Ingrediëntenlijstjes op een dwangmatige manier uitpluizen. Allerlei oordelen koppelen aan jouw getal op de weegschaal. Je schuldig voelen over wat je eet. Of juist een onstilbare honger hebben naar eten, terwijl van echte honger geen sprake is. Op allerlei manieren kun je last hebben van een niet zo fijne relatie met eten. Social media en dieethypes maken het er niet makkelijker op. Ik kan erover meepraten: als puber had ik jarenlang een eetstoornis. Herstel betekende voor mij vechten tegen stemmetjes in mijn hoofd, maar ook mijn liefde voor eten terugvinden. Het lukte, en het maakte mijn leven zoveel mooier. Dit zijn 11 dingen die mij hebben geholpen om opnieuw een gezonde relatie met eten te krijgen.
Wat is een gezonde relatie met eten eigenlijk?
In mijn ogen betekent een gezonde relatie met eten dat je voldoende eet, de dingen eet die goed zijn voor je lichaam en het jezelf ook toestaat om regelmatig (zonder schuldgevoel) te genieten van eten. Een gezonde relatie met eten is naar mijn mening niet hetzelfde als 100% gezond eten. Het gaat eerder om een goede balans tussen 1) de voedingsstoffen binnenkrijgen die je lijf nodig heeft, en 2) soms bewust genieten van een stukje chocola, een taartje of iets anders.
Als ik terugkijk naar waar ik vandaan kom (toen ik geen gezonde relatie met eten had), dan gaat gezond omgaan met eten er voor mij vooral om dat je geen onnodige oordelen hebt over wat je in je mond stopt. Dat je in de basis een goed voedingspatroon hebt, maar ook naar je lichaam kunt luisteren als het snakt naar meer eten, als je watertandend naar dat ene taartje staart of juist als je totaal geen trek hebt in wat er voor je neus staat. En dat je op die momenten – zonder oordeel over je lichaam of over wat je eet – keuzes maakt die jou gelukkig maken.
Kleine disclaimer: ik ben geen diëtist of voedingsexpert. Dus alle info in dit artikel is gebaseerd op mijn ervaringen tijdens mijn herstel van anorexia en de vele jaren voedingsbegeleiding van een diëtist die ik in die tijd heb gehad. Als je zelf enorm worstelt met eten, raad ik aan om daar altijd hulp van een psycholoog bij te zoeken. Weet dat je de strijd nooit in je eentje hoeft te voeren.
Waar ik vandaan kom?
Als je nu op mijn blog een goed gevulde receptpagina met taartjes, vrolijke ontbijtjes en hoofdgerechten ziet, zou je misschien niet verwachten dat ik ooit een totaal verknipte relatie met eten had. Van mijn 13e tot mijn 23e heb ik anorexia gehad. In die periode veranderde mijn kijk op eten een paar keer, maar gezond was-ie nooit. Mijn dieptepunt bereikte ik rond mijn twintigste. Op dat moment had ik heel veel soorten voeding het stempel “verboden” gegeven en radicaal van mijn menu geschrapt. Zelfs aan bepaalde soorten fruit wilde ik me niet wagen, omdat ik die te “calorierijk” vond. Als ik “what I eat in a day”-video’s zag van mensen die minder aten dan ik of las over dieethypes, paste ik daar direct mijn eetpatroon op aan. En een enkele opmerking als “Joh, krijg je dat allemaal op?” kon me een paar weken lang aan het wankelen brengen.
Verder kon je me in die tijd overhoren over het aantal calorieën in allerlei voedingsmiddelen. Die kon ik voor veel producten moeiteloos opdreunen. En ik heb in die periode jarenlang geen taartje of stukje chocola aangeraakt. Ik kon er wel verlekkerd naar staren, maar het voelde altijd als “iets wat niet mocht”. Om dit artikel niet ellenlang te maken, zal ik hier niet die tien jaar uitgebreid beschrijven. Over de uitgebreide versie van mijn verhaal lees je meer in mijn artikelen over herstellen van een eetstoornis, aankomen in gewicht en het artikel “Je bent 20 en je zoekt wat”. Maar de ultrakorte samenvatting is dat ik nauwelijks kon genieten van eten en niet eens wist wat ik lekker vond. Laat staan dat ik plezier beleefde aan koken of bakken.
