Fouten maken mag. Het hoort erbij. Iedereen doet het. Je hoort het jezelf misschien ook weleens zeggen. Maar meestal kunnen we de foutjes van anderen veel makkelijker vergeven dan die van onszelf. Waar je bij een ander je schouders ophaalt, baal je er zelf stevig van als iets niet gaat zoals gehoopt. Misschien ben je zelfs vooraf al bang om fouten te maken. Elke d/t-fout of struikelpartij over woorden vind je er één te veel. Maar wat als je er anders naar kijkt? Je fouten van vandaag zijn je wijze lessen van morgen. En écht, zo vreselijk is het niet als je een keer een misser begaat. Dit zijn 8 tips om daar ook zelf meer in te geloven.
Bang om fouten te maken: hoe erg is het?
Op zichzelf is angst om fouten te maken positief. Je gaat er beter je best door doen. Als ik niet bang zou zijn voor foutjes, dan zou ik teksten zonder eruit gefilterde d’s en t’s en met kromme zinnen bij klanten aanleveren. Niet wat je als tekstschrijver wilt! Doordat je bang bent voor fouten, zet je een extra tandje bij en dat kan handig zijn.
Maar als je echt faalangst hebt, wordt het een ander verhaal. De angst is dan geen fijne stimulans, maar verlamt je eerder. Je bent zo bang voor fouten dat je ergens niet aan durft te beginnen. En als je er dan toch aan begint en inderdaad een – geheel menselijk – foutje maakt, dan raak je al snel in een heftig knokgevecht met je innerlijke criticus verzeild. “Zie je nu wel, je kunt niets!”, roept hij. Jij weet je er geen raad mee en voelt je rot.
Als die angst je echt verlamt, ga je er misschien zelfs dingen door vermijden. Je probeert angstvallig de controle te houden over dingen die je niet volledig zelf in handen hebt. Of – ook een logische – je blijft binnen je comfortzone plakken. Daar is het veilig. Van alles wat daarbinnen valt, weet je zeker dat je het kunt. Daarmee zit je alleen wel je geluk in de weg. Buiten je comfortzone zijn soms de mooiste dingen te vinden. Dingen waarvan je niet wist dat je er goed in bent. Avonturen waar je je op kunt storten. Dingen waarin je met vallen en opstaan beter kunt worden. Hoe zonde is het als die dingen daar maar liggen te liggen, terwijl er zo veel te ontdekken valt?!
Waarom zijn we bang om fouten te maken?
De angst om fouten te maken schijnt van nature in ons te zitten, alhoewel de ene persoon het veel minder zal hebben dan de ander. Er zijn ook genoeg mensen die moeiteloos (althans, zo lijkt het!) in het diepe springen en zich minder druk maken over “Wat als?” (ik ben een tikkeltje jaloers op die mensen!).
Maar om je gerust te stellen: angst om fouten te maken is niet fout. Het is bedoeld om je te behoeden tegen gevaar. In de oertijd kon jouw kleine fout ervoor zorgen dat jij het avondeetmenu van je mede-holbewoners zou worden. Dus móest je wel fouten voorkomen om je leven te redden. Op die manier bekeken is de angst best sympathiek. Gelukkig zijn tegenwoordig de meeste mensen geen met knuppels zwaaiende kannibalen meer. Dus zulke grote consequenties als toen, heeft een fout nu niet meer. Toch voel je misschien nog altijd de angst voor foutjes. We zijn als mensen toch op-safe-spelers. Zekerheidszoekers. Zodra iets mogelijk pijnlijk of negatief kan uitpakken, komen er lichte zenuwen op.
Waarom is fouten maken dan zo’n ding, terwijl we er echt niet meteen door in de braadpan van de buurman of je werkgever belanden als je iets niet goed doet? Dit zijn een paar mogelijke redenen (die ik zelf op mijn faalangst-momenten allemaal aftik):
- Je bent een perfectionist. Voor jou is goed niet goed genoeg. Je merkt elk foutje (zelfs die dubbele spatie in het appje naar je partner) op en voelt je er minder door.
- Je meet hoe jij je voelt over jezelf af aan het oordeel van anderen. Je bent bang dat zij je door foutjes dom, stom, irritant (of vul zelf maar in) vinden.
- Je bent bang voor afwijzing als je een fout maakt. Zo ben je bang dat je vriendin je egoïstisch vindt als je haar een dag te laat feliciteert. Of dat je collega niets meer met je te maken wil hebben als je vergeet haar documenten op tijd door te sturen.
