Woede. Razernij. Boosheid. Het is een emotie die bijna niemand leuk vindt om te voelen, laat staan om te uiten. Misschien slik je je frustratie maar in, besluit je ergens geen punt van te maken of doe je alsof er niets speelt. Vaak wordt boosheid gezien als iets negatiefs. Alsof het beter is wanneer je het onder het tapijt schuift en je gezicht weer tot een geacteerde glimlach ombuigt. Maar boosheid kan ook juist goed zijn. Sterker nog: als je boosheid wegslikt, komt het er vaak op een ander (onhandiger) moment nog veel heftiger uit. Dus echt: word soms boos als dat nodig is, het liefst op een manier die je ook nog iets brengt. Maar hoe doe je dat, omgaan met boosheid? Dit zijn 9 tips.
Yup, ook ik ben iemand die niet vaak boos wordt. “Ik voel gewoon niet zo snel woede!”, zei ik voorheen vaak. Dat leek me wel iets positiefs. Het is toch mooi om de wereld zonnig te zien? Alleen ontdekte ik na een tijdje dat ik soms wel degelijk boos was van binnen, maar er gewoon vakkundig voor zorgde dat je dat aan de buitenkant niet zag. Dan liet ik iemand maar over mijn grenzen gaan, zei ik niets van een stomme opmerking of zat ik zelfs een totaal ongewenst telefonisch verkooppraatje van 5 minuten uit. Boos worden? Nee, dat wilde ik niet.
De afgelopen tijd ben ik juist gaan léren om vaker boos te zijn. Mijn eerste oefenpogingen waren – hoe kan het ook anders – bij opdringerige telefonische verkopers. Het voelde als een ware overwinning als ik hen al na 1 minuut kon afkappen in plaats van het hele praatje af te wachten en ondertussen gefrustreerd te zijn. Maar ook leerde ik vaker mijn frustratie te uiten, mensen ergens op aan te spreken en sowieso mijn grenzen te stellen. En raad eens: zo spannend als ik dacht, bleek het toch niet te zijn.
Boosheid heeft een functie
Mijn belangrijkste inzicht? Dat boosheid een functie heeft. Het is, net als angst, verdriet of blijdschap, een hartstikke zinvolle emotie:
- Het helpt je om anderen op je grenzen te wijzen als ze daaroverheen (dreigen te) gaan.
- Het kan een manier zijn om te gaan staan voor wat jij belangrijk vindt. Daarmee geef je ook naar jezelf toe aan ‘Ik doe ertoe’ en ‘Het is belangrijk dat ik me fijn voel’.
- Anderen krijgen door je boosheid zicht op jouw gevoelswereld, behoeften en visie.
- Boosheid kan je ook wijzen op jouw triggers of angsten. Daar kun je veel van leren (mits je bereid bent om naar jezelf te kijken).
- Boosheid wakkert een gevoel van kracht aan. Soms is dat de perfecte basis om in actie te komen en zo je situatie in positieve zin te veranderen.
Juist als je je boosheid of irritatie direct laat blijken, kun je er direct iets mee. Dan ebt het misschien weg of creëert het een positieve verandering.
Bovendien kan opgekropte boosheid veel negatief effect hebben. Sudderende boosheid kan je relaties met anderen (een partner, familie of vrienden, collega’s, etc.) in de weg zitten. Of je wordt er wellicht prikkelbaar van of ervaart minder positieve gevoelens. Juist door boosheid te uiten op het moment dat je ‘m voelt, kun je voorkomen dat de woede blijft sudderen en er op een onhandig moment totaal ongecontroleerd uitkomt.

Omgaan met boosheid, hoe doe je dat goed?
Als je denkt aan ‘omgaan met boosheid’ dan denk je misschien in eerste instantie aan de anger management-cursussen uit films. Van die trainingen waar mensen komen die juist moeite hebben om hun boosheid onder controle te houden. Ze zijn een tikkeltje agressief. Ongecontroleerd. Of furieus om iets heel kleins. Maar ik denk dat er ook veel mensen zijn die juist moeite hebben om boosheid te uiten. Of die hun boosheid zó subtiel uiten dat de ander niet eens doorheeft dat er boosheid in het spel is.
De oplossing zit ergens in het midden. In wél stevig genoeg je grenzen aangeven dat ze niet onopgemerkt blijven, maar dat ook weer niet zo vurig doen dat de ander tegen je in opstand komt.