Van maaltijdopwarmer naar kookgekkie
Tijdens mijn eetstoornisherstel leerde ik stapje voor stapje om het label “verboden” van voedingsmiddelen te halen. Ik werd uitgedaagd om vaker de controle los te laten en te ontdekken dat ongezondere voedingsmiddelen niet per se slecht zijn. Ook ging ik ontdekken wat voor voedingspatroon voor mij werkt. Dat ik misschien meer avondeten nodig heb dan anderen, maar dat dat niet iets “verkeerds” is. En ook dat jezelf toestaan om soms een koekje of chocolaatje te pakken gezonder is dan stoïcijns met een grote boog om alles waar ook maar een korreltje suiker of vet in zit heen te lopen.
Hoewel ik al was hersteld voordat ik het huis uit ging, leerde ik pas écht koken (en dat ook leuk vinden) toen ik op mezelf woonde. Opeens móest ik me wel gaan verdiepen in ingrediënten en bereidingswijzen. In het begin bestonden mijn maaltijden standaard uit één van de drie gemixte groentenpakketten uit de vriesschap van Jumbo. Die hoefde je alleen maar in de pan te kieperen. Lekker makkelijk! Ik maakte er pasta, rijst of aardappels bij en mikte een vleesvervanger in de pan. Klaar! Niets mis mee, maar echt veel liefde stak ik niet in mijn avondmaal.
Dat veranderde toen Bart en ik elkaar leerden kennen en hij vaker bleef mee-eten. Toen Bart me betrapte op mijn hoge frequentie “roerbakgroenten” op het menu, kreeg ik vaker de vraag “Eten we nu alweer wok?” naar mijn hoofd geslingerd. Ik ging er een uitdaging in zien om zowel Bart als mezelf te verrassen met nieuwe gerechten, sausjes en ingrediënten.
Van ovenverslonzer naar wannabe-culi-blogger
Mijn kookzin ontstond werd nog meer aangewakkerd toen ik buikklachten kreeg (wat een tamelijk ironisch startpunt voor een kookpassie is). Prikkelbare darmen, luidt de “diagnose” tot nu toe. In die tijd moest ik allerlei dingen proberen met voeding in de hoop de klachten te verminderen. Meerdere keren moest ik van alles op de schop gooien in mijn eetpatroon. Elke keer baalde ik één dag, maar probeerde ik er de volgende dag juist een positieve draai aan te geven. Dan sprintte ik naar de supermarkt om allerlei nieuwe dingen in huis te halen en er vooral een experimenteerkans in te zien.
Inmiddels eet ik 99,9% vegan. Ook die keuze heeft me nog meer laten experimenteren. Ik vind koken en bakken één van de leukste activiteiten. Ik voel me zelfs een beetje onthand nu we door een defecte ovendisplay twee weken zonder oven zitten, terwijl ik ooit de oven een heel jaar onaangeroerd liet. En ik ben vaker in restaurants, cafés en lunchtentjes te vinden dan ooit. Ik geniet enorm van eten, houd van kletsen (en bloggen) over eten, ben dol op eten fotograferen en kan zelfs ’s avonds in bed al fantaseren over wat ik de volgende dag zal ontbijten. Daar had ik jaren geleden nooit van durven dromen. Nog elke keer als ik nu aanschuif bij een diner en de chocolademousse toe niet oversla, kan ik van binnen glunderen. Wauw, wat ben ik blij dat ik tóch een gezonde relatie met eten kon krijgen.
Geen gezonde relatie met eten – wat houdt dat in?
Zelf heb ik dus jarenlang een ongezonde relatie met eten gehad. Sinds ik volledig hersteld ben, valt het me nog meer op hoeveel mensen – op welke manier dan ook – een moeizame relatie met eten hebben. Dat kan zich in allerlei dingen uiten:
- Je voelt je (net als ik destijds) schuldig als je bepaalde voedingsmiddelen eet. Bijvoorbeeld vanwege dieethypes of om het oordeel dat je zelf op dat voedingsmiddel hebt geplakt.
- Je hebt last van emotie-eten en gaat bijvoorbeeld extra snoepen of hebt last van eetbuien als je je geen raad weet met stress of emoties.
- Je ontzegt jezelf heel veel voedingsmiddelen. Het kan zijn dat je daardoor niet volwaardig eet of juist intense cravings naar die producten krijgt.
