Eten fotograferen is een vak apart. Hoe zorg je ervoor dat jouw overheerlijk smakende ovenschotel er op de foto ook uitziet om je vingers bij af te likken? Of dat iemand anders van jouw ontbijtkiekje ook direct trek krijgt om de oven aan te zetten en het na te maken? Dat vroeg ik me heel lang ook af. Vorig jaar volgde ik een cursus foodfotografie en sindsdien heb ik er een heuse hobby bij. Eten fotograferen op een kunstige manier is een leuke uitdaging, waar ik nog steeds elke dag wat over bijleer. Mijn beste 15 tips voor foodfotografie deel ik graag met je.
Eten fotograferen, hoe pak je dat aan?
Sinds een jaar heb ik de kook- en bakliefhebber in mezelf helemaal ontdekt. Naast dat ik het leuk vind om in de keuken te staan (en daarna natuurlijk zelf mijn tanden in mijn – hopelijk – goed gelukte creaties te zetten), deel ik ook graag recepten op mijn blog. Het liefst met een foto erbij die het gerecht of baksel op z’n aantrekkelijkst laat zien. Dat laatste is soms een aardige uitdaging. Je herkent vast wel dat je in een restaurant iets voorgeschoteld krijgt wat fantastisch mooi is opgemaakt én er lekker uitziet. En toch lukt het je met het beroerde licht niet om er een foto van te maken die anderen ook maar enigszins zal laten watertanden.
Ik heb er steeds meer lol in gekregen om eten te fotograferen sinds de cursus die ik vorig jaar volgde bij Denise Kortlever. Het is vooral een kwestie van veel experimenteren en lekker oefenen. De ene keer ben ik na dertig foto’s tevreden, de andere keer blijf ik maar schuiven en lukt het pas na een tijdje. Maar hoe lang het ook duurt, ik beleef er altijd veel lol aan. Dus have fun is misschien wel mijn belangrijkste tip voor foodfotografie. Maar vooruit, de onderstaande 15 tips voor foodfotografie kunnen je ook helpen.
Spiegelreflexcamera nodig of niet?
Zelf fotografeer ik met mijn Canon 750D, een spiegelreflexcamera die ik al een paar jaar heb. Maar om mooie foto’s van eten te maken heb je echt niet per se een dure camera met alles erop en eraan nodig. Veel telefoons maken tegenwoordig ook de mooiste foto’s. Mijn broertje is bijvoorbeeld een ster in foodfotografie en heeft heel lang al zijn foto’s met een iPhone gemaakt. Werkt ook perfect! Ik heb persoonlijk een Android-telefoon, maar moet zeggen dat ik de foto’s van iPhones wel jaloersmakend goed vind. Ik zou bijna een iPhone 13 kopen vanwege de fantastische cameralens. Niet alleen voor eten fotograferen trouwens, ook voor mooie portret- of bloemenfoto’s.
Fotografeer je met je telefoon? Dan is de beste tip om je telefooncamera van de automatische stand te halen. Stel ‘m handmatig in en pas bijvoorbeeld zelf de belichting en kleurtemperatuur aan. Verder kun je je telefooncamera het beste op de portretmodus zetten en dan scherpstellen op het gerecht. Dan krijg je veel scherpte-diepte in je foto.
1. Fotografeer bij licht
Foto’s van eten zijn het mooist als je ze bij natuurlijk licht maakt. Ergens bij een raam dus. De meeste TL-lampen, flitsers en andere kunstmatige belichting doen voor je gerecht niet veel goeds. Dus ga op zoek naar een mooie plek in huis waar daglicht op schijnt. Kies bij voorkeur een fotografiemoment waarop de zon niet té fel is (vaak is ’s ochtends of eind van de middag/’s avonds het beste moment) om harde schaduwen te voorkomen.
Als je niet zeker weet wat de beste plek is, kun je ook op een paar plekken in huis experimenteren. Zo heb ik verschillende plekjes geprobeerd en ben ik er inmiddels achter dat mijn hobbykamer de beste fotografiekamer is. Daar fotografeer ik alles wat ik maak op mijn bureau.
Maar wat dan als het donker is?
Het nadeel van de koudere maanden is dat het vroeg donker is. Hoe doe je het dan als je je avondeten wilt fotograferen? Persoonlijk kook en fotografeer ik dan mijn avondeten ‘s middags al en warm ik het die avond alleen nog op om het te eten. Vind ik persoonlijk geen probleem (en het scheelt koken ‘s avonds), maar ik kan me goed voorstellen dat veel mensen dat wat ver vinden gaan. In dat geval kun je eventueel kijken naar een daglichtlamp. Ik heb er zelf geen, maar weet dat veel mensen erbij zweren.
