Onze huizenjacht naar dit huidige stekkie was van heel korte duur. Het tweede huis dat we bezichtigden, werd meteen ons forever home. Daar voel ik me absoluut een mazzelkont mee. Maar voordat het zover was, hebben we wel héél lang nagedacht over een voor ons veel lastigere vraag: “Waar willen we wonen?”. Lange tijd lag er van alles open: Utrecht, Breukelen, Woerden, Hilversum, Amstelveen… Ik had zo mijn voorkeuren, Bart ook. Maar hoe bepaal je dan waar je wilt wonen? En hoe weet je zeker dat dit een locatie waar je nu én over 5 jaar blij van wordt? Dit zijn 9 tips waarmee zelfs wij uiteindelijk uit dat lastige dilemma kwamen.
“Ja maar, waar gaan we dan wonen?”
Laat ik een sprong terug maken in de tijd. Naar zo’n 5,5 jaar geleden. Toen ik nét van ene Bart had gehoord en zelfs nog geen foto van hem had gezien. Ik wist dat hij uit Utrecht kwam en in de IT werkte. En dat hij in de gesprekken aardig genoeg overkwam om eens een drankje mee te drinken. Omdat ik geen plannen had om voor de liefde naar de andere kant van het land te verhuizen (diep respect voor mensen die dat wel doen, maar ik ben nogal gehecht aan “mijn stukje Nederland…”), had ik mijn filter op de datingsite keurig ingesteld op maximaal 50 km van mijn woonplaats. Dan wisten we allebei zeker dat de “Waar gaan we wonen als het ooit iets wordt?”-vraag geen dealbreaker zou worden.
Hoewel we voor ons eerste koophuis samen niet hoefden te kiezen tussen twee uitersten als Limburg en Den Helder, was de “Waar gaan we wonen?”-vraag een paar jaar later wel een serieus ding. We hebben ‘m lange tijd vakkundig voor ons uitgeschoven en vermeden. Bart was bij mij in mijn appartement in Aalsmeer ingetrokken. Maar we wisten van elkaar dat ik het allerliefst in Amstelveen of Amsterdam en Bart het liefst in Utrecht wilde wonen. Kies je dan één van beide plekken? Ga je in het midden wonen? Laat je de huizenprijzen bepalen?
Pas toen ons appartement serieus wat krap werd met 2 thuiswerkende mensen en we inmiddels genoeg hadden gespaard voor een huis samen, braken we ons hoofd opnieuw over die ene vraag. Qua wensen voor een woning zaten we totaal op één lijn. Maar die woonplek? Dat was nogal een ding.

Hoe ontdek je waar je wilt samenwonen?
Uiteindelijk hebben we er een halfjaar voor uitgetrokken om te bepalen waar we wilden wonen. We zijn allebei gevoelsmensen die ons ergens vooral fijn moeten voelen. Maar ja, dat is ook zo abstract. En waar heeft dat fijne gevoel dan mee te maken? We hebben er dan ook lang over nagedacht, veel over gekletst en zelfs een hoop research (inclusief kaartjes van de vliegroutes van Schiphol) gedaan voordat we uiteindelijk ons vlaggetje in Amstelveel plantten.
“Locatie, locatie, locatie” zeggen makelaars vaak. Daar ben ik het roerend mee eens. Een huis zelf kun je verbouwen. Maar je kunt niet zomaar je woning naar een andere plek verplaatsen. De woonplaats móet goed voelen.
Maar wat doe je als je niet zeker weet waar je wilt wonen? Dit zijn 9 tips die ons hebben geholpen om de knoop door te hakken.
1. Bepaal eerst álle mogelijke plekken
Eerst zijn we samen gaan kijken naar alle woonplaatsen tussen Amsterdam en Utrecht in die geen nog-nooit-van-gehoord-gehucht zijn. Werkelijk elke dorp en stad gaven we een plek op het lijstje. Ook als één van ons zichzelf daar absoluut niet zag wonen. Afbranden kon later nog. Onze eerste lijst was dan ook bizar lang. Er stonden plekken op in de bollenstreek en ook Gouda, Hilversum en Amsterdam-Noord hebben nog kort de revue gepasseerd.