- Of misschien zit je in een omgeving waarin “Fouten maken mag niet” een onuitgesproken wet is. Je werkgever is een pietlut die over elk gemiste puntje op de ‘i’ iets te zeuren heeft. Je ouders hebben je meegegeven dat alleen perfect goed genoeg is. Of je hebt dat ooit van anderen aangeleerd gekregen.
Hoe ga je om met je angst om fouten te maken?
Op zich is het niet slecht dát je bang bent om fouten te maken. Net zoals fouten maken zelf niet erg is. Als je je maar niet volledig door die angst laat meevoeren. De vraag is: ga jij mee met de stem van angst, houd je buiten-je-comfortzone-dingen op veilige afstand en maak je er een sport van om controle te houden en foutjes uit de weg te gaan? Of laat je de angststem er wel zijn, maar durf je er best tegenin te gaan en te roepen “Fouten maken mag”? Desnoods hardop, zo luid als je kunt.
“Angst is een slechte raadgever”, zeggen ze weleens. Maar ik geloof dat angst ook iets waardevols kan zeggen. Dat je bijvoorbeeld op dat moment even troost, een stap terug of wat extra vertrouwen nodig hebt. Je bent misschien vooraf bang om bij een presentatie fouten te maken. Kijk wat de angst je op zo’n moment wil zeggen. Waarom ben je er bang voor? Wat is het ergste dat er kan gebeuren? En wat heeft de angststem nodig om rustiger te worden? Soms zijn een paar ontspanningsoefeningen of een mantra als “Ik kan het wel” al genoeg om de angststem gerust te stellen.
Fouten maken mag – hoe ga je daarin geloven?
Oké, fouten mag dus. Het is leerzaam. Het is soms goed. Maar het is vooral niet erg en hartstikke menselijk. Alleen hoe geloof je daar ook echt in? Dit zijn 8 tips om je minder druk te maken over fouten en ze jezelf wél toe te staan (waardoor je comfortzone ook mooi kan oprekken!).
1. Werk samen met je angst (niet ertegen)
Waar komt die angst op dit moment vandaan? Welke belemmerende overtuigingen zitten erachter? Wat zegt het stemmetje precies? En wat zou je kunnen doen of zeggen om de angst te sussen?
Ik ervaar de angst om fouten te maken bijvoorbeeld vaak voor een spannende presentatie of als ik mezelf in een kringgesprek spontaan moet voorstellen (met functiebeschrijving en al). Dan ben ik bang dat het verhaal dat normaal op het puntje van mijn tong ligt er opeens als een ongeorganiseerde woordenbrij vol gestamel uitkomt. “Fout dus”, zo denk ik erachteraan. Het helpt mij dan niet om te denken “Oh nee joh, tuurlijk komt dit goed!”. Daar geloof ik op dat angst-toppunt toch niet in.
Wat me wel helpt, is een ontspanningsoefening doen, naar mijn buik ademen of nog een keer doornemen wat ik wil vertellen. Zo ga ik zelfverzekerder dat moment in. Ik voel de angst wel, maar gebruik het juist als een teken dat ik iets mag doen om het te sussen.
2. Relativeer je fouten
Als je denkt aan fouten maken, dan gaan misschien de allerergste doemscenario’s door je hoofd. Je ziet voor je hoe je baas je op staande voet ontslaat als je presentatie er vandaag niet in één keer soepel uitkomt. Je denkt dat je droombaan aan je neus voorbijgaat wanneer je tijdens de sollicitatie niet à la minute een pasklaar antwoord op die ene vraag hebt. Of dat een vriendin je direct blokkeert uit haar sociale leven wanneer je vergeet dat haar dochtertje vandaag jarig is. Maar hoe realistisch is dat echt?
Als je wilt geloven dat fouten maken mag, is het goed om te beseffen dat fouten maken in de meeste scenario’s echt geen drama is.
- Van elke fout steek je iets op. Als je nooit fouten maken, kun je ook weinig leren.
- Iedereen is ergens begonnen. De TED talk-sprekers van vandaag hebben misschien ook ooit haperend een spreekbeurt gegeven.
- Fouten leveren je soms waardevolle feedback op. Als jij énorm je best doet om die fout niet te maken, leer je ook niet hoe je die fout misschien eenvoudig kunt voorkomen.
- Fouten maken is menselijk. Ja, heus. Je leidinggevende maakt ze. Je vriendin maakt ze. Je perfect uitziende buurvrouw ook. Als je een foutje maakt, laat dat zien dat je maar een mens bent. En dat maakt je voor sommigen juist fijner en toegankelijker.