2. Probeer verschillende hoeken
Dit is misschien wel mijn belangrijkste tip voor foodfotografie, die ik zelf heb geleerd van Denise Kortlever. Test welke hoek goed werkt voor een bepaald gerecht. Sommige gerechten komen heel mooi over als je ze op een flatlay (dus recht van boven) fotografeert; dan kun je de bovenkant van het gerecht goed zien. Andere gerechten kun je beter fotograferen vanaf de zijkant, en weer andere gerechten doen het mooi op de foto als je ze bij een hoek van 45 graden fotografeert. Die laatste twee geven wat meer diepte.
Een paar voorbeelden:
- Van bovenaf: smoothie bowl, ovenschotel, bord met pasta, bakplaat.
- Recht van voren: stapel pannenkoeken, taart met mooie zijkant, stapel koekjes, spekkoek
- Hoek van 45 graden: gerechten in een kom, taartje of muffins
Op de drie foto’s hierboven zie je de verschillende hoeken. Persoonlijk vind ik dat deze appel-havermout het best tot zijn recht komt op de derde foto, schuin van boven. Daar is het gerecht niet zo “plat” als op foto 1 en kun je er tegelijkertijd iets meer van zien dan op foto 2.
Bij een foto die recht van bovenaf genomen is, laat je goed zien hoe het gerecht er van boven uitziet. Je krijgt niet echt diepte, maar dat hoeft ook niet altijd.
Ga je voor een foto recht van voren? Dan kun je mooi het gerecht scherpstellen en de achtergrond vaag maken. Die positie is vooral mooi als de zijkant van het gerecht er aantrekkelijk uitziet, zoals bij een hoge stapel pannenkoeken.
Zelf maak ik de meeste foodfoto’s bij een hoek van 45 graden. Dan heb je wel wat diepte, maar zie je zowel de zij- als de bovenkant van het gerecht.
3. Creëer diepte in de foto
Vaak ziet je foto er direct interessanter uit als je met meerdere lagen werkt. Dat kun je bijvoorbeeld doen door het eten op de voorgrond te zetten, daarvoor iets kleins neer te zetten (zoals het vorkje op de foto hierboven) en op de achtergrond ook weer wat objecten te laten zien. Zo springt het gerecht er meer uit. Een andere optie bij foto’s van bovenaf is dat je het gerecht ergens op zet en zo met laagjes werkt. Zo kun je een schaaltje op een bord zetten en daar dan weer een theedoek onder friemelen.
Als je met voorgrond/achtergrond wilt spelen, is het mooi om te zorgen voor veel scherpte-diepte. Op je spiegelreflexcamera doe je dat door een klein diafragmagetal te gebruiken (bij mijn 50mm-lens kies ik vaak voor F/2.8 of lager). Fotografeer je met je telefoon? Dan kun je in de portretmodus kiezen voor extra achtergrondvervaging. De focus komt daarmee meer op het gerecht te liggen.
4. Werk met contrasterende kleuren
Experimenteren met kleuren is een van mijn favoriete dingen om te doen bij eten fotograferen. Mijn ervaring is dat contrasterende kleuren vaak het beste werken. Je bent snel geneigd om te kiezen voor kleuren die bij het gerecht passen. Maar kleuren die daar juist van afwijken, laten het gerecht vaak mooier uitkomen.
- Is je gerecht heel kleurrijk? Dan werkt het goed om voor de achtergrond meer neutrale tinten te kiezen.
- Heb je bijvoorbeeld pasta met groene groenten gemaakt (dus: een gerecht dat groen en geel is)? Dan komen die kleuren waarschijnlijk mooi uit op een grijze of blauwe achtergrond of in een bord/schaal in een van die kleuren.
- Heb je een ontbijtje met blauwe bessen gemaakt? Dan kun je juist lichte en eventueel ook felle kleuren gebruiken om de bessen er meer uit te laten knallen.
Op de foto hierboven van mijn vegetarische gnocchi zie je dat het gerecht van zichzelf heel kleurrijk is. Bijna fluorescerend zelfs. Daarom heb ik de achtergrond wat neutraler gehouden en gekozen voor donkere kleuren. Daardoor valt het gerecht meer op dan wanneer je ook felle kleuren om het gerecht heen gebruikt.