Daarna mochten we allebei zeggen waar we onszelf absoluut niet zagen wonen. Voor Bart vielen bijvoorbeeld de kleinste dorpjes af, omdat hij niet te afgelegen wilde wonen. Ikzelf wilde niet “voorbij Utrecht” gaan, omdat ik dan al snel op een uur rijden van mijn dierbaren af zou wonen. Sommige plekken lagen qua vervoer onhandig, en we hadden ook allebei een paar plaatsen die we helemaal niets vonden. Daarna bleven er nog zo’n 7 woonplaatsen over die eventueel een optie zouden zijn. Kijk, zo werd het al een meer behapbare zoektocht!
2. Check de Funda-prijzen voordat je je hart ergens aan verliest
Dromen kan en mag altijd. Maar ja, huizen zijn nu eenmaal duur tegenwoordig. En op sommige plekken al helemaal. Dus voordat we compleet verliefd zouden worden op een onbetaalbare plek om te wonen, deden we een rondje Funda. Puur om te kijken wat de huizen overal kosten!
Zo bevestigde een rondje Funda ons sterke vermoeden dat wonen in Amsterdam een onbetaalbare missie zou worden als we iets groters dan een appartement wilden. Ook ontdekten we door de Funda-ronde dat in Utrecht maar een paar wijken enigszins binnen budget zouden vallen. Ik zag mezelf op zich nog wel wonen in de mooie wijk vlak bij het centrum met alle leuke steegjes. Maar helaas, de portemonnee dacht ook daar uiteraard anders over.
Verder is het altijd slim om te checken wat de vierkante-meter-prijs van huizen in een gemeente is. In de stad krijg je nu eenmaal vaak minder huis voor je geld dan in een kleiner dorp. Daarnaast verschilt de prijs regelmatig per wijk. Dat wil niet zeggen dat je voor de gemeente met de gunstigste vierkante-meter-prijs moet gaan (dat hebben wij ook niet gedaan!). Maar het is alleen al voor jezelf handig om te weten hoeveel huis je in verschillende gemeenten voor je geld zou krijgen.

3. Bepaal wat je de állerbelangrijkste criteria voor een woonplaats vindt
Waar moet de locatie voor jou of jullie aan voldoen? Wij hebben allebei voor onszelf een lijstje met criteria gemaakt. Daar gaven we ook cijfers aan. De ‘1’ stond voor een dealbreaker-criterium. Een ‘5’ was een zou-leuk-zijn-als-het-kan-punt. Die lijstjes hebben we daarna naast elkaar gelegd om zo gezamenlijk een criterialijst op te stellen.
Zo vonden we allebei goede openbaar-vervoer-voorzieningen een must en wilden we absoluut niet aan een drukke weg wonen. Daarnaast vond ik het zelf belangrijk dat er niet alleen maar jonge mensen in een wijk wonen en dat de wijk een beetje divers is. Voor Bart woog iets anders heel zwaar: vliegtuigherrie. In Aalsmeer woonden we pal onder de aanvliegroute. Daar had ik (als kind geboren onder de vliegtuigen) geen last van, maar Bart stoorde zich er elke dag enorm aan. Hij pakte dan ook de vliegtuigroutes van Schiphol erbij om te bepalen welke dorpen en wijken voor hem een absolute no-go waren.
Door die lijstjes naast elkaar te leggen, werd het aantal mogelijke plekken kleiner. Sommige plekken vielen af vanwege vliegtuigoverlast. En ik schrapte een paar plekken die weer andere onhandigheden (duur betaald parkeren, slechte treinverbinding, etc.) hadden.
4. Rijd rondjes en leer de wijken kennen
Maar als je écht wilt weten hoe het is om ergens te wonen, is rondjes rijden in mijn ogen de beste methode. Wij deden dat in alle plaatsen die waren overgebleven. We stippelden allebei met Google Maps een route uit door die woonplaatsen om werkelijk elke wijk te leren kennen. Een beetje à la Kopen zonder Kijken! In onze favoriete wijken stapten we ook nog even uit om er al wandelend meer van te zien.
