Voordat ik op mezelf woonde, was ik vrij resoluut: “In mijn huis komen geen planten.” Niet omdat ik ze niet mooi vind (integendeel!), wel omdat de groene vingers bij mij niet aanwezig waren. Mijn enige vorm van plantenervaring was met een overleden cactus en een verzopen pindaplant. Je begrijpt: ik had geen al te hoge verwachtingen van mijn eigen plantenverzorgings-skills. Gelukkig bleek in de praktijk al snel dat iedereen planten levend kan houden. Zelfs ik! Het is vooral een kwestie van proberen, de juiste planten kopen en heel veel googelen. Dit zijn 12 tips die wij toepassen als planten dood dreigen te gaan of als de groene decoratie er even niet al te florissant bij staat.
1. Stel een plantenroutine in
Deze tip is onze allergrootste life-saver (of beter gezegd: planten-saver!). Planten op tijd water en voeding geven, is echt een kwestie van routine inbouwen. Ik ben daar zelf ooit mee gestart via de app van Plantsome, die steeds een seintje geeft op het moment dat een bepaalde plant water nodig heeft. Maar na een tijdje werd ik horendol van alle dagelijkse notificaties en besloten we de plantenroutine zonder de hulp van een app zelf op te pakken.
Een plantenroutine klinkt alsof we met een notitieboekje en vinkjes aan de slag gaan. Maar nee hoor, het betekent gewoon dat we ’s winters meestal één keer per week langs alle planten gaan om te checken of ze water nodig hebben. ’s Zomers doen we dat twee keer per week. En dan altijd op vaste dagen, zodat het helemaal in ons systeem zit.
Overigens zeg ik nu steeds “we”, maar onderdeel van onze plantenroutine is ook dat alleen Bart de planten water geeft. Toen we net samenwoonden, ging dat nog weleens mis bij ons. Dan ging ik ervan uit dat Bart met de gieter langs al het groen zou gaan, terwijl Bart dacht dat ik dat zou doen. Het gevolg was dat de planten ofwel geen water kregen ofwel juist overspoeld waren met een dubbele portie water. Daarom hebben we afgesproken dat Bart Chef Plant is hier thuis.
(Dat kan ook een tip zijn om je planten de dood te besparen natuurlijk: besteed de plantentaken uit aan een huisgenoot mét groene vingers.)
2. Verdiep je in elke plant die je in huis haalt (Google is je vriend!)
Je hoeft er niet volledig de plantenboeken voor in te duiken. Maar check bij elke plant die je koopt of krijgt het plantenkaartje of het eerste het beste Google-resultaat om een paar dingen over de plant te achterhalen:
- Kan deze plant tegen fel zonlicht?
- Overleeft de plant in de schaduw?
- Wat voor plek is het beste voor de plant?
- Hoe vaak heeft hij ongeveer water nodig?
- Moet de aarde altijd vochtig zijn of doet de plant het beter in drogere aarde?
- Zijn er andere bijzonderheden? (Sommige planten zijn bijvoorbeeld giftig voor katten – ook goed om te weten!)
Ook als je plant dood lijkt te gaan, is Google je beste vriend. Check of je de plant bijvoorbeeld wel op de juiste plek hebt gezet of dat je hem misschien te veel of te weinig water geeft. Zo hebben wij ooit een aloë vera laten overlijden doordat we dachten dat de aarde altijd vochtig moest zijn. Bleek niet het geval te zijn! Toen we dat ontdekten, hebben de nakomelingen van onze oude aloë vera het allemaal wél overleefd.
Vaak kun je wel googelen op de naam van de plant en bepaalde symptomen. Negen van de tien keer is onze zoekactie ook zoiets als “monstera geel blad”. De eerste resultaten die komen bovendrijven, wijzen je vaak wel op een praktische tip.
3. Check je planten regelmatig op plagen
Wij kochten laatst een nieuwe plant bij het tuincentrum, maar die bleek na één week onder de trips te zitten. Wat trips is? Tja, daar kwamen wij ook achter door meneer Google. Op de site van BioGroei vind je veel meer info over trips (wat het is, hoe je het herkent, hoe je ervan afkomt, etc.). Trips kan allerlei vormen aannemen, maar bij ons kon je het herkennen als zwarte puntjes op de bladeren. Het lijken beschadigingen in het blad, maar die zwarte puntjes zijn in werkelijkheid heel kleine insecten die ook korte afstanden kunnen vliegen.