5. Laat het eruitzien alsof je er zo van kunt eten
Het doel van foodfotografie is dat mensen denken “Dáár wil ik nu mijn tanden in gaan zetten!”. Dat kun je het beste bereiken door je gerecht zo op de foto te zetten dat mensen er in principe zo hun vork of lepel in kunnen steken. Daarom is het juist leuk om een gerecht niet zo keurig op te maken als in een restaurant. Prik bijvoorbeeld een vork in het gerecht, alsof je er net van aan het eten was. Laat een beetje honing van een stapel pancakes vallen. Of haal net een hapje van een cake of een taart af. Alleen al bestek bij een foto leggen kan de illusie te wekken dat je direct kunt aanvallen.
Wat verder een fijne tip is om dit te bereiken, is dat je bij cakes of broden altijd een plak ervan afsnijdt. Een gehele cake – hoe lekker-ie ook mag zijn – kan soms wat lomp ogen. Door er een plakje af te snijden, kun je beter de binnenkant laten zien én wek je ook meer de suggestie dat die cake zo voor je op tafel kan liggen.
6. Style de foto met ingrediënten
Toen ik net begon met eten fotograferen, legde ik vaak vooral veel servies om mijn gerecht heen. Als ik nu terugkijk, leidde dat best wel af van het gerecht. De laatste tijd ben ik meer fan van ingrediënten als accessoires gebruiken. Vaak vul ik wat kleine bakjes of bordjes met ingrediënten die ook in het recept terugkomen. Bij havermout met appel en walnoten laat ik bijvoorbeeld een halve appel en een weckpot met meel op de achtergrond terugkomen. Op de voorgrond leg ik wat walnoten neer en ik vul ook een bakje met rozijnen of pindakaas. Zo kun je én je foto leuk stylen én geef je meteen een beeld van de ingrediënten die in het gerecht zitten.
Foodfoto’s stylen is een kwestie van experimenteren en heel veel schuiven. Hoe meer je ermee oefent, hoe meer oog je ervoor krijgt wat wel en niet mooi staat. Vind je ingrediënten lomp ogen? Dan kun je ze een beetje versnipperen. Zo breek ik vaak walnoten in kleine stukjes, omdat dat subtieler is dan een paar hele walnoten op de foto.
Gebruik eventueel ook andere accessoires
Naast ingrediënten gebruik ik ook weleens andere accessoires als achter- of ondergrond bij eten fotograferen. Vaak ook gewoon dingen die je in de keuken hebt liggen. Denk aan:
- theedoeken
- ouderwets servies
- bestek (bijvoorbeeld twee gebaksvorkjes naast een taartje)
- weckpotten met meel
- een zout- of pepermolen
- placemats
- leuke bakjes of bordjes waar ik ingrediënten op leg
- een snijplank met een mes
- kaarsen (voor extra sfeer)
- droogbloemen
- een plaid
- theekopjes of een theepot
Wees gewaarschuwd: als je eenmaal hebt ontdekt wat leuke props zijn voor eten fotograferen, dan kun je de Blokker of Xenos haast niet meer met lege handen verlaten.
7. Gebruik een reflectiescherm
Een reflectiescherm is mijn favoriete fotografie-aankoop van het afgelopen jaar. Ik kreeg die tip bij de cursus van Denise Kortlever en gebruik dat scherm nu voor werkelijk elke foto. Ik heb een set met 5 reflectieschermen, maar gebruik zelf de witte en zilveren het meest. Met zo’n scherm weerkaats je het licht, waardoor je minder harde schaduwen hebt. Een beetje schaduw vind ik zelf wel mooi, maar met zo’n scherm voorkom je dat de hoek die het verst bij het raam vandaan is heel donker wordt.
Zo’n schermenset is wat mij betreft een aankoop (van een euro of twintig) waar je zeker geen spijt van gaat krijgen als je graag eten fotografeert! Ook handig voor flatlayfotografie en het maken van blogfoto’s trouwens.
8. Zorg voor nonchalance in je foto
Misschien is dit vooral mijn persoonlijke voorkeur, maar ik houd altijd wel van wat nonchalante details op foto’s van eten. Daarmee bedoel ik dat je foto niet perfect gestyled hoeft te zijn. Laat gerust wat kruimels vallen naast een taartje. En strooi je wat besjes om een ontbijtje heen, dan hoeven ze niet allemaal netjes over de foto verdeeld te zijn. Een theedoek hoeft niet perfect gevouwen onder je gerecht te liggen; een beetje verfrommeld kan ook mooi zijn. Perfectionisme loslaten is niet alleen voor jezelf fijn, maar maakt soms ook je foto wat speelser.