Op papier kan een plek 1000% kloppen. Maar pas als je er echt rondloopt, weet je zeker of het ook goed voelt. Zo hadden wij ook een paar andere wijken in Amstelveen in gedachten, maar hoorde je daar veel snelweggeluid. Daar knapten we allebei op af, dus die werden het niet. Bart liet mij ook een paar nieuwbouwwijken aan de rand van Utrecht zien. Ik merkte dat ik mezelf daar vanwege de sfeer niet zag wonen. Dus ook die wijk werd het niet.
Als je een wijk niet goed kent, kun je natuurlijk ook mensen op straat vragen hoe zij het vinden om hier te wonen. Of misschien ken je zelf mensen die bekend zijn met de buurt. Ook zij kunnen je vast bijpraten.

5. Denk niet alleen aan het idyllische, maar kijk ook naar praktische
Als ik soms zie hoe mooi mensen op de Veluwe of in Zeeland wonen, kan ik zeker weleens jaloers naar hun tuinen kijken die veel groter zijn dan mijn rijtjeshuistuintje. Midden in de natuur, met weidse uitzichten en veel rust om je heen. Maar even praktisch: als ik daar woon, wonen we van zowel mijn ouders als Barts vader wel heel ver af. Dus nee, grote tuin of niet, voor ons was dat geen optie.
Bart en ik zijn allebei best wel van het praktische. Zeker als je een huis zoekt waar je jarenlang gelukkig hoopt te wonen, is het fijn als je niet om praktische redenen over een paar jaar toch je biezen moet pakken.
Probeer dan ook zeker niet alleen te kijken naar wat bij je droomplaatje past. Maar kijk ook naar praktische dingen die voor jou zwaar meetellen:
- Hoe ver is het vanaf deze plek rijden naar je werk?
- Als je kinderen of een kinderwens hebt, hoe zit het dan met basisscholen en middelbare scholen in de buurt?
- Hoe ver is het lopen/fietsen/rijden naar de dichtstbijzijnde supermarkt?
- Wat is de reisafstand naar je familieleden of vrienden? Heb je het er eventueel voor over om verder te moeten reizen als dat je een mooiere plek oplevert?
- Stel dat je familieleden ooit zorg nodig hebben, hoe zou je dat kunnen regelen als je hier woont? Of speelt dat geen rol?
- Als je verder weg verhuist en dus naar ander werk moet zoeken: is er hier genoeg werkgelegenheid in jouw vakgebied?
- Als je vrienden of familie hebt die met het openbaar vervoer reizen: kunnen zij hier makkelijk komen?
- Hoe zit het met de veiligheid in deze wijk? Vooral als je alleen woont, is dat handig om goed naar te kijken.
Wat voor de één essentieel is, is dat vast voor de ander niet. Dus weeg vooral voor jezelf af wat voor jou het belangrijkst is.
Bart en ik wilden bijvoorbeeld allebei graag op een plek wonen die binnen 30 minuten van onze beide ouders af ligt, waar goede voorzieningen in de buurt zijn en waar je ook met het openbaar vervoer bereikbaar bent. Wij hadden het ervoor over om iets meer te betalen voor iets minder huis, als we wel al die factoren zouden hebben. Zo zijn we in onze fijne groene wijk in Amstelveen uitgekomen.
P.S. Maak sommige praktische bezwaren ook weer niet té groot. Voor bepaalde problemen kun je, als je er eenmaal gaat wonen, wel een oplossing vinden. Je kunt wel nu al nadenken over de afstand tot de dichtstbij zijnde universiteit voor als je peuter ooit student wordt. Maar hé, wie weet wil hij tegen die tijd sowieso wel het huis uit of in het buitenland studeren, en heb je dan helemaal niets aan de universiteit op fietsafstand. En lijkt wonen in een van die mooie Amsterdamse steegjes je onpraktisch omdat je geen idee hebt hoe je dan meubels naar boven gesjouwd krijgt? Geen zorgen: daarvoor kun je altijd nog een verhuislift huren in Amsterdam. Met zo’n lift zijn wij ook verhuisd vanuit ons appartement op 2 hoog zonder lift 🙂
6. Ga gewoon eens voor het gevoel huizen bezichtigen
Toen ik mijn eerste huis kocht, liet ik mijn “Waar ga ik wonen?”-keuze vooral afhangen van de huizenprijzen. Elk appartement dat binnen mijn betaalbaarheidsmarge viel en in een van mijn favoriete woonplaatsen stond, was op z’n minst een bezichtiging waard. Mij hielp het toen om voor al die plaatsen mijn Funda-meldingen aan te zetten en gewoon eens wat huizen in het echt te bekijken.