- De meeste mensen snappen dat je in spannende situaties niet alles in één keer goed doet. Als ik een spreker op het podium over zijn woorden hoor struikelen, denk ik alleen maar “Wat knap dat hij daar op een podium voor 600 man zijn verhaal doet. Logisch dat niet elke zin er vlekkeloos uitkomt!”.
- Anderen zijn vaak vergevingsgezinder dan jijzelf. Jij baalt als een stekker wanneer je verhaal er als onsamenhangende woordendiarree uit lijkt te komen, maar een ander heeft misschien niet eens door dat je verhaal anders bedoeld was. En dat jij wel door de grond kan zakken als je zonder handdoeken bij de fysio aankomt terwijl ze daar nog zo op had gehamerd, ligt vooral bij jou. Misschien maakt zij dit zes keer per dag mee.
- Mensen prikken door foutjes heen. Ik vind een Instagram-post echt niet opeens stom als ik er een d/t-fout in spot. En een vriendin is niet minder aardig als ze een verjaardag vergeet.
3. Factcheck je allerergste doemscenario’s
Even serieus: hoe realistisch zijn de vreselijke doemscenario’s die je in je hoofd hebt gehaald nu echt?
In gedachten zie je het woedende leger al met hooivorken in hun handen op je huis afstormen. Of – minder horrorfilmachtig geschetst – je kunt je zo voor de geest halen dat je partner furieus wordt als je de verkeerde pindakaaspot (die met stukjes!) mee naar huis neemt. Of dat je de fijne samenwerking met je collega voorgoed op het spel zet als je toegeeft dat je per ongeluk de ongewijzigde versie van haar document had doorgestuurd.
Maar hoe groot is de kans dat die dingen gebeuren? Ja, dingen kunnen misgaan. Je kunt fouten maken. Maar áls dat gebeurt, zal niet meteen een Domino-effect van vreselijke dingen ontstaan. Het kan ook gewoon zijn dat je baas een opmerking maakt over je onhandigheid. Of dat je partner enigszins gefrustreerd zelf een sprintje naar de supermarkt trekt om de stukjesvrije pindakaas te kopen. Dus wees kritisch wanneer je hoofd je op tientallen doemscenario’s trakteert: hoe groot is de kans dat die werkelijkheid worden? En hoe groot is de kans dat het anders (positiever!) uitpakt?
En bovendien: als je partner écht boos wordt om die pindakaas, dan ligt dat meer aan hem dan aan jou. En als je baas je echt ontslaat om een klein foutje, dan is het sowieso niet de leukste werkplek.
4. Sta ook open voor het best mogelijke scenario
Je hebt nu vooral levendig voor je gezien hoe vreselijk de dingen kunnen aflopen. Maar in plaats van dat het ergste werkelijkheid wordt, kan het ook heel goed zijn dat de werkelijkheid mooier is dan je nu kunt bedenken.
- Je denkt een vreselijke spreker te zijn, maar krijgt lovende reacties op je eerste presentatie. Geen vuiltje aan de lucht!
- Je vreest dat je baas valt over die ene d/t-fout, maar krijgt een zee aan complimenten over de rest van je tekst.
- Je laat een onuitwisbare indruk achter tijdens het sollicitatiegesprek en krijgt die fijne functie (ondanks je verspreking).
- Het blijkt dat je partner die verkeerd meegenomen pindakaaspot nog lekkerder vindt dan de juiste soort.
- Je bent bang dat je in dit appje hartstikke bot uit de hoek komt, maar krijgt te horen dat je het zo empathisch brengt.
- Je bent bang dat jouw bijdrage aan de vergadering nergens op sloeg, omdat het zo kort was. Maar in feite vinden de anderen het juist fijn dat jij het to the point kunt brengen.
- Je maakt door het struikelen over je woorden per ongeluk de beste woordgrap ooit. Het ijs is gebroken en je zenuwen verdwijnen acuut.
Zie: we zijn vaak zo bang voor de ergste dingen. Maar wat als die erge dingen niet uitkomen en als je juist wordt verrast door een haast sprookjeswaardig mooie afloop? Als je ontdekt dat je het gewoon hartstikke kunt, dat mensen blij met je zijn, dat ze je waarderen zoals je bent en dat jouw kleine foutjes daar niets aan afdoen? Dan ziet de wereld er een stuk lichter uit.