- Je bent doorgeslagen in alleen nog maar 100% gezond willen eten. (Dit kan uitmonden in orthorexia – een relatief onbekende eetstoornis waarover deze documentaire is gemaakt.)
- Je jojoot veel qua gewicht en hebt misschien ook een negatief lichaamsbeeld.
- Je durft in het bijzijn van anderen niet alles te eten wat je zou willen.
- Je laat heel veel vanwege het ideaalbeeld dat je voor ogen hebt, ook al zijn dat ideaalbeeld en dit voedingspatroon misschien niet gezond voor je.
Soms maakt het me verdrietig (en boos ook) dat in december jaarlijks op elke tijdschriftcover de kerstmenu’s worden aangeprezen en het allemaal niet gek genoeg kan, en dat de eerste week van januari direct de covers met dieettips in de winkels liggen. De ene persoon vindt het ene voedingsmiddel uit den boze, een ander vindt weer dat je iets anders niet moet eten, en weer een ander ziet in een ander dieet the holy grail. Juist als je al onzeker over je uiterlijk bent, kan al die heisa rondom eten en diëten het nog lastiger maken. Dat is in elk geval wat ik destijds merkte.
Je kunt écht een gezonde relatie met eten opbouwen
Als je dit nu leest en denkt “Ja maar, ik kijk zo verknipt naar eten. Die gezonde relatie met eten zit er voor mij niet in”, geef dan alsjeblieft niet op. Je wilt niet weten hoe vaak ik vroeger dacht dat ik eten mijn leven lang als iets functioneels zou zien. Iets wat je nu eenmaal doet, en dan maar op de automatische piloot. Maar met veel hulp, eetuitdagingen en begeleiding van een diëtiste en daarna zelf heel veel eetplezier opdoen, is het ook met mijn relatie met eten helemaal goed gekomen.
Als mensen nu met dieettips strooien, kan ik die prima naast me neerleggen. Het doet me niet zoveel als iemand tegen me zegt “Zou je product X nu wel eten?” en de “Ah joh, morgen sport ik het er wel weer af”-opmerkingen van anderen bij het kerstdiner laat ik het ene oor in het andere uit gaan. En ja, daar is een lange weg aan voorafgegaan. Maar als het mij is gelukt, dan kun jij het ook.
Dit zijn 11 tips die mij hebben geholpen om een gezonde relatie met voeding te krijgen. Misschien heb je er iets aan als je ook maar iets van mijn verhaal herkent.
1. Experimenteer met nieuwe gerechten
Mijn beste (en ook meteen leukste) tip om je relatie met voeding te verbeteren, is om jezelf op een paar kookboeken te trakteren of een aantal foodblogs of Pinterest-pagina’s bij je favorieten te zetten. Als je op een ongezonde manier naar voeding kijkt, ben je vaak helemaal niet zo bezig met smaak. Als ik naar eten keek, dacht ik vooral in termen van “Eet ik wel” en “Eet ik niet”. De hele lol was er af. Ik heb zelf een veel betere relatie met eten gekregen door eten te gaan zien als iets leuks en lekkers. Ik ging weer volop experimenteren met eten en wekelijks dingen in mijn mandje te gooien waar ik nog nooit mee had gekokkereld.
Denk niet te snel dat er in jou geen goede kok schuilgaat. Echt iedereen kan leren koken of bakken. Je hoeft je niet meteen aan stoofschotels te wagen die 2 uur op het vuur moeten pruttelen of Heel Holland Bakt-waardige taarten uit de oven tevoorschijn te toveren. Begin met gerechten die in een half uur klaar zijn of met simpele cupcakes. Als je merkt wat je allemaal kunt met ingrediënten, kun je eten zomaar meer gaan waarderen.
Oh ja, meteen wat ongegeneerde zelfpromotie: mijn blog barst van de vegetarische en vegan recepten. Ik ben zelf ook een makkelijke kokkin, dus er staan genoeg simpele muffinrecepten tussen en hoofdgerechten die maximaal een half uur kosten. Mijn eigen favorieten? Deze paprikarisotto, mijn favoriete bananenbrood en de dadeltaart met Oreo’s.