Ook al doe je geen bod of is een huis al op de foto’s niet perfect, het kan je toch helpen in je zoektocht. Je gaat je dan voor dat huis nog beter verdiepen in een buurt en ziet ook beter wat voor type huis je hier kunt krijgen.
Zeker als je nog een groot zoekgebied hebt, helpt het absoluut om laagdrempelig huizen te bezichtigen. Ook als ze misschien net boven je budget liggen of als je twijfelt of dit het wel is. Je wordt er in elk geval wijzer van. Al is het maar doordat je steeds beter ontdekt wat je niet wilt.

7. Schakel een aankoopmakelaar in voor extra hulp
Toen wij na lang beraad, veel rondjes rijden en soms ook slapeloze nachten (van mijn kant) eindelijk hét zoekgebied wisten, hebben we meteen een fijne aankoopmakelaar ingeschakeld. (Mocht je ook in Amstelveen of omgeving zoeken: ik kan je Dieuwke van BorgerSmith van harte aanraden!). In de huidige huizenmarkt vind ik het persoonlijk zeker een aanrader om met een makelaar op huizenjacht te gaan. Wij hadden zelf een piepklein zoekgebied waar hooguit eens in de paar maanden een huis vrijkwam. Dus we wisten: als er een huis vrijkomt, moeten we meteen toehappen en een goed bod doen. De aankoopmakelaar hielp ons om beter beslagen ten ijs te komen.
Overigens kan een makelaar je ook al helpen als je nog twijfelt over de plek waar je wilt wonen. Vaak kent de makelaar verschillende gemeenten in de buurt. Soms kan diegene je juist helpen om een knoop door te hakken door je te wijzen op de plus- en minpunten van een specifieke woonplaats.
Lees ook: Mijn 17 tips voor verhuizen.
8. Maar voorkom ook een tunnelvisie
Tegelijkertijd is het ook niet altijd handig als je maar een paar straten op het oog hebt én daarbij een hele waslijst aan wensen hebt liggen. Soms is het binnen je budget gewoon niet allemaal haalbaar en moet je een paar wensen laten varen, hoe lastig ook.
Ook als je een specifiek zoekgebied hebt, is het altijd handig om je Funda-zoekcriteria iets ruimer in te stellen en soms in andere wijken te kijken. Wie weet word je blij verrast door een woonplaats waar je nooit aan had gedacht. Zo ben ik zelf in mijn vorige appartement terechtgekomen, doordat Aalsmeer toevallig binnen mijn zoekgebied viel. Ik had er nooit over nagedacht om daar te gaan wonen, maar het was uiteindelijk een heel fijne plek.Nederland heeft zoveel mooie plekken. En soms zie je die juist pas als je een deel van je strenge eisenlijstje laat varen.
Overigens lieten wij bij dit huis vooral wensen varen op een ander vlak. We zochten een instapklaar huis, maar kozen voor een woning die om een grotere verbouwing vroeg dan we ooit hadden bedacht. Dat was de consequentie van een piepklein zoekgebied. Achteraf ben ik heel blij dat we dat grote verbouwproject tóch zijn aangegaan en vooral naar de plek hebben gekeken. Een huis kun je aanpassen. De locatie niet.

9. Laat los dat dit meteen je voor-altijd-huis moet zijn
Los daarvan hielp het mij ook om niet tijdens de zoektocht al te denken “Hoe weet ik nu of deze plek over 10 jaar nog steeds goed voelt?”. Ja, in principe kopen we een huis voor langere tijd. Maar dat je een huis koopt en daar een contract voor tekent, betekent niet dat je hier verplicht de rest van je leven aan vastzit. Als het écht niet bevalt of als je later toch liever landelijker of juist dichter bij de stad woont, kun je altijd nog een ‘Te koop’-bord in de tuin zetten en verkassen. Ja, dat kost geld. En energie. En veel tijd. Maar het is niet het einde van de wereld.