5. Vergeef niet alleen fouten van anderen, maar ook die van jou
Vaak zijn we met het vergeven van anderen niet de moeilijkste. Als een vriendin mij door drukte vergeet te appen op mijn verjaardag, ben ik daar totaal niet boos over of teleurgesteld door. “Kan gebeuren!”, denk ik dan. En als iemand een belafspraak met mij vergeet, dan vul ik die tijd vaak vanzelf wel weer op met iets anders en heb ik de “Sorry” direct geaccepteerd. Hoe zou het zijn als je met diezelfde zachte blik naar je eigen fouten kunt kijken? Als je ook jezelf kunt vergeven over dingen die niet liepen zoals je had gewild?
Zeg ‘sorry’ over fouten die een ‘sorry’ nodig hebben. Bedenk wat je van de fout wilt leren. Maar maak er daarna niet meer van dan het is. Zie het als een opstapje om het de volgende keer beter aan te pakken.
6. Ga buiten je comfortzone (om te ontdekken dat fouten maken mag)
Buiten je comfortzone is de kans op fouten het grootst. Dat terrein is onveilig, dus loop je meer risico dat dingen niet in één keer vlekkeloos gaan. Dat kan klinken als dé reden om vooral niets te doen wat zenuwslopend spannend voelt. Maar als je meer wilt gaan geloven dat fouten maken mag, is het juist slim om wél het randje van je comfortzone op te zoeken. Doe wél dingen waarvan je denkt dat je ze niet kunt. Ga wél de spanning aan van voor een groep staan, lastige gesprekken voeren, voor jezelf opkomen of voor mijn part bungelend aan een touw onder een parachute hangen.
Je comfortzone is niet alleen de plek van spanning en sensatie. Het is ook dé plek waar je kunt ontdekken dat je meer in je mars hebt dan je denkt. Pas door de spanning op te zoeken en te ervaren dat iets prima lukt, kun je geloven “Zie je wel, ik kan dit!”. En ook: “Ja ik maak fouten, maar dat is niet erg. Ik doe het tenminste!”
Dus daag jezelf regelmatig uit, in welke vorm dan ook. Als je bij spannende dingen ook maar heel even denkt “Dat lijkt me eng, maar ook heel tof!”, ga ervoor! Buiten je comfortzone voelt het vanzelfsprekend om foutjes te maken en niet meteen ergens in uit te blinken. Dat is een prachtige oefening om te wennen aan het idee dat je dingen niet perfect hoeft te doen.
7. Leer van je fouten
Ja, sommige fouten zijn rot en onhandig, of zelfs meer dan dat. Als jij er heel stellig in bent dat fouten maken een no go is, dan wil je gemaakte fouten vast zo snel mogelijk verdringen. Je zoekt afleiding, hoopt dat de ander zegt “Nee joh, niet erg!”, blijft hangen in de vreselijke boosheid naar jezelf of gaat jezelf dan maar straffen door bijvoorbeeld niet naar die afspraak met een vriendin te gaan en in je eentje een rotdag te hebben.
Maar uiteindelijk schiet niemand er iets mee op als jij zo zwaar tilt aan de fout. Wat beter helpt, is om waar nodig ‘sorry’ te zeggen en te bedenken wat je van de fout kunt opsteken. Voel je er even schuldig over (tenminste, wel over grove fouten, niet over die pindakaaspotmisser), kijk wat je kunt doen om het te herstellen en vraag jezelf af wat je een volgende keer anders kunt doen.
Blijf niet te lang hangen in de “Wat ben ik een sukkel!”-gedachten, maar stel jezelf een paar helpende vragen:
- Wat is er misgegaan?
- Hoe kon dit misgegaan?
- Hoe kan ik dit een volgende keer anders aanpakken?
- Wat heb ik nodig om dezelfde fout niet nog eens te maken?
Dan worden fouten niet meer je vervelende missers. Maar juist de momenten die je verder helpen in je werk, je relaties of je leven.
8. Zie fouten maken niet als falen
Fouten maken is iets heel anders dan falen. Falen is de over-over-overtreffende trap van fouten maken. En dat doe je waarschijnlijk zelden. Zeg daarom niet te snel “Ik heb gefaald” als je een foutje hebt gemaakt. Zoals Thomas Edison (de gloeilampuitvinder die zijn uitvinding ook zéker niet in één keer deed) ooit zei:
“Ik heb niet gefaald. Ik heb gewoon 10.000 manieren gevonden die niet werken.”