2. Besef dat wat voor een ander gezond is dat voor jou misschien niet is
Probeer jouw voedingspatroon nooit te vergelijken met dat van een willekeurige ander. Ieder lichaam werkt zó anders. En wat voor een ander goed is, hoeft dat voor jou niet te zijn. Het ene lichaam heeft veel meer voeding of heel andere voedingsstoffen nodig om gezond te zijn dan het andere lijf. Dat geldt zeker als je bijvoorbeeld moet aankomen in gewicht.
Zit je zelf in herstel van een verstoorde relatie met eten? Prent jezelf dan ook in dat jouw eetpatroon tijdens je herstel sowieso anders zal zijn dan dat van ieder ander. Jij moet misschien meer eten dan gemiddeld, eetuitdagingen aangaan of juist wél dat taartje nemen dat je oom en tante net afsloegen. Voor je tante die op dieet is, is een taartje bij de koffie misschien niet zo gezond. Maar toen ik juist mijn suikervrees probeerde te overwinnen, was het voor mij wél heel gezond om dat taartje te nemen. En besef ook: je ziet nooit van ieder ander hun volledige voedingspatroon.
Dus oordeel nooit over jouw eetpatroon op basis van wat anderen eten. Focus op wat op dit moment goed is voor jou, en op wat jou helpt om een gezondere relatie met eten op te bouwen.
3. Ga voor balans (en dus niet 100% gezond)
In mijn ogen is gezond eten niet hetzelfde als 100% gezond, onbewerkt en perfect eten. Als je jezelf ALLES ontzegt wat niet het label ‘gezond’ heeft, dan zit daar vaak ook een ongezonde gedachte achter. Ik at in mijn eetstoornisperiode in feite volledig gezond. Alles wat ik at, was grotendeels onbewerkt, puur en stond keurig netjes in de Schijf van Vijf vermeld. Maar de gedachten waarmee ik dat deed, waren niet gezond.
Pas later ging ik ontdekken dat een echt gezond voedingspatroon betekent dat je jezelf óók soms chocola, taartjes, snoep, koek of romige sausjes gunt. Juist als je merkt dat je daar ver van wegblijft of op verjaardagen nooit een taartje mag eten van jezelf, is het goed om eens te kijken “Waarom ben ik hier zo stellig in?”.
Besef ook dat het heel normaal is dat je de ene dag gezonder eet dan de andere dag. Er is niets mis met soms een afhaalpizza eten als je de volgende dag gewoon weer een groentemaaltijd op tafel zet. Het is prima om niet elke dag trouw aan je twee stuks fruit te komen, om een keer te ontbijten met pannenkoeken of om bij die ene gezellige brunch meer en ongezonder te eten dan anders.
Merk je dat je tegen dingen als eten buiten de deur opziet? Zoek professionele hulp of praat er met mensen over. Hoe eerder je erbij bent, hoe minder lastig het vaak is om je patronen te doorbreken.
4. Probeer jezelf geen dingen te ontzeggen
Als ik online lees over crashdiëten of diëten waarbij je koolhydraatarm door het leven gaat (joh, ik word al licht in mijn hoofd als ik daaraan denk), kan ik soms een beetje verdrietig worden. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat je de hele dag aan de chips en koekjes zit. Maar het is het andere uiterste als je jezelf voedingsmiddelen compleet ontzegt. Vaak krijg je er dan juist enorme cravings naar of sla je misschien door in gezond eten.
In plaats van jezelf voeding compleet te ontzeggen, werkt het vaak veel beter om het jezelf soms wel toe te staan. Dus spreek niet dingen met jezelf af zoals “Ik eet nooit meer taart” of “Chips doe ik niet aan”. Maar sta het jezelf toe om daar af en toe wel iets van te eten en probeer er dan éxtra van te genieten.
5. Bezoek een diëtiste voor voedingsadvies
Wat mij heel erg heeft geholpen tijdens mijn herstel, is om rationeler naar voeding te kijken. Ik had talloze associaties bij voeding: controleverlies, wel/niet gezond, aankomen, minder perfect zijn, niet goed volgens persoon X of Y, meningen van anderen, angst om groot te groeien… Ik plakte er talloze labels op, terwijl – nou ja – het ook gewoon maar eten is. Een diëtiste heeft mij geweldig goed geholpen om mijn kijk op eten te veranderen. Zij liet me inzien hoe een normaal voedingspatroon eruitziet en dat mijn beeld van veel voedingsmiddelen niet klopte. Dankzij haar heb ik heel erg geleerd om mijn eigen plan qua eten te trekken en me daarbij niet te veel te laten leiden door meningen en hypes.