Gelukkig had ik er ooit van gehoord via een vriendin, en zij had me ook geleerd dat trips zich razendsnel kan verplaatsen naar andere kamerplanten die naast de plant met trips staan. Daarom hebben we toen heel snel die ene nieuwe plant weggedaan. Dan gingen onze andere planten er in elk geval niet aan dood. De zieke plant in quarantaine zetten is ook een optie. Er bestaan allerlei middeltjes waarmee je de trips kunt bestrijden, zodat hij daarna wel weer veilig bij de rest kan staan.
Plagen zijn überhaupt je grootste vijand als plantenliefhebber. Gelukkig kun je ze meestal wel herkennen. Zo zag ik de zwarte puntjes direct op mijn plant en wist ik dat dat niet helemaal hoorde. Nog een plaag die je liever wilt vermijden, is spint. Dit zijn mijten die ook veel schade kunnen aanrichten aan je planten.
4. Geef niet te veel water
Misschien is dit iets wat aan mij ligt. Maar als planten bij mij het loodje legden, kwam dat meestal eerder door een overvloed aan water dan dat ze verpieterden door droogte. Ik had er een handje van om planten veel te veel water te geven onder het mom van “Dat komt wel op!”. Nou, niet altijd dus. Sommige planten kunnen je gulle waterbui niet zo waarderen en gaan juist dan dood. Zeker als planten zoals cactussen of vetplanten doodgaan (zoals bij ons de aloë vera), is de kans groter dat het ligt aan een overschot aan water. Kijk eens hoe de plant het doet op een kleinere watervoorraad.
5. Neem makkelijke planten die niet snel doodgaan
Dit is überhaupt mijn belangrijkste tip voor wie zichzelf als groene-vinger-loos beschouwt. Je hoeft het jezelf niet te moeilijk te maken. Begin met makkelijke kamerplanten die minder verzorging nodig hebben. Daaronder vallen uiteraard cactussen, maar er zijn ook andere makkelijke planten die prima tegen een stootje of een vergeten gietersessie kunnen. Zo heb ik een tijdje een Calathea gehad. Een ideale plant voor wie niet zo goed is met groen in huis. De bladeren gaan automatisch slap hangen als de plant te weinig water heeft gekregen. Kom je er daarna weer met je gieter langs, dan staan de bladeren snel weer rechtop.
Tip: bekijk mijn overzicht van 7 makkelijke kamerplanten die ook ik (met mijn niet zo groene vingers) levend weet te houden. Een paar andere planten waar ik goede ervaringen mee heb, zijn deze:
- Kentiapalm (die staat bij ons al bijna vier jaar!);
- Geldboompje (en nee, daar groeien geen bankbiljetten aan);
- Peperomia
- Sansevieria
- Yucca-palm (die stond bij ons heel lang naast het raam en hield het daar zelfs ’s zomers prima vol);
- Begonia (stippenplant)
- Scindapsus pictus
- Dieffenbacchia (let op: deze is wel heel giftig voor katten!).
Weet je van jezelf waar jouw valkuilen liggen qua plantverzorging? Dan kun je daar je planten op uitkiezen. Heb je bijvoorbeeld de neiging om te veel water te geven? Koop dan bijvoorbeeld juist kamerplanten die wat extra water wel kunnen waarderen, en laat de cactussen in het tuincentrum staan. Ben je meer iemand die de planten vergeet? Ga dan juist wel voor cactussen.
6. Verwijder gele of bruine bladeren
Dorre bladeren geven je plant niet alleen een wat zielige uitstraling. Het is ook beter voor de plant als je ze afknipt. Je moet het zo zien dat de plant probeert om zichzelf in zijn geheel in leven te houden. De gele en bruine bladeren vragen dus veel energie, voeding en water. Zonde, want meestal gaan ze niet opeens wel weer fris groen kleuren. Knip die bladeren daarom weg, zodat de plant op een gezondere manier verder kan groeien en bloeien.