9. Gebruik iets wits op je foto
Zó blij dat ik deze tip heb ontdekt! Voor de nabewerking van je foto scheelt het enorm als je ergens op je foto iets wits laat terugkomen. In veel bewerkingsprogramma’s heb je de optie ‘Kleuren bijstellen’ (of iets wat daarop lijkt). Je kunt dan iets wits of grijs op de foto aanklikken en op basis daarvan de kleur voor de hele foto bepalen. Meestal pikt het bewerkingsprogramma de kleur op die manier goed op. Dat witte kan trouwens iets heel kleins zijn als een detail op een theedoek of een wit randje op een bord.
Zelf gebruik ik geen dure fotobewerkingssoftware. Ik werk gewoon met Photoscape, een gratis programma (hoewel Adobe Lightroom ontdekken op mijn doelenlijstje staat voor dit jaar).
10. Kies voor een passende ondergrond
De ondergrond voor je foto maakt best wel uit voor hoe goed je gerecht uit de verf komt. Ik ben daar zelf ook veel mee aan het experimenteren geweest. Eerst gebruikte ik altijd een witte ondergrond. Maar een paar maanden geleden deed ik mezelf een paar fotoborden cadeau. Dat zijn fotoachtergronden van kunststof met een opdruk. Je betaalt er een paar tientjes voor per plaat, maar hebt dan wel echt iets moois. Ze zijn er in allerlei soorten: met een uitstraling van marmer, cement, beton of graniet, maar ook in leuke kleuren of met houtlook. Je hoeft dus echt geen mooi aanrecht te hebben om toffe foodfoto’s te maken. Met zo’n bord kom je een heel eind.
En als je een paar tientjes wat prijzig vindt, kun je ook zelf een ondergrond maken door bijvoorbeeld wat plakfolie op een houten plaat te plakken. Of verf een houten plank met structuurverf. Andere opties zijn bijvoorbeeld een theedoek, een oud laken of een mooie (rieten) placemat. Het hoeft allemaal niet veel te kosten (gelukkig).
11. Zet alles al klaar voordat je gaat koken/bakken
Sinds ik deze tip voor foodfotografie toepas, heb ik veel meer lol in eten fotograferen. Eerst vond ik het altijd maar een haastklus. Heb je net eten gemaakt, moet je ook nog alles bij elkaar zoeken voor de foto en snel plaatjes schieten. Voordat je het weet is de kaas al gesmolten, drijft de honing door het hele gerecht of zwemmen de basilicumblaadjes verpieterd rond in de tomatensaus. Daarom zet ik tegenwoordig al alles klaar voor eten fotograferen voordat ik aan het koken of bakken ga. Ik hoef dan alleen nog het gerecht op de juiste plek te zetten en kan direct foto’s maken. Zo kun je ook voorkomen dat je volledige gerecht afgekoeld is tegen de tijd dat je klaar bent met de camera.
Overigens schuif ik tijdens het fotograferen alsnog vaak met accessoires en spullen. Maar dat de basis staat, scheelt al wat.
12. Kies voor neutraal servies
Over het algemeen komen gerechten het mooist uit op een niet al te opvallend bord. Zo maakte ik eens deze foto’s van zoete aardappels op heel drukke bordjes (in een vakantiehuisje, dus ik had weinig andere keuze). Achteraf vond ik de foto’s wel wat druk. Vaak oogt het mooier als je het servies rustig houdt, waardoor de aandacht naar het gerecht gaat en niet naar het servies dat eronder ligt.
13. Speel met lijnen
Ook dit is een van de tips voor foodfotografie waar ik zelf lekker los mee ga. Ik vind het tof als een foto evenredige lijnen heeft. Dat betekent bijvoorbeeld dat een vorkje op de foto “toevallig” (not!) evenredig ligt aan de lijn van een theedoek. Op de foto hierboven zie je bijvoorbeeld dat de krant, de snijplank en het houten lepeltje links onderin dezelfde lijn volgen.
Natuurlijk is een lijn kaarsrecht krijgen op de foto soms nog best lastig. Gelukkig kun je in de nabewerking eenvoudig elke foto alsnog recht maken met een draaitool.