Het betekent laten blijken dat iets je raakt, dat je dingen niet oké vindt en je daar stevig over uitspreken. Dus ja, boosheid heeft enige regulatie nodig. Je wilt voorkomen dat je je complete servieskast aan gruzelementen smijt tegen de muur of dat je buurvrouw omvergeblazen wordt door je scheldpartij. Gelukkig bestaan er heel veel middenwegen en kun je prima constructief en gereguleerd zeggen “Dit maakt me boos!”.
9 tips voor omgaan met boosheid
Voel je de boosheid door je lijf trekken en weet je niet goed wat je ermee moet? Als je moeite hebt met boos zijn, helpen deze tips je misschien om beter om te gaan met je woede en die op een constructieve manier in te zetten.
1. Ga na waarom je boos bent en wat je ermee kunt
Kun je voelen waarom je nu boos bent? Boosheid gaat niet altijd over dat waar je denkt dat het over gaat. Snap je ‘m nog? Ben je bijvoorbeeld boos omdat iemand in het verkeer niet doorrijdt? Dan zit daar waarschijnlijk iets anders achter. Intense boosheid wordt niet veroorzaakt door een trage medeweggebruiker, maar misschien eerder doordat je door drukte of zorgen extra prikkelbaar bent.
Ga eerst eens bij jezelf na waarom iets je boos maakt. Soms is de reden heel logisch. Iemand zegt bijvoorbeeld iets wat je raakt. Oorzaak: de opmerking. Gevolg: jij bent boos. So far so good. Maar soms merk je misschien zelf ook dat je boosheid over meer gaat dan bijvoorbeeld alleen een trage automobilist, een rondslingerende onderbroek of een borende buurman. Misschien word je zo boos op je buurman, omdat je al overprikkeld was door een tergende werkdag en je die extra boorprikkels er niet óók nog bij kunt hebben. Ben je écht boos op je partner omdat zijn onderbroek naast het bed ligt, of ben je boos omdat jij zoveel in het huishouden moet doen?
Graaf dieper dan dit stukje boosheid. Daarmee voorkom je dat je je boosheid op de verkeerde persoon of op de verkeerde manier uit. Als het probleem eigenlijk is dat jij steeds in je uppie het huishouden draaiende moet houden, dan is dát een beter gespreksonderwerp dan die vieze onderbroek. En als je boosheid gaat over de te hoge werkdruk, dan moet je dáár het gesprek over aangaan en heeft het weinig zin om boos naar de automobilist voor je te zwaaien.

2. Vraag je af of deze boosheid ergens toe dient
Boosheid kan heel nuttig en functioneel zijn. Misschien helpt het je om grenzen te bewaken, krachtiger te gaan staan of kwetsende opmerkingen tegen te gaan. Maar soms is boosheid vooral irritatie waar de ander niet eens zoveel aan kan doen. Het goede nieuws? Ook dán brengt boosheid je misschien wel wat.
- Word je boos omdat je collega alwéér werk bij je over de schutting gooit? Dan is dat misschien een teken dat je haar moet aanspreken of dat je zelf stelliger mag aangeven wat wel en niet lukt.
- Is het de borende buurman die het bloed onder je nagels vandaan haalt? Als hij al 10 dagen lang elke dag 10 uur boort, dan is de boor inderdaad het probleem. Als hij pas net bezig is, is het misschien eerder een signaal dat je overprikkeld bent en meer rust mag pakken.
- Word je boos omdat je baas valt over een spelfout in je e-mail terwijl je je altijd uit de naad werkt voor hem? Dan gaat je boosheid niet over die ene opmerking, maar meer over het totale gebrek aan waardering. Dáár ben je klaar mee.
Als je wat dieper hebt gegraven naar de reden van je boosheid, kun je erop broeden wat de boosheid je wil zeggen. Wat kun je ermee? Is het belangrijk om dit te uiten naar de ander? Of is het misschien eerder belangrijk om je rust te pakken, zodat je overprikkeling afneemt? Of gaat de boosheid over een gevoel van vroeger dat wordt getriggerd? Dan heeft het misschien niet zoveel zin om deze persoon aan te spreken, maar kun je beter je emoties over vroeger bewust doorvoelen.
3. Uit je boosheid op een stevige, maar constructieve manier
Is je boosheid op iemand gericht en is het belangrijk dat diegene het weet? Spreek het dan uit. En ja, dat is verrekte lastig. Dat vind ik ook nog steeds. Maar je boosheid inslikken is écht geen betere oplossing. Hoe langer je ergens niets van zegt, hoe meer de boosheid gaat opstapelen. Dan gooit je collega misschien nóg eens werk over de schutting of maakt je vriend nóg een keer die stomme opmerking. Pas als je je uitspreekt, kan de ander rekening houden met jouw grenzen, behoeften en gevoelens.