7. Geef je planten op tijd een groter onderkomen
Ook daar kan het aan schorten als je planten dood lijken te gaan. Je kunt nog zo’n leuk schattig en klein plantenpotje hebben staan. Niet elke plant neemt daar genoegen mee. Na een tijdje hebben de wortels meer ruimte nodig om de plant in leven te houden. Geef je planten daarom op tijd een grotere pot.
Overigens geldt dat vooral voor bepaalde snel groeiende planten of voor planten met heel grote wortels. Ook hiervoor geldt: surf vooral naar Google als je plant er niet zo florissant meer uitziet. Dan kom je er snel genoeg achter of een groter formaat pot dé oplossing is.
8. Probeer een andere plek
De ene plant doet het heel goed in fel zonlicht; de ander kan die hitte totaal niet uitstaan en gaat dan hangen en verkleuren. Kijk daarom goed waar jouw plant behoefte aan heeft qua plek. Doet je plant het in de felle zon niet goed, zet hem op een plek met meer schaduw.
Hier hebben wij met planten die naar beneden groeien (zoals klimop of een lantaarnplant) weleens issues mee gehad. De bladeren zelf kregen dan wel genoeg licht, maar de bovenkant van de pot niet. Daardoor stierven alle blaadjes bovenin de pot af. We hebben beide planten toen een andere plek gegeven, waar de bovenkant wel voldoende licht kreeg. Sindsdien zien beide planten er meer levend uit.
Het kan trouwens ook zijn dat je planten hartje zomer soms moet verplaatsen. De zon schijnt dan zó fel dat sommige planten liever op een meer schaduwrijke plek vertoeven. Geef ze eens ongelijk.
9. Geef soms plantenvoeding (maar niet te veel)
Veel planten doen het goed op een beetje Pokon (of andere plantenvoeding) eens in de zoveel tijd. Wees er niet té scheutig mee (van elke week plantenvoeding krijg je óf een enorme plant óf juist een dode plant). In de maanden oktober tot maart schijn je beter helemaal geen voeding te kunnen geven. De wortels van de planten kunnen dan niet alle voeding afvoeren, waardoor je plant er zeker niet beter van kan groeien. Maar van april t/m september doet een beetje plantenvoeding de meeste planten wel goed. Planten groeien juist in die maanden veel. Omdat de natuurlijke voeding in de aarde na een tijdje opraakt, is het goed om er wat voeding bij te gooien.
10. Pas op met de verwarming om planten niet dood te laten gaan
Niet alleen wij mensen moeten er even aan wennen als de verwarming weer aan gaat. Ook veel planten gaan niet heel lekker op radiatorwarmte. Daarom schijnt het beter te zijn om planten niet pal naast de verwarming te zetten op het moment dat je de verwarming gebruikt. Verder kan het helpen om een diffuser of luchtbevochtiger neer te zetten, die de lucht in huis wat vochtiger maakt (dit is de onze). Met de verwarming aan wordt de lucht in huis erg droog, iets waar veel planten niet heel blij van worden.
Een diffuser of luchtbevochtiger maakt de lucht minder droog. Goed voor de planten, en voor ons als mensen eigenlijk ook wel fijner!
11. Geef elke plant de juiste pot
Ook deze tip heb ik geleerd door hier een paar keer flink de mist mee in te gaan. Voordat Bart hier kwam wonen, had ik een paar planten laten verzuipen door een verkeerde pot te kopen. Ik dacht dat ik planten prima rechtstreeks uit het plastic tuincentrumpotje in een grote pot kon zetten. Tegenwoordig laat ik bijna alle planten in het plastic standaard bruine potje staan, en zet ik dat plastic potje vervolgens in de sierpot. Dat bruine potje heeft namelijk een gat in het midden, waardoor het vocht eruit kan. Zo voorkom je dat de bodem van je plantenpot heel vochtig wordt, terwijl je dat aan het oppervlak niet ziet en daarom maar blijft bij schenken. Ook kan de aarde in een gatloze pot op den duur gaan schimmelen.
In plaats van het plastic potje te behouden, kun je ook een plantenpot voor binnen kopen met een gat in de bodem en daar dan een schotel onder zetten. Sinds ik beter let op de potten en niet gewoon elke plant in een leuk, vrolijk potje knal, gaan er bij ons veel minder planten dood.