14. Bewerk je foto’s (licht) na
Ook dit is een kwestie van smaak, maar ik vind het zelf bij foodfoto’s het mooist als ze wat lichter zijn. Daar is vaak in de nabewerking nog wel wat aan te doen. Maar ik zou zeggen: experimenteer zelf vooral wat met je bewerkingsprogramma. Sleep met balkjes, voeg belichting toe of maak de foto juist wat donkerder. Zo kun je ontdekken wat bij jouw foto past en wat jij mooi vindt.
Zelf heb ik vier functies waar ik bij elke foto dankbaar gebruik van maak:
- Helderheid: vaak maak ik de foto wat helderder dan het origineel.
- Verzadiging: als kleurfanaat geef ik mijn foto’s iets meer verzadiging, waardoor de kleuren feller worden.
- Kleurtemperatuur: niet altijd zijn de kleuren net zo warm of koel op de foto als in het echt. Daarom schuif ik vaak met het balkje om de kleuren warmer of koeler en daarmee meer natuurgetrouw te maken.
- Scherpte: meestal voeg ik iets meer scherpte toe aan receptfoto’s, waardoor de lijnen op de foto duidelijker zijn.
15. Spiek mee bij anderen die eten fotograferen
Als je met foodfotografie aan de slag wilt gaan, heb je vast een passie voor eten en fotograferen. Des te leuker om anderen te volgen die zich daarmee bezighouden! Spiek regelmatig op foodblogs, op Pinterest of op Instagram bij hashtags als #foodfotografie en kijk daarbij verder dan het recept alleen. Hoe heeft diegene een gerecht gefotografeerd? Wat kun je van foto’s van anderen leren? Wat zou je anders doen dan die persoon? Door ongegeneerd naar foto’s te kijken, iets langer dan de paar seconden waarin je er normaal voorbij scrolt, kun je vast nog onwijs veel leren van hoe anderen.
Tips voor foodfotografie: heb lol!
Foodfotografie is ontzettend leuk om te doen als je het jezelf toelaat om ermee te spelen. Soms heb ik ook pas na een tijdje door wat mooi staat bij een bepaald gerecht en kan ik mijn eerste vijftig foto’s rechtstreeks de digitale prullenbak in slepen. Geen ramp!
Ik zou zeggen: gun het jezelf dat je foto’s niet first time right zijn en geniet van het proces waarin je er steeds handiger mee wordt. Hopelijk heb je daarbij iets aan deze tips voor foodfotografie. Maar begint het je nu te duizelen door alle informatie, pak dan gewoon je camera en heb lol. Oefenen is nog altijd de beste én leukste manier om erin te groeien.
Maak jij weleens foto’s van eten (of dat nu is voor je blog, om door te sturen naar familie of voor op Instagram)?
Dit artikel bevat een betaalde samenwerking met Tele2.
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
Vegan & glutenvrije Oreo-muffins (met extra veel chocola)
Al heel lang lag een pak glutenvrije Oreo-koekjes (die van Albert Heijn!) me verlekkerd aan te staren vanuit de voorraadkast. Ik ben geen groot koekjesmonster en kan best makkelijk de pot met koekjes laten staan. Maar voor Oreo's heb ik een speciaal plekje in mijn zoetekauwhart. Het stond dan ook al tijden op mijn baklijstje om eens Oreo-muffins te maken. Ik bedoel: muffins met Oreo en chocola klinkt toch als een combinatie waarmee je de plank niet kunt misslaan? Ik daagde mezelf extra uit door de muffins zowel vegan als glutenvrij te maken. En zie hier: het recept voor deze glutenvrije Oreo-muffins. Ze smaken intens naar chocola en je stuit regelmatig op een hapje Oreo tussendoor. Zo maak je de vegan Oreo-muffins!
Mijn (allereerste eigen én echte) kerstboom staat!
Afgelopen zaterdag deden mijn vriend en ik iets wel heel erg leuks. Net als blijkbaar zo'n beetje de helft van Nederland reisden we af naar de place to be op de zaterdag na Pakjesavond. Oftewel, het tuincentrum. Dit keer niet om het 148402e plantje voor in huis te kopen, maar om iets veel groters in huis te halen: een kerstboom. Een simpele zaterdag bij het tuincentrum, maar voor mij stond deze middag ook voor een paar emotionele vinkjes op mijn bucketlist: mijn allereerste eigen en echte kerstboom optuigen en dat voor het eerst met mijn vriend samen.