En zo is het. Het leven is een opeenstapeling van vallen-en-opkrabbelen-acties en daar dan van leren. Als kind kon je ooit nog geen stap zetten zonder je vast te grijpen. Als je niet oplette, lag je in no-time op de grond. Gelukkig dacht je toen niet “Néé, ik heb gefaald! Ik kan niet lopen. Ik blijf mijn leven lang wel zitten”. Je zette door. Viel nog regelmatig. Stond dan op. Liep weer wat. En raakte soms opnieuw uit balans. Je faalde niet. Je leerde met elke valactie een beetje beter lopen, totdat je kon lopen zoals je vandaag de dag doet.
Fouten maken is precies zo. Je zult nog vaak genoeg dingen onhandig aanpakken om daardoor te ontdekken hoe het handiger kan. Je zult regelmatig de verkeerde afslag nemen of zelfs in de berm belanden. Maar met elke omrij-route, verkeerde afslag, buts of Wegenwacht-belletje weet je weer beter hoe het wel moet, wat je wel wilt of wat de betere manier is.
Dus echt: fouten maken mag. Graag zelfs.
Vind jij het lastig om jezelf fouten te vergeven?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
13 dingen die veranderd zijn sinds ik samenwoon
Bijna 2,5 jaar heb ik in mijn eentje gewoond in mijn eerste eigen appartement. Een bijzondere ervaring waar ik onwijs veel van heb geleerd! Ik leerde erdoor op eigen benen staan, op mijn intuïtie vertrouwen, mijn eigen gezelschap waarderen, een kat opvoeden, en gaan zien wat ik nodig heb als ik een keer verdrietig, boos of juist stuiterend enthousiast ben. Dit jaar kwam daar verandering in en trok Bart bij mij in. Oók een bijzondere en geweldig leuke ervaring! Eentje die het nodige veranderde, veelal op een positieve manier. Deze 13 dingen bijvoorbeeld!
12 bekentenissen van een kattenliefhebber
Het mag geen geheim meer zijn dat wij thuis twee heerlijke harige vriendjes hebben rondlopen. Onze katten hebben immers inmiddels een redelijk prominent plekje op mijn blog gekregen. Maar wist je dat een kat hebben zoveel meer betekent dan zo'n beestje af en toe verzorgen en eten geven? Je moet soms heel wat over hebben voor je kat, maar dat doe ik graag. Ik ben een groot kattenliefhebber en zo weten onze Paco en Beertje mij in een mum van tijd om hun pootje te winden. Een lieve blik en ik smelt. Soms gaat mijn liefde voor katten ook wel weer wat ver. Daarom deel ik vandaag 12 bekentenissen van een kattenliefhebber met je.
Een studie kiezen? Volg je hart! (+praktische tips)
Een studie kiezen? Best een uitdaging als je last hebt van keuzestress! Zeker als je, zoals ik, elke ochtend al twijfelt of je kiest voor een bril of toch voor lenzen. Je kunt je vast voorstellen dat ik met een studie kiezen als 18-jarige twijfelaar al helemaal nogal wat moeite had. Stikzenuwachtig begon ik aan een opleiding, maar het voelde niet goed. Wat nu? Wat moest ik doen? Hoe kon ik weten of ik de juiste keuze had gemaakt? Het antwoord bleek simpel: door te luisteren naar mijn hart. Ik deel mijn ervaringen en geef je 8 praktische tips voor een studie kiezen!
Als web developer, als coder, weet ik dat ik het meeste leer van fouten maken. Als iets niet werkt, en het moet wel werken, dan ligt het 90% van de tijd aan een vergeten ; . Foutje, en ook nog een heel stom foutje, want omg: het is maar en ‘;’!!! Maar 90% van de tijd is het zo iets. Het is bijna een opluchting als het een gigantische denkfout is. Dan weet je tenminste dat je écht wat fout gedaan hebt. En dan vermijd je dat de volgende keer. Maar die ‘;’ … of iets anders kleins, die kleine foutjes voelen echt veel en veel erger.
Dus je kunt maar beter grote fouten maken 🙂 Helpt dat?
En vooral onthouden dat niemand foutloos is. Echt niet. Dus waarom zou ‘jij’ de uitzondering moeten zijn dat je wel een foutloos leven van jezelf eist.
Hier typt een enorme perfectionist en ik maak niet graag fouten. Ik herken wat je schrijft dat ik er bij een ander wél mild over ben. Zo probeer ik ook naar mezelf te kijken, maar dat is niet altijd even makkelijk nog;).