Dus trek je mond open als je daarmee mogelijk iets aan de boosmakende situatie kunt doen. Geef aan wat je stoort, waar je mee worstelt of wat je graag anders zou zien. En dan het liefst op een constructieve manier om te voorkomen dat de ander in de aanval gaat. Voor mij helpt het om het bij mezelf te houden. Ik doe dat bijvoorbeeld door te zeggen “Het raakt me dat…”, “Ik merk dat ik het lastig vind dat…” of zoiets. Dan ben ik wel mijn frustratie kwijt en weet de ander wat iets met mij doet, maar ben ik niet met vingertjes aan het wijzen.
- Zeg bijvoorbeeld niet: “Waarom kom jij altijd zo last-minute met taken aanzetten? Daar kan echt niets mee.”
- Maar zeg zoiets als: “Het stoort me dat je al een paar keer last-minute pas taken aan mij doorgaf. Daardoor kom ik met mijn werk in de knoop.”
Zorg natuurlijk wel dat je duidelijk bent. Met “Ehm, ik merk dat ik het lastig vind dat je nu wat laat aankomt met deze opdracht. Ik ga het nu wel doen, maar volgende keer is het misschien handig als…” maak je waarschijnlijk geen blijvende indruk. Wees liever duidelijk dan dat je er omheen draait. Anders is de kans groot dat je diezelfde feedback nóg 3x moet geven.
Overigens vind ik de constructieve-feedback-regel niet áltijd van toepassing. Als een telefonische verkoper maar blijft doordrammen, is de telefoon ophangen misschien een betere tactiek. En als je partner na 5x waarschuwen nog steeds de onderbroeken in de badkamer laat slingeren, zou ik ook eerder roepen “Kun je alsjeblieft voortaan je onderbroeken in de was gooien? Nu ben ik er klaar mee!” dan poeslief en genuanceerd te blijven.

4. Besef dat boosheid niet erg en eng hóeft te zijn
Bij omgaan met boosheid denk je misschien aan scheldpartijen, serviessmijten of lelijke woorden. Maar dat is maar één vorm van boosheid. Er bestaan veel mildere, constructieve manieren waarop je je boosheid kunt uiten. Je kunt ook constructieve feedback geven, een nette brief schrijven, ergens over in gesprek gaan of gewoonweg zeggen “Joh, ik vind het niet zo fijn als je dit zegt!”.
Onderzoek welke manier van boos worden bij jou past. Vind je het fijn om iemand constructieve feedback te geven? Vind je het makkelijker om er iets over op papier te zetten, zodat je nadenktijd hebt? Wil je het op een zachte toon zeggen? Er een gesprek over aanknopen? Of het bij een kleine “Hé psst…”-opmerking houden? Onderzoek het voor jezelf en experimenteer ermee.
5. Neem een korte pauze en laat je woede bezinken
Het moment waarop je woede zijn hoogtepunt heeft bereikt, is vaak niet de perfecte gelegenheid om eens achter je toetsenbord te kruipen en uit pure razernij een heftige e-mail te typen of om je collega stevig aan te spreken. Vaak komt het er dan harder en heftiger uit dan je intentie was. Mij helpt het daarom om boosheid te laten bezinken. Al is het maar een kwartiertje. Dan kun je ook goed voelen of de boosheid terecht is, of dit écht over de andere persoon gaat of dat je het maar beter naast je neer kunt leggen. Of misschien merk je dat een boksbal al wonderen doet.
Wil je er echt iets mee? Bedenk dan hoe je er iets van wilt zeggen en waar je dat wilt doen. Noteer je boodschap in steekwoorden. Dat helpt om later het gesprek aan te gaan en bij jezelf te blijven. Vraag je ook af of je dat liever per e-mail of WhatsApp of toch in een echt gesprek doet. Dat zal per situatie verschillen. Zelf zou ik het in werksituaties altijd in eerste instantie op papier zetten. Dan kan ik mijn woorden zorgvuldiger afwegen. Maar een nadeel van appen of mailen is dat de ander er geen non-verbale nuances bij kan zien. Dus tast vooral per situatie af waar jij je fijn bij voelt.