Gebakken havermout met peer en chocola (vegan!)
Dat havermout heel regelmatig op mijn ontbijtmenu staat, is je vast niet ontgaan. Ik had altijd chocolade-havermout als favoriet. Maar ik moet zeggen: sinds ik deze havermout met peren heb ontdekt, maak ik dit bijna elk weekend tijdens het perenseizoen. Peren + kaneel + havermout + chocolade is een onwijs lekkere combinatie, zo blijkt. Omdat je deze havermout met peer in de oven bereidt, is het ook nog een heerlijk warm ontbijt en worden de stukjes peer extra smeuïg. Dus: heb je nog wat rijpe peren in je fruitschaal liggen of zijn de peren toevallig in de aanbieding? Dit is de perfecte manier om er iets lekkers mee te maken!
Wat een supertips allemaal! Ik vind het stylen altijd wel lastig, omdat het nonchalante effect bij mij vaak in de praktijk lelijk uitpakt, haha. De tip over de portretmodus van je telefooncamera ga ik zeker ook uitproberen.
Gelijk antwoord op een vraag die ik mezelf altijd stel bij foodfoto’s: wordt je eten dan niet koud? Handig om dan alles vast klaar te hebben staan/liggen.
Eten smakelijk op de foto krijgen is wel echt een vak apart. Jouw foto’s zijn prachtig en smakelijk. Als ik zelf ‘even snel’ wat op de foto wil zetten om te laten weten dat ik wat lekkers eet, verstuur ik die foto vaak niet eens, want dan ziet het er niet smakelijk uit…
Dank je! Haha, die vraag had ik ook altijd voordat ik zelf foodfoto’s ging maken 😉 Maar iets ’s middags maken en dan opwarmen is eigenlijk best een handige kookstrategie in het weekend, ook los van de foto’s 🙂
Mooie tips. Het stylen vind ik altijd het leukst, op het opeten na dan 🙂 En ik maak vaak foto’s van eten, leuk om anderen er mee te inspireren.
Vooropgesteld dat jouw fotos echt heel mooi zijn, moet ik eerlijk bekennen dat ik de krummels een ietsiepietsie storend vind. Maar dat komt omdat ik dan ook denk dat jij het na de foto weer moet opruimen. Zelf heb ik trouwens heel wat foto’s van lege borden, omdat ik vaak pas aan het einde van de maaltijd foto’s maak 😀
Je foto’s zien er altijd heel gezellig uit, hoor! Maar die krummels, en niet-gebruikte schaafsels, of het laten uitdrogen van eten wat je na de foto waarschijnlijk niet meer op eet .. dat is niet mijn ding. Ik heb trouwens ook altijd begrepen dat voor echte food-foto’s kunstgrepen gebruikt worden zodat het er mooi uitziet, maar niet meer eetbaar is. Geniet wel van je baksels en zet niets alles op stop omdat je geen mooie foto kan maken.
Ik snap dat sommige mensen juist van wat meer clean houden 🙂 Ik experimenteer er zelf graag mee om het soms wel lekker nonchalant te maken en de andere keer wat meer clean.
Overigens eet ik altijd alles op wat ik op de foto gebruik. Halve appels eet ik als tussendoortje en de kruimels veeg ik vaak in mijn eigen eten. Ik ben zo opgevoed met het idee dat voedsel weggooien slecht is dat ik zelfs die halve appel niet in de prullenbak kan laten belanden 😛
Dat van de kunstgrepen heb ik inderdaad ook gehoord. Het schijnt dat ijsjes op de foto bijvoorbeeld vaak bolletjes aardappelpuree met een kleurtje zijn. Yuk!
Wat een handige tips! Vooral die van alles alvast klaar leggen van tevoren vind ik een hele goeie. Daardoor komt het er bij mij vaak niet van om een foto van mijn baksels te maken, dan heb ik of geen zin meer om alles nog te moeten pakken, of ik vergeet gewoon helemaal een foto te maken omdat de spullen/props niet klaar liggen. Die schermen vind ik ook een handige tip, ik zit nog best wel eens met het licht te hannesen, dus lijkt mij erg handig zo’n set.
Leuk om te horen dat je iets aan de tips hebt! Ook voor foto’s van andere dingen dan eten is zo’n scherm trouwens superhandig 🙂 Ik vind het echt een van mijn beste aankopen voor blogfoto’s. Scheelt zoveel donkere plekken!