Door het voedingsadvies kan ik nog steeds heel nuchter kijken naar eten. Ik weet heel goed wat ik nodig heb op een dag. Als ik bijvoorbeeld bij een lunchtentje zit en merk dat ik daarna nog honger heb, haal ik gerust nog een broodje bij de supermarkt. Tien jaar geleden had ik dat nóóit gedaan en vond ik “Een portie is een portie”. En als mensen over dieethypes praten, denk ik eerder “Huh, maar hoe kan dat nu gezond zijn?” dan dat ik er ooit nog in zou meegaan.
6. Eet bewust (en geniet bewust)
Werk je avondeten of lunch niet snel, snel weg. Ontbijt niet gehaast met de eerste collega van de dag al aan de telefoon. Probeer echt te proeven wat je eet, te bedenken of je dit lekker vindt en een moment te maken van de maaltijd. Als je eten altijd maar in alle haast doet, is het lastig om het te zien als een genietmoment. Wanneer je er bewust de tijd voor neemt, levert dat je meer positieve associaties met eten op. Ook kan het helpen om beter te voelen wanneer je verzadigd bent als je iets langzamer eet.
En eet je iets extra lekkers? Doe dat dan ook heel bewust. Neem kleine hapjes van je stukje taart of maak er echt een moment van als je dat ene lekkere chocoladekoekje voor jezelf koopt. Dan kun je lekkere dingen meer associëren met “een speciaal moment” of “verwennerij” in plaats van met negatieve dingen.
7. Leer te vertrouwen op je lichaam
Vaak geeft je lichaam best goed aan waar het behoefte aan heeft. Het kost alleen soms tijd (en eten met aandacht) om die signalen te herkennen. Kijk eens wat het met je doet als je toegeeft aan de signalen van je lichaam. Heb je honger? Probeer iets te eten, al is het maar wat kleins. Zit je echt vol? Luister ernaar en zeg gerust eens ‘nee’, ook al ben je pas bij gang zes van de zeven. Snak je enorm naar een croissant terwijl je langs de bakker loopt? Gun jezelf er een keer één. En heb je een keer eerder trek in lunch of vaker behoefte aan tussendoortjes dan anders? Pas je eetpatroon van die dag erop aan.
Luisteren naar mijn lichaam vond ik in eerste instantie doodeng. Ik was bang “de controle” kwijt te raken of weegschaalcijfers in tornadovaart omhoog te zien schieten. Niets van dat alles gebeurde. Mij heeft eten op gevoel (“intuïtief eten”) veel gebracht. Het leerde me…
- …dat ik prima nog een keer mag opscheppen als de rest het niet doet, zonder me een veelvraat te voelen. “Mijn lichaam heeft het nu eenmaal nodig”, wist ik dan.
- …om soms een toetje af te slaan als ik juist na een zesgangendiner mijn maag bijna uit mijn rok voelde ploffen en geen eten meer kon zien.
- …om soms vóór een familiebrunch gerust thuis alvast te ontbijten, omdat ik weet dat ik anders bloedchagrijnig van de trek aanschuif.
- …om af en toe groenten te eten terwijl iemand anders friet bestelt, omdat dat is waar ik op dat moment behoefte aan hebt.
- …om andersom juist aan de chocola te zitten terwijl een vriend het bij enkel een mandarijntje houdt.
8. Bedenk wat een gezonde relatie met eten je oplevert
Wat zou het je brengen als je op een andere manier naar eten kunt kijken? Schrijf dat ergens voor jezelf op of breng het eventueel zelfs in beeld. Kun je dan bijvoorbeeld vaker meegaan naar gezellige etentjes met vriendinnen? Zou het je rust in je hoofd geven als je je minder druk maakt over 1 kilo meer of minder? Geeft het je veel meer vrije tijd wanneer je niet meer fanatiek móet sporten van jezelf, maar het op een iets mildere manier aanpakt? Helpt het je om gezonder te worden als je op een andere manier kijkt naar voeding?
