“Je moet wel elke dag doen wat je leuk vindt.” Die uitspraak hoor je tegenwoordig zo vaak dat je er haast acute jeukneigingen van zou krijgen. Toch kop ook ik hem er nog eens in. Ik die ooit ook dacht dat je onmogelijk elke dag leuke dingen kunt doen. Er moet toch brood op de plank komen, agenda’s slibben voor je het weet dicht en niet met elke passie is nu eenmaal geld te verdienen. Dus ja, hoe doe je dat dan, doen wat je leuk vindt? Inmiddels geloof ik dat het écht wel kan: dagelijks dingen doen die je leuk vindt. Soms is het alleen op een andere manier dan je denkt. En zit het obstakel ‘m niet in het gebrek aan mogelijkheden, maar eerder in angst. Ik deel graag 9 tips waarmee ook jij meer kunt doen wat je leuk vindt.

Doen wat je leuk vindt: een dooddoener?

Ik heb dat dus altijd een lastige uitspraak gevonden. Ik dacht dat mensen dat maar gewoon zeiden omdat het zo mooi klonk, maar geloofde er geen snars van dat het praktisch haalbaar was.

Het begon bij mij ergens halverwege de middelbare school. Toen ik een studie moest kiezen, was mijn eerste ingeving om te gaan voor een studie die me de beste baankansen zou opleveren. Ik overwoog om economie te studeren, neigde later naar rechten, woonde een open dag bij voor communicatiewetenschap en besloot me uiteindelijk in te schrijven voor psychologie. Met een psychologie-diploma op zak kom je vast goed terecht, redeneerde ik. Maar al bij college 1 voelde ik me niet op mijn plek. Als mensen vroegen wat ik met mijn studie wilde worden, riep ik standaard “journalist bij Psychologie Magazine”, omdat ik schrijven veel leuker vond dan me verdiepen in plaatjes van hersenen.

Ik realiseerde me na de introductieweek dat ik deze studie niet had gekozen omdat ik het leuk vond, maar omdat ik dacht dat bekenden het een slimme keuze zouden vinden. In de weken die volgden, leerde ik voor het eerst om mijn hart meer te laten spreken. Halsoverkop kon ik nog switchen naar de studie Nederlands. Ik had geen idee wat ik ermee wilde worden, maar ik was gelukkig met wat ik studeerde en stortte me met plezier op elk vak. Ik wist: nu doe ik wat ik leuk vind en dat is veel meer waard dan wat het wel of niet goed doet op je LinkedIn-pagina.

Waarom doen wat je leuk vindt belangrijk is?

Ik heb zelf gemerkt wat het met je doet als je iets doet wat je niet leuk vindt. Zeker als dat “iets” toevallig ook nog je werk is, kan dat je helemaal leegzuigen. Ik zat zelf ooit in een baan tegen een bore-out aan, omdat ik echt niet blij werd van wat ik deed en de uitdaging miste. Na een tijdje zag ik op zondagmiddag al op tegen de eerste werkdag van de week.

Dát illustreert meteen waarom het belangrijk is om te doen wat je leuk vindt. Wanneer je dingen doet die je plezier geven, sta je niet op met tegenzin. Je sluit de dag met een voldaan gevoel af. Je zucht niet direct zodra de wekker gaat (tenzij je de nacht ervoor iets te laat in je bed bent gekropen). En je hebt meer energie. De dingen die je doet, brengen je positiviteit in plaats van dat ze alle energie uit je zuigen.

Als je in een elke-dag-met-tegenzin-situatie zit, kan het voelen alsof de situatie onveranderbaar is. Dat idee had ik ook toen ik in die baan zat. Mijn werk opzeggen voelde als een no-go, gesprekken met mijn baas had ik al een paar keer gevoerd en ik wist niet goed wat ik dan met de situatie aan moest. Maar toen ik me serieus ging verdiepen in de opties, bleken er wel degelijk uitwegen om meer te doen wat ik leuk vond. Mijn situatie zag er niet binnen 24 uur totaal anders uit, maar ik kon wel stapjes zetten richting een leukere situatie. Met elke stap maakte de tegenzin op de vroege ochtend meer plaats voor een glimlach.

Oftewel: jij kunt de situatie veranderen als je nu tot het tegenzin-op-zondagavond-kamp behoort. Dit zijn 9 tips waarmee je meer kunt doen wat je leuk vindt.