Met een verhuizing maak je altijd een sprong in het diepe. Maar wat is het ergste wat er kan gebeuren? In het beste geval overtreft je woonplek (zoals in ons geval) als je wensen. In het allerergste geval kun je altijd je Funda-zoektocht opnieuw starten en toch je biezen pakken.
Hoe ben jij uitgekomen bij de plek waar je nu woont?


BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
Vegan pasta met pistache-pesto en broccoli
Pasta pesto is dé klassieker die iedereen wel kent. Maar ook heel lekker is om een creatieve draai aan dit traditionele Italiaanse recept te geven. Maak eens pasta met pistache-pesto. Deze pesto is gemaakt van pistachenoten en broccoli. Veel verstopte groenten én de fantastische smaak van pesto dus! Met dit recept maak je met weinig moeite, met weinig ingrediënten én in weinig tijd een goddelijke pasta met pistache-pesto. Vegan kipstukjes erbij en je hebt een voedzame maaltijd waar je zeker een tijdje van vol zit!
Vegan ravioli uit de oven met paddenstoelen en spinazie
Oké oké, van alle pastarecepten die ik heb bedacht, vind ik dit absoluut de lekkerste. Stel je een ovenschaal vol gevulde pasta voor en dan met een heerlijk romige saus, de bite van paddenstoelen en mega-veel smaak dankzij pesto en zongedroogde tomaatjes. Deze vegan ravioli uit de oven heeft het allemaal. Het gerecht barst van de groenten en zit ook nog eens vol eiwitten. En dat zonder vleesvervangers en dankzij een beetje zijdetofu voor een heerlijk romige structuur. Klinkt bijzonder, is ontzettend lekker! Ontdek hoe je deze vegan ravioli zelf uit de oven tevoorschijn tovert om hoge ogen mee te gooien.
Vegan speculaasmuffins met Lotus-koekjes (snel & lekker!)
Dé tijd van het jaar is weer aangebroken: tijd om speculaasjes in je dampende kop thee te dopen. En tijd om überhaupt die lekkere thee-koekjes weer vaker uit de koektrommel te pakken. Én om met de smaak van datzelfde koekje smakelijke muffins te maken. Speculaasmuffins dus! Ze stonden al tijden op mijn lijstje om een bakexperiment mee te starten. Sinds ik er eenmaal aan begonnen ben, kan ik niet genoeg voorraad aan speculaasmuffins hebben. Ze zijn lekker zoet, een tikkeltje herfstachtig én zeker goed bij de thee. Misschien nog wel meer dan een echt speculaasje. Met dit recept maak je de vegan speculaasmuffins zelf!
Mooi om te lezen hoe jullie dit gedaan hebben. Ik werkte in de plaats waar ik nu woon en kwam dagelijks langs het nieuwbouwproject dat nu mijn (t)huis heet. Zo kwam ik er terecht. Eerlijk gezegd geen grondige studie van gemaakt, maar als ik nu zou verhuizen, zou ik wél in dit dorp willen blijven. Of ik zou inderdaad een serieus onderzoek doen zoals jullie hebben gedaan.
Wat leuk deze tips! Helaas kom ik zelf niet in aanmerking voor een kopphuis. Ik kan alleen huren en het is momenteel een drama in mijn omgeving met huren, ook al sta ik lang genoeg ingeschreven, het aanbod is maar zeer beperkt.
Wij zijn bij toeval hier terecht gekomen. een 5km > zoekfunctie bracht ons hierin, in ons dorpje waar we verder niemand kende (inmiddels is toevallig wat vrienden en familie richting ons verhuisd) Daarbij hadden we toen geen kinderwens, dus niet stil gestaan bij scholen of dergelijke… Zo kan het toch maar eens veranderen ^^ Het was vooral een gevoel van ’thuis komen’ en ‘dit heeft potentie en kan een thuis worden’