Planten en ik? Ik heb niet voor niets heel lang geroepen dat ik maar geen groen in huis zou halen. Ik vind planten fantastisch, maar de groene vingers die mijn moeder en oma hadden, zijn niet echt aan mij doorgegeven. Lees: ik heb zelfs cactussen laten sterven. Gelukkig heb ik ook met mijn gebrek aan groene vingers een manier gevonden om wél planten te kunnen houden en ze er ook nog langere tijd springlevend uit te laten zien. Want echt, planten verzorgen is geen hogere wiskunde. En zelfs een plant die zijn beste tijd gehad lijkt te hebben, kun je weer tot leven wekken. Dit zijn mijn 9 tips om je favoriete planten in leven te houden.

1. Kijk goed wat een plant van je nodig heeft

Toen ik net op mezelf woonde, kocht ik gewoon elke plant die ik er mooi uit vond zien. Ik keek nooit op het bijgeleverde kaartje en zette de plant op een random plek in huis neer. Om er dan na een paar weken achter te komen dat die plek niet helemaal de juiste was voor plantlief. Sindsdien heb ik mijn leven gebeterd en lees ik me altijd goed in een plant in voordat ik hem een plekje geef.

Door deze icoontjes vooraf te ontcijferen, kun je beter inschatten of dit wel de juiste plant is voor het plekje dat je hem kan bieden.

Zo kunnen cactussen prima tegen een plekje op de vensterbank in de volle zon, maar wordt een Calathea daar minder blij van. Die kan zelfs lelijke vlekken krijgen als je hem in de volle zon neerzet. Sommige planten doen het uitstekend op een donkere kamer met nauwelijks zon. Andere planten worden daar uiterst sip van en laten hun bladeren hangen bij een gebrek aan zonlicht.

Zoek een plant dus niet alleen uit zijn looks. Wil je bijvoorbeeld leuke planten voor in de vensterbank? Dan is het handig om vooraf uit te zoeken welke planten tegen de volle zon kunnen en om daar je planten op te selecteren.

2. Geef je plant regelmatig nieuwe potgrond

Als je plant al een tijdje in dezelfde potgrond staat, dan heeft hij al een groot deel van de voedingsstoffen opgenomen. Het gevolg? Je plant weigert verder te groeien of gaat er zelfs zielig bij hangen. Daarom is het slim om je potgrond eens in de zoveel tijd te verversen. Wij doen dit zelf ongeveer 1x per jaar. Als een plant er al eerder slecht uitziet of als de wortels zichtbaar worden boven de aarde, krijgt een plant zelfs al eerder een refill met nieuwe potgrond.

Overigens hoef je hiervoor niet alle potgrond te verversen. Daarmee loop je juist het risico dat je de wortels van de plant beschadigt en dat wil je niet. Het is voldoende als je het bovenste laagje potgrond wegschraapt en dat inruilt voor een laagje verse potgrond. Of ruil de pot in voor een groter exemplaar mét nieuwe potgrond. Dan kan je plant meteen weer lekker verder groeien.

3. Bestrijd trips met aaltjes

Helaas zijn we al vaker planten verloren aan trips. Dat zijn de ellendige “vliegjes” die leven op de sappen van je kamerplanten. Ze vermenigvuldigen zich razendsnel, dus voor je het weet zit je met héél veel van deze beestjes en gaat je plant eraan. Nog ellendiger is dat ze ook kunnen overspringen op buurplanten die ernaast staan. Het kan je zomaar een heuse trips-plaag opleveren.

Gelukkig zijn trips niet het einde van de wereld. Er bestaan handige puur-natuur-middeltjes voor, namelijk aaltjes. Je kunt aaltjes kopen bij Pokon. Dit zijn inimini-beestjes die je met water mengt en dan tijdens de gieterronde over de potgrond schenkt. Dat doe je niet alleen bij je besmette plant, maar bij alle planten (aangezien trips zich razendsnel verspreiden naar andere planten). De aaltjes eten de larven en poppen van trips op, waardoor ze helpen de trips-plaag uit te roeien.

Met de aaltjes kom je van larven en poppen van trips af, waardoor er geen nieuwe trips bijkomen. Maar daarmee ben je nog niet van de volwassen trips verlost. Die kun je bestrijden met vangplaatjes. Vangplaatjes steek je in de potgrond om de trips mee op te vangen; ze blijven er gewoon aan vastplakken. Superhandig! Bij Pokon kun je een set met aaltjes en vangplaatjes bestellen. Dan sla je 2 vliegen (of in dit geval zelfs meer ;)) in één klap.