1. Bedenk wat “doen wat je leuk vindt” voor jou betekent

Als je niet helemaal op je plek zit, ben je misschien meer gefocust op wat je niet leuk vindt dan op wat je wél wilt. Je weet dat je nooit meer in energieslurpende twee uur durende vergaderingen de minuten wilt wegkijken. Maar wat je dan wel wilt doen? Geen idee. Of je hebt wel wat vage ideeën, maar schiet die al snel af met de opmerking “Kan toch niet!”.

Maar wat nu als jouw mooie plannen wél haalbaar zijn? Of als we in elk geval doen alsof alles kan?

Stel: je leeft in een wonderwereld waarin geld, tijd en diploma’s geen rol spelen. En waarin geen vervelende collega’s rondwandelen en elke leidinggevende maar al te graag met je meedenkt. Wat zou in dat ideale scenario “doen wat je leuk vindt” voor jou inhouden? Maak een collage of schrijf een verhaal over hoe jouw droomleven eruitziet als je op dit moment alleen nog maar zou doen wat je leuk vindt. Hoe zou je je uren in een dag besteden? Wat doe je als je opstaat? Op wat voor plek ben je? Wat doe je voor werk? Wie zijn er om je heen?

Als je dat heel levendig voor je ziet, is dat 1) goed om de positieve energie aan te wakkeren, en 2) helpend om te kijken wat “doen wat je leuk vindt” voor jou inhoudt. Kijk eens welke terugkerende elementen je uit dit verhaal of uit deze collage kunt plukken. Zie je bijvoorbeeld dat je in jouw droomleven meer met mensen werkt? Wil je meer nieuwe dingen leren of creatiever werk doen? Maak een lijstje van de punten die je opvallen. Dat is een fijn startpunt om toe te werken naar een leven waarin je meer leuks hebt. Je stip op de horizon.

2. Kijk verder dan de droombaan (dat is niet de enige weg)

Bij de uitspraak “Je moet doen wat je leuk vindt” denk je misschien al snel aan werk. Als je geen geweldige baan hebt, is de gedachte aan een nieuwe functie heel logisch. Maar dat is echt niet de enige optie als je op dit moment niet helemaal op je plek zit. Soms is een nieuwe baan financieel geen handige zet of blijkt je niet-zo-fantastische baan zo erg nog niet als je het combineert met iets anders.

In mijn artikel over multipotentialisme ga ik hier ook op in. Ik heb zelf bijvoorbeeld lange tijd een loondienstbaan gecombineerd met schrijfwerk als freelancer en mijn eigen blog. Ondanks dat ik mijn baan niet geweldig vond, kwam ik zo alsnog aan mijn creatieve trekken. Op zo’n manier kun je zelf een situatie creëren waarin je – door wat je náást je werk doet – toch elke dag doet wat je leuk vindt.

3. Probeer meer nieuwe dingen

Misschien weet je zelf ook nog niet exact wat je leuk vindt. Sta in dat geval open voor nieuwe dingen. Dat werkt voor mij goed om te ontdekken wat ik nog méér leuk vind en of daar misschien een nieuwe lievelings-tijdsbesteding tussen zit. Zeker als je – zoals ik – houdt van afwisseling en soms op dingen uitgekeken raakt, is het fijn als je regelmatig iets nieuws doet of leert. Soms zal je na poging #1 en #2 denken “Nah, niet mijn ding!” (zoals ik had toen ik me met mijn motorische onhandigheid aan zumba waagde), maar het kan je ook zomaar op ideeën voor een nieuwe hobby of passieproject brengen.

Schrijf je bijvoorbeeld in voor een cursus om alles over een nieuw onderwerp te leren, lees boeken om je ergens in te verdiepen of doe op creatief vlak iets wat je nog nooit hebt gedaan. Ga bijvoorbeeld een keer pottenbakken, probeer een workshop tangodansen, meld je aan voor een schrijfcursus, ga een keer mee met een vriendin naar haar yogales of doe iets anders waarvan je denkt “Geen idee of ik het kan, maar ik ga het proberen!”.

Nog een aanrader: duik in de wereld van persoonlijke ontwikkeling. Lees zelfhulpboeken, luister podcasts of volg bijvoorbeeld een cursus rondom persoonlijke effectiviteit. Je kunt specifiek leren om beter te worden in bepaalde skills (zoals timemanagement, communicatie of feedback geven) of je kunt je erin verdiepen hoe je zelfverzekerder op je doel afgaat.

