkelmandje. Als stok achter de deur om mijn bikinistress voor het eerst na al die jaren aan te pakken!
LinkedIn is mijn enige sociale media outlet. Juist omdat het geen fb of insta is. En juist omdat je ook wel eens iets van pushback krijgt. Ik heb er hartstikke leuke contacten. Posts hoeven ok niet lang te zijn. Heerlijk.
Helemaal mee eens: ook ik heb er leuke contacten (soms zelfs mooie opdrachten) uit gehaald en vind het nu een heel leuk platform. Maar ik moest er wel even de LinkedIn-angst voor zien te overwinnen voordat dat zo was 😉
Oh ja dat herken ik wel! Goede tips, wie weet ga ik ooit nog eens iets met m’n Linkedin doen haha