Op vakantie wordt genieten opeens bijna kinderspel. Je strijkt (bijna) dagelijks neer op leuke terrasjes, wordt wakker in een mooie omgeving en kunt je wekker verzetten naar een paar uur later. Tel daarbij op dat je de slogan “eten wat de pot schaft” even kunt laten voor wat hij is én op standje ‘relaxed’ kunt leven en de vakantiepret is compleet. Mijn vakantie zit er alweer op, maar gelukkig kan nagenieten altijd nog. Daarom zet ik 25 kleine blijmakers op een rij die mijn vakantie nóg leuker maakten.

1. De bus pakken in je eigen dorpje in het Groene Hart met de gedachte “Morgen loop ik door Venetië!”.
2. Onszelf er keer op keer over verbazen als we weer op tijd of de plek van bestemming aankwamen. Yay voor Google Maps!
3. Het mooie eiland Burano (bij Venetië) tegemoet varen en mezelf bijna moeten inhouden om niet van de boot af te stuiteren van enthousiasme bij het zien van alle kleurrijke huisjes.
4. In Venetië een hoed tegen het lijf lopen en die de rest van de vakantie niet meer afzetten.
5. Dankbaar zijn voor de vele zuilenbogen in Bolognadie heel wat verkoeling bieden (én prachtig zijn!).
6. Waterkraantjes op straat spotten. Een geniale uitvinding in de Italiaanse steden, zeker als het 37 graden is!
7. Na een warme wandeling uitgeteld neerploffen op een terrasje en daar een kan water nog net niet in één teug leegdrinken.
8. Na verloop van tijd Italiaanse woorden herkennen en ook in het Italiaans wegwijs worden op de stations.
9. Na een dag citytrippen een boek openslaan en verder niets doen (op lezen na dan; alleen een boek openslaan is ook zo wat).
10. Fijne gesprekken voeren met mijn moeder terwijl we het mooie Italiaanse landschap voorbij zien razen.
11. Stedentripervaringen uitwisselen met Belgische toeristen die naast ons zitten. Wij hielden een verkooppraatje voor Amsterdam. Nee hoor, ik heb geen aandelen!
12. In de supermarkt in Bologna als echte Hollanders staren naar de taferelen waarbij klanten wel tien kortingsbonnen met de hand invullen bij de kassa. Mijn moeder en ik – beide liefhebbers van efficiëntie – keken elkaar aan: “Een bonuskaart misschien een slim idee?!”.
13. In het magische Cinque Terre foto’s maken (blauwe lucht, geweldig landschap, helder water!) waarvan ik zelf nog steeds nauwelijks kan geloven dat het geen Google-afbeeldingen zijn.
14. De afwisseling van drukke steden, berglandschappen, rotsen aan de zee en vlakke weilanden in Noord-Italië.
15. Een praatje maken met een Italiaan die wél verrassend goed Engels spreekt. 
16. En bij andere Italianen ontdekken dat je met handen- en voetenwerk gelukkig ook een heel eind komt.
17. Ontdekken dat de Italiaanse supermarkten tegenwoordig ook aan vegetarisch eten “doen”. Driewerf hoera voor de drie schappen vol met vleesvervangers!
18. Onszelf daarna verbazen over de 5 (!) gangpaden met alleen maar pasta. Je bent in Italië of niet!
19. Besluiten dat een Desigual-jurk met een flink prijskaartje de beste souvenir is voor onze reis. Goed excuus!
20. Na een flinke wandeling zeker weten dat het een slimme zet was om sneakers in mijn koffer te stoppen.
21. In Verona pasta tegenkomen in een – ahum – bijzondere vorm (zie foto). Weer eens een andere souvenir dan een magneet!
22. De vlaggetjeslijnen die zijn opgehangen in de dorpjes in Cinque Terre.
23. Een spelletje “Spot de Nederlander!” spelen met mijn moeder en daarbij bijna altijd goed gokken wie van de toeristen Nederlands is.
24. De pittoreske Italiaanse straatjes met pizzeria’s en bebaarde Italiaanse obers op de foto vastleggen.
25. Thuiskomen in de Hollandse regen in onze zomerse outfits en dat stiekem héérlijk vinden na een week geen enkele regendruppel of briesje te hebben gevoeld.

Wat was jouw lichtpuntje van de afgelopen (zomerse) weken?