4. Vertel dat je vastzit (of nog beter: vertel wat je wel wilt)

In je eentje je leven omgooien is vaak knap lastig. Je baan verandert zich niet vanzelf en je kunt ook niet in je eentje besluiten je takenpakket eens in de centrifuge te gooien, zodat er iets anders uit rolt. Praat er daarom over met anderen, hoe spannend dat ook is. Geef bijvoorbeeld bij je leidinggevende aan dat je uitdaging mist in je werk.

Hik je er nu al tegenaan om zo’n gesprek aan te gaan? Ik snap je helemaal als iemand die ook een haat heeft aan lastige gesprekken. De tip die voor mij altijd werkt? Een goede voorbereiding helpt je om het wél te durven. Ik wist daardoor: ook al raak ik overweldigd tijdens het gesprek of komt mijn boodschap er als een ongeorganiseerde woordenbrij uit, ik heb altijd dit briefje om op terug te vallen. Wat ook helpt? Een communicatie-training! Daarbij leer je hoe je krachtiger communiceert, goed luistert en nog meer haalt uit je eigen verbale en non-verbale skills. Ook handig bij lastige gesprekken!

Ben je nog niet zover dat je er met je baas over wilt praten? Of zit het vastlopen bij jou ergens anders dan in werk? Praat er dan vooral met familie, vrienden of eventueel een coach over. Ik heb zelf gemerkt dat het handiger is om niet je hele kennissenkring er meteen bij te betrekken. Hoe meer mensen je erbij betrekt, hoe meer meningen je ook krijgt om bij je keuze mee te nemen. Dus ik zou hooguit met 2-4 mensen in gesprek gaan van wie je weet “Zij kunnen hier goed over meedenken!”. Dat scheelt jou onnodig wikken en wegen.

5. Stippel je route uit en begin met één eerste stap

Je weet door het moodboard of je ideale-leven-beschrijving welk scenario jouw droombestemming is. Op dat punt komen kan nu nog ver en onbereikbaar voelen. Maar geen nood: je kunt het stap voor stap aanpakken. Met elke stap merk je hoe je iets dichter bij je doel komt. Dat motiveert en geeft je het gevoel dat je er daadwerkelijk komt. Begin met één enkele stap en koppel daar een deadline aan.

De eerste stap is vaak het allerspannendst van de hele rit, dus het helpt als je er een deadline aan verbindt. Dat motiveert om niet in “Morgen weer een dag!” te vervallen.

Bedenk na die eerste stap ook een stap 2 en 3. Maak de stappen zo klein of groot als op dit moment bij je past. Als je maar zorgt dát je steeds stappen op de plank hebt liggen en dat je nieuwe stappen blijft zetten. Stappend vooruitgaan heeft een domino-effect. Met elke stap die je zet, voelt de stap erna minder eng en lastig. Steeds ietsje verder komen, motiveert om bezig te blijven. Zo zal je merken dat die stip op de horizon na een tijdje zo ver weg niet meer is.

6. Maak er tijd voor vrij (en laat je FOMO los)

Bijna niemand heeft toevallig nog een tijdoverschot op de plank liggen. We worstelen massaal met volle agenda’s en gebrek aan gaatjes voor nieuwe dingen. De verleiding is dan groot om te zeggen “Nu is niet het moment. Dit doe ik wel als ik meer tijd heb!”. Maar het lastige is dat er meestal geen zakjes met extra uren in een dag uit de lucht komen vallen. Hooguit op de wintertijd-dag dat de klok een uur achteruit gaat. Maar laten we dáár niet op wachten.

Als je meer wilt doen wat je leuk vindt, vraagt dat om stappen zetten. En stappen kosten tijd. Ga er daarom vanuit dat dit een “project” is waar vrije uren in gaan zitten. Als je een onderneming wilt opbouwen naast je fulltime baan, dan betekent dat soms in het weekend doorwerken. Of een keer een thuisdiner bij je vrienden afzeggen. Wanneer je een cursus volgt, dan ben je misschien af en toe een avond weg. Het kan zomaar zijn dat Netflix je daardoor komende tijd minder vaak verwelkomt dan eerst.

Dingen opgeven is misschien zuur, maar je doet het uiteindelijk met een doel voor ogen. Dus blok die tijd in je agenda en accepteer dat je daarvoor soms andere dingen moet laten schieten. Er komt een moment waarop je ziet dat die opgeofferde tijd het waard was.