Overigens helpt het ook als je niet alleen aan de oppervlakte voelt of de aarde vochtig is, maar je vinger iets dieper in de aarde steekt. Als het daar nog wel vochtig aanvoelt, is het vaak helemaal niet nodig om naar de gieter te grijpen.
12. Blijven je planten dood gaan? Koop nep-planten
Zelfs voor mensen bij wie alle planten het snel begeven, zijn er handige planten te vinden. Nep-planten zijn helemaal niet meer zo nep en plasticachtig als ze ooit waren. Sommige lijken net echt.
Bovendien zijn er allerlei toffe alternatieven voor kunststof planten. Wij hebben bijvoorbeeld een boeket met vilten bloemen en een paar boeketten droogbloemen staan. Heb je geen omkijken naar, terwijl je toch iets fleurigs hebt staan! Doodgaan zullen ze zeker niet.
Heb jij nog meer tips voor als planten dood gaan (of dreigen dood te gaan)?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
9 goede gewoontes die ik mezelf heb aangeleerd
We hebben allemaal bepaalde gewoontes. Sommige zijn vooral grappig of gek, andere zijn misschien niet al te handig en weer andere zijn juist wel heel goed. Die goede gewoontes zijn waar ik het in dit artikel over wil hebben. We hebben immers allemaal wel dingen die we eigenlijk zouden moeten afleren, maar sommige dingen pakken we juist structureel al hartstikke goed aan. Tijd om daar eens bij stil te staan! Daarom in dit artikel 9 goede gewoontes die ik mezelf in de loop der jaren heb aangeleerd en waar ik nog altijd baat bij heb.
Fotograferen in de herfst | Fotografille Meet-up in Tilburg
Al zolang ik me kan herinneren, ben ik dol op fotograferen. Op mijn veertiende ging ik al graag de natuur in om met mijn goedkope compactcamera kiekjes te maken. Die passie is door het bloggen alleen maar groter geworden. Toen ik op Fotografille (een van mijn favoriete blogs) las dat zij haar eerste Fotografille Meet-up voor natuurfotografie wilde organiseren, twijfelde ik dan ook geen moment. Daar móest ik bij zijn. Het was een heel geslaagde herfstdag afgelopen zaterdag, waarvan ik met een SD-kaart vol foto's terugkwam. Ik geef je graag een inkijkje in wat er zoal aan foto's op mijn kaartje stond.
Dit staat op onze (al dan niet realistische) wensenlijst voor een volgend huis
Als fervent ‘Kopen zonder kijken’-kijkers en Funda-spiekers weten Bart en ik aardig goed wat we zelf in een volgend huis zoeken. Of onze wensenlijst in zijn geheel realistisch is? Mwah, dat zal onze toekomstige huizenjacht uitwijzen. Maar groots dromen en beginnen met een aardig eisenlijstje kan prima om vast ergens op een moment wat concessies te doen zodat we geen geldboom in de tuin nodig hebben om het allemaal te bekostigen. Of zouden er huizen bestaan waar je de geldboom bij cadeau krijgt? Op die boom vol vijfhonderd-briefjes na, hebben we nog wel wat wensen hoog op het lijstje staan. Dit is wat wij belangrijk vinden voor ons volgende droomhuis.
Water geven is inderdaad een goede tip. En ik ben ook bij default de watergever (ik ben ook een waterman … dus. Het zit in me.) Maar mijn planten overleven het redelijk als ik ze eens vergeet. Heel lief.
Let wel op: sommige kamerplanten zijn gevaarlijk voor katten. Maar ook daarbij: google geeft daar wel een lijstje van.
Yes, klopt! Heel belangrijk om te checken of je plant wel of niet giftig kan zijn voor katten. Wij hebben het geluk dat Pip alle planten met rust laat (de droogbloemen zijn helaas een ander verhaal, haha, en ze heeft daarnaast een vetplant waar ze graag tegenaan zit). Maar als we een keer lelies in huis hebben in een boeket, zet ik die voor de zekerheid wel altijd even weg. Better safe than sorry!
Goede tips! Ik neem tegenwoordig alleen nog makkelijke planten in huis die niet gitftig zijn voor katten.