Mij hielp een gezondere relatie met voeding bijvoorbeeld om weer écht te leven. Ik was elke dag veel tijd en energie kwijt aan eten, niet eten en alle gedachten daarover. Ik miste vaak etentjes of gezellige dingen met vrienden. Een gezonde relatie met eten betekende destijds voor mij meer genieten, meer samen zijn, en gewoonweg meer leven.
Zet op die manier eens voor jezelf op een rij wat een andere kijk op voeding jou brengt. Waarom is dit het waard om – zelfs als het moeilijk is – je best voor te doen? Juist op de momenten dat je oude patronen op de loer liggen, kan het je stimuleren om er toch tegen in te gaan.
9. Kook of bak met mensen die een gezonde relatie met eten hebben
Gelukkig zijn er ook heel veel mensen die wél op een gezonde manier met voeding bezig zijn. Mij hielp het in mijn herstel enorm om te eten, koken of bakken samen met mensen die heel anders naar voeding keken dan ik. Mensen die de ingrediëntenlijst geen blik waardig gunden, maar gewoon een taartje op hun bord kieperden. Of die een stuk meer olijfolie in de pan schonken dan ik destijds deed. Juist door mee te kijken hoe anderen het doen, kon ik mijn eigen niet-helpende gedachten en patronen herkennen.
Vaak vergelijken we onszelf op een negatieve manier met anderen. Je kijkt misschien naar mensen die in jouw ogen het perfecte lichaam hebben. Of mensen die in jouw ogen beter eten of een strakker sportregime hebben dan jij. Maar vergelijk juist eens de andere kant op. Zoek een positieve inspiratiebron. Iemand die in jouw ogen een heel gezonde relatie met voeding heeft, en die gezond eet maar ook gerust kan genieten van lekkere, ongezonde dingen. Praat met elkaar over voeding of (nog beter!) kook of bak samen iets lekkers of bezoek samen een restaurant.
10. Kijk naar wat er ónder je relatie met voeding zit
“Een eetprobleem gaat nóóit over eten” is de meest gehoorde zin tijdens mijn herstel. Daar geloof ik zelf ook heilig in. De meeste mensen hebben geen probleem met eten zelf. Ze kunnen fysiek wel eten. Ze vinden ook heus dingen lekker. Vaak zit er een patroon achter en zet je te weinig/te veel/te gezond/te gecontroleerd eten in als middel om met moeilijke dingen om te gaan.
Mijn eetstoornis ging bijvoorbeeld over perfectionisme, angst om volwassen te worden, faalangst, onzekerheid en een laag zelfbeeld. Op een ongezonde manier omgaan met eten was mijn uitlaatklep om met al die dingen te dealen.
Ik geloof dat je relatie met eten herstellen ‘m ook zit in onderzoeken waar die verstoorde visie op eten vandaan komt. Waarom wil je bijvoorbeeld controle hebben over wat je eet? Waarom vind je jezelf pas perfect als je in een bepaalde maat past? Waarom moet je van jezelf zo vaak op de weegschaal staan? Waarom heb je eten nodig om emoties aan te kunnen? Waarom doet het iets met je als mensen dingen zeggen als “Joh, zou je dat nou wel eten?”? Wat zit eronder? Kun je dát uitpluizen (eventueel met hulp van een coach of psycholoog)?
Het hielp mij enorm om elke keer dat ik ergens moeite mee had opnieuw tegen mezelf te zeggen: “Mijn angst gaat niet over dit taartje of over die paar kilo meer.” Het ging over andere dingen. Door dáárnaar te kijken, kon ik stapje bij stapje uitgroeien tot iemand die de verstoorde relatie met eten niet meer nodig had.
11. Zie jezelf als méér dan wat je eet of hoeveel je weegt
Als je een keer de bodem van de chipszak sneller hebt bereikt dan de bedoeling was, maakt dat je niet mislukt. Dat je een paar kilo zwaarder bent dan eerst, is geen reden om opeens ontevreden in de spiegel te kijken. En als jij de enige bent die een toetje eet terwijl de rest dat afslaat, staat dat niet gelijk aan een gebrek aan discipline. Het betekent gewoonweg dat jij jezelf dit gunt en lekker vindt.