7. Omring je met mensen die je cheerleaden

In bijna elk zelfhulpboek lees je wel ergens terug dat het belangrijk is om een supportteam te verzamelen. Dat is uiteraard geen fanclub van mensen die voor dranghekken staan te popelen om jou te cheerleaden naar de finish. Maar het zijn wel mensen die je aanmoedigen om vooral te doen wat je leuk vindt. Als je het nog spannend vindt om een sprong te wagen, is het superfijn als je omgeving je dat duwtje in de rug kan geven in plaats van je extra aan het twijfelen te brengen.

Iedereen heeft waarschijnlijk wel tegenhouders in zijn omgeving. Van die mensen die het beste met je voorhebben, maar het ook een tikkeltje spannend vinden als jij dreigt te veranderen. Of als je een keuze maakt die zij niet zouden maken. Hoewel die mensen het niet slecht bedoelen, is hun reactie niet fijn als je zelf al genoeg twijfelgedachten hebt. Heb jij zo iemand dicht bij je staan? Kijk dan of je jouw plannen met anderen kunt bespreken dan met die niet-cheerleadende persoon. Praat er bijvoorbeeld over met vrienden die ook al eens een grote stap hebben gezet.

Ook fijn: ga op zoek naar een “buddy”. Dat is iemand die in hetzelfde schuitje zit als jij en misschien tegen vergelijkbare dingen aanloopt. Soms is het lastig om bij jezelf de oplossingen te zien, terwijl een ander die feilloos bij je kan aanwijzen (en andersom).

8. Leer jezelf beter kennen

Wat mij het allermeest heeft geholpen om te doen wat ik leuk vind, is ontdekken wie ik eigenlijk ben en wat bij me past. Dat klinkt meteen heel hoogdravend. Maar ook dit kun je op een simpele lijstjesmanier aanpakken. Als je ergens in vastloopt, dan kan dat allerlei oorzaken hebben. Wat speelt bij jou? Waarom zit je niet op je plek? Hoe is dat zo gekomen? Door daarin te duiken, kun je je valkuilen ontdekken. Ook kom je er misschien achter waarom deze werkomgeving niet ideaal is voor jou en brengt het je een stap dichter bij wat je wél wilt.

Ik merkte bijvoorbeeld dat ik het niet leuk vond om de hele dag met maar één thema en onderwerp bezig te zijn. Ik zocht meer afwisseling en dat bleek lastig te vinden in het type werk dat ik deed. Werken als freelancer of bij een bureau zou meer bij me passen. Verder merkte ik dat ik het lastig vond om mijn wensen uit te spreken. Ik zat vast in “Zo gaat het hier nu eenmaal”-overtuigingen. Doordat ik me niet uitsprak, liep ik regelmatig tegen frustraties aan. Het leerde me dat ik vaker proactief zelf aan de bel moest trekken als ik verandering wilde.

Als je weet waar jij goed in bent en waar je energie van krijgt, kun je ook je plannen en de weg daarnaartoe daarop afstemmen. Ik weet bijvoorbeeld dat ik goed ga op structuur en een concrete planning. Als ik met mezelf afspreek “Dat ga ik wel een keer doen”, is de kans groot dat het plan in de ijskast belandt. Maar als ik er een planning aan hang en die in mijn agenda noteer, dan maak ik er wél werk van.

9. Geloof dat dit je gaat lukken

Dingen anders doen en oude patronen bij het vuilnis zetten, vraagt om lef. En vooral om het vertrouwen dat dit jou goed afgaat. Dat is misschien nog wel het lastigste van al deze tips. Iemand opbellen is op zich een kleine praktische handeling. Maar er zit iets groters onder: dúrf jij te geloven dat je dit doel kunt bereiken? Kun jij geloven dat je pitch misschien wel wordt geaccepteerd, dat jij best een succesvolle ondernemer kunt worden of dat je baan uitdagender kan zijn? Kortom: geloof jij dat het je – met de stappen die je nu zet – gaat lukken om te doen wat je leuk vindt?

Laat los dat je pas meters kunt maken zodra je X of Y hebt bereikt. Of dat andere mensen wel kunnen doen wat ze leuk vinden, maar dat dat in jouw leven niet past. Zodra je vertrouwen hebt in wat jij zelf in gang kunt zetten, ben je al een heel eind op weg richting je doel.

Geloof dat je beter kunt worden in dingen die je nu nog spannend vindt en dat het mogelijk is om dingen te veranderen. Als je er maar voor blijft werken en blijft denken in kansen. Misschien kun je je leven geen 180-graden-draai geven en pakt het iets kleiner uit. Maar ook dat is oké. Focus op wat wel kan en ontdek gaandeweg dat dat meer is dan je misschien beseft.

Wat betekent “doen wat je leuk vindt” voor jou?