6. Schrijf je woede van je af
Soms gaat boosheid over situaties waar je helaas op dit moment niets aan kunt veranderen. Je bent boos dat je gezondheid het laat afweten. Je bent boos dat je iemand bent verloren die je dierbaar is. Je bent woedend dat jou vroeger iets is overkomen wat je als kind helemaal niet had moeten meemaken. Of misschien voel je een intense woede richting je ex-partner die wat jou betreft een tactloze lummel eerste klas is. Die boosheid mág je voelen en die mag er zijn. Maar je kunt het misschien niet nu richting iets of iemand uiten. Soms is er ook geen schuldige.
Wat je dan wel kunt doen? Schrijven! Schrijf de meest ziedende brief die je je maar kunt bedenken om de boosheid te uiten. Doe alsof de ontvanger de persoon is over wie de brief gaat, ook al verstuur je de brief nooit écht. Of richt je met de brief op de situatie waar je boosheid voor voelt (“bijvoorbeeld ‘Beste ziekte,’). Hoe dan ook, stop al je woede erin. Scheld er voor mijn part op los. Je kunt de brief daarna ritueel verbranden of met grof geweld in stukken scheuren en weggooien.
7. Start met boksen
Alweer een paar jaar geleden volgde ik een proefles boksen met Bart. Ik had net daarvoor een wat vervelende werkdag gehad. Bart zei na die les dat hij helemaal niet had verwacht dat ik zó hard kon slaan. Pas later vielen er een paar kwartjes: blijkbaar had ik boosheid van die dag opgekropt en waren mijn bokshandschoenen dé manier om alles eruit te gooien. Sindsdien ben ik groot fan van boksen.
En voor de duidelijkheid: juist als je denkt dat jij veel te lief of mild bent voor zoiets als boksen, is het het proberen waard. Dit is dé manier om woede te uiten zonder dat je servies sneuvelt en zonder dat je iemand kwetst of boos maakt.
Ook helpt boksen je om te ervaren hoeveel kracht jij in je lijf hebt. Boosheid wakkert vuur aan dat je voor andere dingen kunt gebruiken, bijvoorbeeld om voortaan je grenzen sterker aan te geven of om te gaan staan voor wat jij belangrijk vindt.

8. Zet boosheid om in positieve kracht
Voorheen was ik vaak bang voor boosheid. Maar hoe meer ik de boosheid wegstopte, hoe kleiner ik me ging voelen. In boosheid zit ook heel veel kracht. Die kracht verstop je als je je boosheid inslikt. Dus kijk eens of je die woede ook kunt gebruiken om juist in actie te komen. Als een situatie je écht heel boos maakt, kan het je een drive geven om de situatie – hoe spannend ook – te veranderen.
Een paar voorbeelden:
- Voel je je boos nu je baas voor de zoveelste keer vraagt om over te werken? Laat het je motivatie zijn om er maandag een goed gesprek over aan te gaan.
- Ben je boos dat mensen steeds over je grenzen gaan? Zie dit als dé motivatie om vanaf nu nog veel stelliger en beter je grenzen aan te geven. De kracht om dat te doen, zit al in je boosheid. Gebruik die in positieve zin.
- Voel je je gefrustreerd dat er voor je gevoel niet naar je wordt geluisterd in de vergadering? Gebruik die kracht om je stem te verheffen en te zeggen “Ik wil ook nog graag iets toevoegen!”.
- Voel je woede over wat jou in het verleden is aangedaan? Zet die woede om in kracht om vanaf nu heel bewust goed voor jezelf te zorgen.
- Ben je boos op maatschappelijke issues of politieke thema’s? Misschien kun je het positief omdraaien en er een statement over maken, een petitie teken, je aansluiten bij een doel dat hiervoor strijdt of met jouw verhaal anderen helpen?
9. Vraag je af wat jij nu nodig hebt bij het omgaan met boosheid
Voel je dat de woede door je hele lijf raast? Vraag je af “Wat helpt mij op dit moment?”. Wat heeft jouw woede nu van je nodig? Of wat heb je überhaupt van jezelf nodig?
Snak je vooral naar een rustmoment om de overload aan prikkels van je af te schudden? Wil de boosheid dat je nu een grens stelt? Helpt het je om buiten te wandelen en zo tot rust te komen? Voel je ernstig de behoefte om tegen een boksbal aan te rammen of in een kussen te meppen? Of voel je aan alles dat je deze boosheid moet omzetten in een positieve daad?
