Het is knap lastig wanneer negatieve gedachten voortdurend overheersen. En wanneer bijvoorbeeld een belastingbrief bijna als een domino-effect een stroom van negatieve gedachten teweegbrengt. Of wanneer je door doemdenken zelfs niet meer durft te dromen. Ook ik ben lange tijd een negatieve denker geweest. Maar met oefenen en stappen zetten is minder negatief denken mij gelukt. Wat ik kan, kun jij ook! Daarom deel ik 7 lessen die ik hierover heb geleerd.

Een kleine disclaimer: deze tips zijn bedoeld om jezelf te trainen in minder negatief denken. Als je zware klachten ervaart en bijvoorbeeld depressief bent, raad ik je aan om professionele hulp te zoeken die je persoonlijk op weg kan helpen. ♥

1. Een baaldag op z’n tijd is oké

Af en toe negatief denken is echt zo erg nog niet. Natuurlijk baal je als je bijvoorbeeld zakt voor je rijbewijs of als je wasmachine het plotseling begeeft. Zo’n dag mag er best zijn. Ik heb ook dagen die voor mij als het-universum-keert-zich-tegen-Romy-dag de boeken in gaan. De truc is alleen wel dat je die gedachte de volgende ochtend loslaat en na een goede nachtrust weer met frisse moed kunt beginnen. Balen mag, maar blijf er niet té lang in hangen.

2. Soms hebben negatieve dingen ook een positieve kant

Ik ben gek op de strategie van omdenken. Oké, er zijn uitzonderingen. Wanneer mijn lievelingstrui gekrompen uit de was komt, sta ik niet meteen stuiterend naast de wasmachine omdat ik “nu een nieuw exemplaar kan uitzoeken”. Maar in sommige gevallen kun je wel degelijk in iets negatiefs ook een positieve mogelijkheid zien. Een voorbeeld: ik baal weleens als iemand last-minute een afspraak afzegt. Tegelijkertijd levert dat echter ook een onverwachte dag vrij op, oftewel tijd om bijvoorbeeld spontaan een middagje te fotograferen. En laat ik dat nu wél kunnen waarderen!

3. Soms had het “zo moeten zijn”

Veel negatieve dingen in mijn leven hebben uiteindelijk juist wat opgeleverd. Dankzij een mindere periode leerde ik de kleine genietmomenten meer waarderen. Door de frustrerende periode van tevergeefse ziekenhuisbezoekjes voorafgaand aan mijn steunkousen, heb ik geleerd voor mezelf op te komen. En ik zou mijn fijne woning niet hebben gehad als ik niet eerst minder succes had gehad op de woningmarkt. Ik kan me voorstellen dat je, als je nu zelf in een lastige periode zit, denkt “Schiet een eind op!”. Maar alleen al voorzichtig geloven in het idee dat je er achteraf sterker uitkomt of dat je een nóg mooiere kans zult krijgen, kan helpen bij minder negatief denken.

4. Negatief denken is een vicieuze cirkel

In principe ben ik geen fan van welke spirituele theorie dan ook. Zo ook die van The Secret. Maar ik geloof er wel in dat negatief denken je soms nóg meer negativiteit brengt. Hoe ik dat bedoel? Als je gelooft dat jij gedoemd bent om pech over je heen te krijgen, dan zal je ook minder snel positieve dingen ervaren. Niet alleen omdat je de positieve dingen niet ziet, maar ook omdat je bijvoorbeeld dromen laat voor wat ze zijn of plannen laat varen uit angst dat ze mislukken. Je hebt dat eerder meegemaakt en geeft de hoop op, waardoor het ook lastig is om wél voor die dromen te gaan.

Het goede nieuws is dat positief denken op dezelfde manier kan werken (in ieder geval bij mij). Als je focust op positieve dingen, zal je eerder aandacht hebben voor iets kleins positiefs. Je trekt misschien meer mensen aan omdat je meer positiviteit uitstraalt en zal wellicht ook harder aan je dromen werken omdat je er in gelooft. Dat vergroot weer de kans dat die dromen uitkomen. Een positieve vicieuze cirkel dus!

5. Negatieve gedachten zijn te relativeren

Veel negatieve gedachten zijn wel te relativeren. Doemgedachten over de toekomst zijn bijvoorbeeld, als je er goed over nadenkt, vaak meer fantasie dan werkelijkheid. Dingen waar je nu heel erg mee zit, ben je misschien over een week al lang weer vergeten. En de kleine dingen die vandaag tegenzitten, lijken misschien nu erger dan ze zijn doordat je in de baalmodus zit. Laat negatieve gedachten niet met je aan de haal gaan, maar kijk heel kritisch en nuchter naar hoe terecht die gedachten eigenlijk zijn.

6. Negatief denken levert niets op

Ik geloofde ooit dat negatief denken ook zeker wel dingen oplevert. Het houdt je kritisch, sceptisch en nuchter. In werkelijkheid bracht het me echter bijzonder weinig. Negatief denken draait je mooiste dromen de strot om (“Waarom dromen als eerdere dromen niet uitkwamen?”), dwarsboomt gave plannen (“Die mislukken toch!”), neemt je kleine genietmomenten af (“Wel leuk, maar…”) en zo kan ik nog wel even doorgaan. Reden genoeg dus om juist minder negatief te denken.

7. Minder negatief denken kun je leren

“Ja maar, ik ben nu eenmaal een negatieve denker.” Boem. Dat is een gegeven. Ook ik heb dat lang gedacht, maar ben er inmiddels van overtuigd dat niets minder waar is. Er bestaat een hele trukendoos om je gedachtegang een zwaai de positieve kant op te geven. Zo kun je heel bewust negatieve gedachten spotten en beslissen dat je daar niet in mee wilt gaan. Je kunt elke avond een positief lijstje opstellen om negatieve gedachten te minderen. Of je kunt met een coach of een training aan specifieke gedachten werken. Je gedachten gaan niet met jou aan de haal; jij kunt ze beïnvloeden.

Minder negatief denken is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Ook bij mij is het een proces geweest en is het dat nog steeds. Maar geloof me: wat ik kan, kun jij ook!

Zie jij jezelf als een optimist of een pessimist?