Los van of het soms nodig is om af te vallen of aan te komen, is het belangrijk om je zelfvertrouwen los te koppelen van wat er op je bord ligt, welk getal de weegschaal aangeeft en of je dit taartje wel of niet afslaat. Twee kilo meer maakt je geen ander mens. Afvallen naar een gezond gewicht maakt je niet ongezellig en stom. En aankomen maakt je ook niet minder gedisciplineerd. Vaak getuigt het juist van discipline dat je losser kunt worden met eten dan je was.
In the end ben je altijd zoveel meer dan wat je eet, hoeveel je weegt, hoe vaak je sport en wat er op je avondeetmenu staat. Je bent goed genoeg. Ook nu al.
Heb jij nu of vroeger last gehad van een ongezonde relatie met voeding?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
6x mijn (dag)dromen voor de komende 5 jaar
Zonder dromen en idealen zou het leven maar saai zijn. Ik ben groot voorstander van vasthouden aan een paar mooie dromen voor de toekomst. Zelf ben ik al vanaf mijn kleutertijd een echte dromer. Ik kan uren fantaseren over wat ik zou willen bereiken of hoe ik zou willen dat mijn leven er over een paar jaar uitziet. Zeker als pas afgestudeerde twintiger die de nodige veranderingen doormaakt, vind ik het leuk om lijstjes met toekomstdromen op te stellen. Voor dit blogje zette ik daarom 6 dromen voor de komende 5 jaar op een rijtje.
Is het erg als ik geen mindful zen-goeroe ben? (overpeinzingen van een bezige bij)
Ken je die reclames voor retraites waar je van terug schijnt te komen alsof je zojuist uit een diepe winterslaap bent ontwaakt? Vergeleken met mindfulness-coaches, zengoeroes en retraite-organisatoren voel ik me regelmatig een kip zonder kop. Ik ga best lekker op krappe deadlines en krijg acute kriebels in mijn kont bij het idee van twee uur stil zitten voor de tv alleen al. Gestrest ben ik niet, maar echt mindful ook zeker niet altijd. Hoe erg is dat eigenlijk?
Een half jaar fulltime aan het werk | Hoe bevalt het?
Bijna een half jaar geleden stapte ik het bedrijfspand binnen. Met mijn nieuwe hakken aan en een tas bungelend aan mijn arm begon ik aan een nieuw avontuur. Mijn allereerste werkdag bij mijn allereerste grotemensenbaan was aangebroken. Een tikkeltje nerveus (kan ik dit allemaal wel?) begon ik aan deze spannende dag. Het was een dag van tientallen handjes schudden, honderden indrukken en een flinke dosis informatie die niet allemaal meteen bleef hangen. Inmiddels is het een half jaar geleden dat ik de eerste stappen in ons pand zette. Alweer een half jaar fulltime aan het werk, hoe bevalt dat?
Het is voor iedereen anders. Er is inderdaad een verschil met de relatie die je met ‘eten’ hebt (het werkwoord) en eten (het zelf nw) dat bewezen ongezond is. Want dat is er gewoon. Alleen, als leek – consument – is het lastig om dat aan de buitenkant te beoordelen.
Alles waar ’te’ voor staat is een riode vlag: te veel, te weinig, alebei niet goed. Eet met mate, en zo veel mogelijk planten. Boem. Klaar.
Heb ik een moeilijke relatie met eten gehad? Ja. Als kind kreeg ik te veel eten aangeboden en wilde ik niet eten. Mijn ouders waren van een generatie die zelf niet genoeg te eten hadden en wilde mij die honger besparen. Er werd nooit eten weggegooid bijvoorbeeld. Alles moest op. Het heeft heel lang geduurd voor ik er achter kwam dat wat ik een normaal portie vond, door mijn opvoeding, voor mij als ukkie (ik ben klein) 2x te veel was.
En een normaal stukje ‘ongezond eten’ is niet een snickers, mars én een halve milka reep, maar 10 gram 85% pure chocolade. Dat maakt veel verschil.
Phoe, ben een beetje stil van deze blog. Zoveel herkenning. Ik heb een ongezonde relatie met eten en vooral met de weegschaal. Ik heb nu een fijne diëtiste die me leert om, ook nu ik af moet vallen, te genieten van eten. En ja, daar hoort ook taar bij, ondanks dat ik te zwaar ben. Moeilijk, maar het gevecht waard. Dankjewel voor deze blog en het inzicht in jouw ‘reis’. Helpt mij enorm.