Voel in elk geval de boosheid maar woelen. Stop hem niet weg, schaam je er niet voor en doe niet alsof het foetsie is. Voel het en kijk wat het nu van je nodig heeft. En probeer er die actie aan te koppelen.
Dan wordt boosheid geen sluimerende frustratie, maar juist het startschot van goede zelfzorg. Of misschien zelfs het eerste begin van een nieuwe weg inslaan, een assertievere versie van jezelf worden of een meer gelijkwaardige relatie met de mensen om je heen.
Zie je wel: zo erg hoeft boosheid niet te zijn. Misschien levert het zelfs meer op dan je denkt.
Heb jij nog meer fijne tips voor omgaan met boosheid?

BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
Inkiekje #52 | Verschenen in een podcast! + voorjaarskriebels & Valentijnsclichés
Oh boy, ik had al een paar weken gezonde spanning voor afgelopen week. Niet omdat ik anonieme brieven van geheime aanbidders verwachtte voor Valentijn, wel omdat de podcast waarin ik verscheen live ging. En dat vond ik me toch een partij spannend! Ik vertel je er alles over in dit Inkiekje. En ik neem je ook meteen mee in mijn geslaagde Valentijnsdag, mijn tegenvallende tekenkunsten, de keer dat ik voor puber werd aangezien en het theedoosje dat tegen mijn eigen verwachting in een daverend succes bleek. Spiek maar mee in mijn foto's!
Outfit | Zonnige dag, vrolijke jurk en Dr. Martens
Bloemenprintjes, vrolijke kleuren en semi-blotebenenweer, wie wordt daar nu niet blij van? Ik in ieder geval wel! Het zomerse weer van laatst was voor mij een goede reden om mijn zomerjurkjes weer uit de kast te halen. Niet dat ik vrolijke kleuren in de winter volledig mijd, maar in het zonnetje draag ik ze met nóg meer plezier. Vorige week viel mijn keuze voor een outfit dan ook op een vrolijke zomerjurk, een dunne panty (yes, dat kan weer!) en mijn nieuwe schoenen van Dr. Martens. En natuurlijk greep ik nog een laatste keer de gelegenheid aan om onder de roze bloesemboom - nog net in bloei! - te poseren. Ik laat je graag mijn outfit zien.
Vegan & glutenvrije kruidkoekmuffins met rozijnen
Ook al zit Sinterklaas alweer een tijdje in Spanje, ik kan kruidkoek niet vaak genoeg uit de kast te halen. Maar dit keer geen gewone kruidkoek om in dikke plakken aan te snijden. Nee, dit keer maakte ik kruidkoekmuffins. Oftewel: de smaken en textuur van kruidkoek, maar dan in muffinvorm. En lekker dat dat is! Zo heb je altijd een eenpersoonsportie bij de hand en heb je ook een feestelijke Sinterklaas-snack om bij de pepernoten te serveren. En oh ja, de kruidkoekmuffins zijn vegan, glutenvrij en vrij van geraffineerde suikers. Dus als het goed is, kunnen zoveel mogelijk mensen een vorkje meeprikken.
Wees gewoon boos 🙂 Wij vrouwen mogen nooit boos worden, he? We mogen ook niet hard slaan, want dan is dat opgekropte boosheid. Of frustratie. Of iets anders negatiefs. Je hoeft niet altijd alles opzij te schuiven om de gevoelens van anderen niet te kwetsen en soms, soms is het gewoon goed om dat wel even te doen. En daarna dan samen een oplossing bedenken.
Wat een goede blog! Ik dacht dat ik eerst ook nooit zo snel boos werd. Maar dat was niet zo, ik durfde niet voor mezelf op te komen en hield de woede voor mezelf, waardoor ik alles opkropte. En dat is ook niet de bedoeling. Iedereen wordt boos, want het is gewoon een normale emotie. Maar je kunt je boosheid ook op een nette manier uiten. En soms ook wat heftiger als niemand het ziet, haha! Daarover gesproken, dit is misschien ook een fijne tip: ik ga binnenkort met een vriendin naar een rage room, dat is een sloopkamer waar je bewust glazen, borden en oude meubels kunt slopen. Dat lijkt me ook een fijne manier van je woede uiten en alles loslaten. Ik ben heel benieuwd!
Mooi artikel. Boos zijn mag er zijn vind ik zelf. Dit geef ik Noa ook altijd mee en daarin zijn grenzen. Wat mij erin helpt is dat je allen je eigen gedrag kan beïnvloeden en niet die van een ander. Dat is toch wel een mantra die erg helpt.