4. Overlaad je plant niet met water

Vergeten water te geven is niet goed voor planten. Maar je plant trakteren op een complete overstroming, is al net zo funest. Daardoor krijgt je plant te natte wortels en overleeft hij het ook niet. Kortom: de juiste balans (niet te veel én niet te weinig water) is cruciaal. Overigens verschilt de waterbehoefte nogal per plant. Ook wisselt het per seizoen hoeveel water je groene vriend nodig heeft. Wij proberen altijd even aan de potgrond te voelen hoe nat die is. De meeste planten hoeven niet continu natte grond te hebben (liever niet juist!). Pas als de bovenste laag van de potgrond droog is, is dat een goede reden om een nieuwe lading water toe te dienen.

Twijfel je hoeveel water je plant nodig heeft? Dan is Google je beste vriend. Ik kijk zelf onder andere graag op de website van Mama Botanica. Daar staat per plant uitgelegd wat die plant precies aan water nodig heeft.

5. Las een vaste plantenroutine in

Toen ik nog in mijn eentje woonde, vergat ik weleens planten water te geven. Ook dat helpt natuurlijk niet mee om planten in leven te houden. Maar sinds Bart en ik samenwonen, hebben we met elkaar een handige plantenroutine gevonden. Bart geeft 1x per week op zaterdag alle planten in huis water. Daarnaast loopt hij op woensdag alle planten nog eens na om te checken of ze een extra gieterronde kunnen gebruiken. Sinds die routine er goed in zit, vergeten we onze groene vrienden bijna nooit en krijgen ze altijd op tijd water.

Tip: bij zo’n vaste plantenroutine moet je alleen niet vergeten om je waterronde op een andere dag in te halen als je er een keer op de vaste watergeefdag niet bent. Anders staan je planten alsnog per ongeluk een week droog.

6. Geef je planten regelmatig voeding

Ook al kom je met voldoende (en niet te veel) water en regelmatig verse potgrond al een heel eind. Sommige planten kunnen daarnaast een beetje voeding goed gebruiken om je planten in leven te houden. Zeker als je wilt dat je planten groeien en bloeien, is het slim om ze eens in de zoveel tijd een scheutje plantenvoeding te geven. Een extra verwennerij voor je planten! Eén druppel per 2 weken of eens per maand in de winter is vaak al voldoende. Check wel per plant welke plantenvoeding geschikt is.

7. Haal regelmatig dode blaadjes weg

Dode bladeren zien er sowieso niet bijzonder charmant uit aan je plant. Maar het helpt ook om je planten in leven te houden als je regelmatig dorre blaadjes weghaalt. Dan hoeft je plant geen energie meer te steken in de bladeren die toch al dood zijn en kan het zich nog beter focussen op de blaadjes die wel mooi groen zijn.

Wees wel altijd voorzichtig als je blaadjes verwijdert. Probeer de plant niet te beschadigen en haal blaadjes alleen weg als ze echt duidelijk (bijna) dood zijn.

8. Houd de luchtvochtigheid in de gaten om planten in leven te houden

Planten nemen water op via hun wortels, maar ook via de lucht. Als je droge lucht in huis hebt (bijvoorbeeld wanneer de verwarming net weer aan staat in de winter), komt dat je planten niet ten goede. Gelukkig zijn er een paar manieren om de lucht iets vochtiger te maken. Het helpt sowieso als je de ramen elke dag even openzet, bijvoorbeeld ’s ochtends vroeg voordat je de verwarming aanzet.

Een andere optie is om van die bakjes met water aan je verwarming te hangen. Daardoor komt er ook meer vocht in je kamer. Zelfs zonder dat je daarvoor speciaal een luchtbevochtiger hoeft aan te schaffen.

9. Koop alleen maar makkelijke kamerplanten

Ja, die bestaan! Zo heb ik ontdekt. De ene plant groeit en bloeit met weinig verzorging al; de ander heeft iets meer persoonlijke aandacht nodig. Zelf vind ik de ficus (zie hierboven), pannenkoekenplantjes, monstera’s, cactussen en vetplantjes een makkie om te verzorgen. Die hebben we dan ook veel in huis staan.

Ook een goede tip voor makkelijke kamerplanten is de Calathea. Die laat zijn blaadjes hangen zodra hij te weinig water krijgt, waardoor je het direct ziet als je weer richting de waterkraan moet rennen.

Merk je dat een plant bij jou snel doodgaat? Dan is het misschien gewoon niet helemaal jouw plant. Ik heb bijvoorbeeld ruzie gehad met de Alocasia: die overleefde het bij ons maar 2 weken en liet elke dag een van zijn bladeren vallen. Sindsdien koop ik deze plant niet meer en heb ik geaccepteerd dat het blijkbaar gewoon niet helemaal mijn plant is. Ook prima!

Bonustip: En lukt het met echte planten nu echt vaker niet? Dan zijn de gezellige Lego-plantjes hieronder altijd ook nog leuk om in plaats daarvan te proberen.

Heb jij groene vingers?