Helaas zitten er maar een aantal uren in een dag. Best uitdagend als je bedenkt dat je agenda meestal niet al te karig gevuld is! De oplossing om toch een heel eind te komen: proberen om meer te doen in minder tijd. Maar dan zonder te multitasken en zonder jezelf over de kop te werken! De oplossing zit ‘m in je productiviteit verhogen. Dus meer halen uit de tijd die je hebt door minder tijd te verspillen, op het juiste moment pauze te nemen en alles te halen uit de focus en creativiteit die al in je zit. Hoe je dat doet? Dit zijn 22 lifehacks die ik allemaal bijna dagelijks toepas.

Je productiviteit verhogen kan ook zonder jezelf over de kop te werken

We struggelen vast allemaal regelmatig met dezelfde uitdaging: te weinig uren in een dag. Maar hoe kun je het meeste halen uit het beperkte aantal uren dat in een dag zit? Om 7 uur starten en zonder pauzes hard blijven bikkelen, zou je misschien denken. Maar ik heb zelf de laatste tijd juist gemerkt dat je productiviteit verhogen hem ook zit in pauzes pakken en jezelf niet overvragen. Je werktempo flink opschroeven is niet de oplossing. Wel kun je op een rustige manier meer halen uit de tijd die je hebt.

Het gaat er niet zozeer om hoe hard je werkt. Het gaat erom waaraan je je tijd besteedt en of je alles haalt uit jouw eigen ritme. Zit jij bijvoorbeeld vermoeid achter de PC door een gigantische middagdip en baal je dat er niets uit je handen komt? Misschien schiet je dan meer op met een wandelpauze dan met blijven ploeteren. Steek jij veel tijd in meetings, ellenlange e-mails, social-media-posts die weinig bekeken worden of taken die echt niet per se op jouw bordje thuishoren? Kijk dáár dan eens naar. Wie weet is niet alles wat je doet écht zo belangrijk. Dan houd je automatisch meer uren over om te doen wat er écht toedoet.

Uit de vele productiviteitsboeken die ik las, leerde ik een hoop tips die ik zelf dagelijks toepas om meer uit mijn tijd te halen zonder in de stresskipmodus te vervallen. Dit zijn 22 productiviteitstips die voor mij goed werken en waar jij wellicht ook iets aan hebt:

1. Maak vooraf een planning voor je dag

“Wat zal ik vandaag eens gaan doen?” is vaak niet de beste vraag om de dag mee te starten. Het helpt enorm – zeker als je brein ’s ochtends tijd nodig heeft om wakker te worden – om alvast een planning klaar te hebben liggen. Dan hoef je daar aan het begin van de werkdag niet meer over na te denken en kun je direct van start gaan.

Mij helpt het altijd om die planning al lekker concreet te maken. Ik werk zelf het liefst met een papieren planner met héél veel vakjes. Maar een digitale planner als Google Calendar of Outlook werkt net zo prima. Noteer daarin per tijdsblok waar je aan gaat werken, zodat je ook goed kunt kijken of je dagplanning realistisch is. Zorg dat je daarnaast genoeg tijd vrijhoudt voor tussendoordingen (zoals onverwachte belletjes of e-mails beantwoorden).

Als je met zo’n dichtgetimmerde planning de dag begint, kun je haast niet anders dan een vliegende start maken én hoef je ’s ochtends niet meer te bedenken wat je gaat doen.

De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door Sandra Stokmans.

2. Start met iets simpels en kleins

Ik weet dat veel mensen geloven in de techniek ‘Eat that frog’: de dag starten met de allervervelendste en allergrootste taak die op je to-do-list staat. Dan heb je die grote, logge kikker maar alvast doorgeslikt! Zelf geloof ik daar niet zo in. Wat voor mij beter werkt? Start juist met een kleine en simpele taak die je al snel hebt afgevinkt. Voor mij is dat vaak een factuur sturen, een blogartikel op Pinterest delen of een e-mail beantwoorden. In ieder geval een taak die in 15 minuten gedaan is!

Door met zo’n mini-taak te starten, heb ik meteen het gevoel “lekker bezig” te zijn en bouw ik energie op om daarna die grote, vervelende taak te doen.

3. Start elke dag met 2-3 prio’s en werk daar als eerste aan

Toen ik net ondernemer was, werkte ik altijd met heel lange takenlijsten. Soms stonden er wel 10 taken op een dag op. Vaak koos ik dan de leukste taken uit om als eerste mee aan de slag te gaan. Het probleem was alleen dat daardoor de grotere of minder leuke projecten vaak naar het eind van de middag verschoven. En tja, om 16.00 uur had ik al helemaal geen puf en zin meer om dat project óók nog op te pakken. Kortom: geen aanrader als strategie!

Mijn tactiek is nu om elke dag te starten met 2 of 3 taken die ik absoluut die dag gedaan wil hebben. Denk aan een interview uitwerken, een gesponsord blogartikel afmaken of een tekst voor een opdrachtgever schrijven waarvoor de deadline nadert. Zodra ik een mini-taakje heb afgevinkt, pak ik als eerste die 2 of 3 projecten op. Vaak staat er daarnaast nog wel wat in mijn agenda voor die dag. Maar ik zorg dat ik in ieder geval die paar projecten vóór 15.00 uur heb afgewerkt. Dan hoef ik daar niet tegenaan te hikken of over te stressen. Alles wat daarna nog lukt, is mooi meegenomen.

4. Geef jezelf 1 dag speelruimte bij deadlines

Zelf ga ik best goed op deadlines, maar ik vind het wel fijn als ik ze zonder al te veel stress weet te halen. Daarom geef ik mezelf 1 dag speelruimte. Dat doe ik op een van deze manieren:

• Ik geef aan een opdrachtgever aan dat ik een tekst uiterlijk dinsdag aanlever als ik er maandag tijd voor heb gereserveerd. Mocht er dan maandag toch iets tussenkomen, dan kom ik niet meteen met de deadline in de knoop.
• Staat de deadline voor vrijdag gepland? Dan zorg ik dat ik woensdag en donderdag al aan een tekst werk, zodat ik vrijdag alleen nog de puntjes op de ‘i’ hoef te zetten.
• En is een deadline heel krap? Dan ga ik ’s ochtends meteen met het project aan de slag, zodat er nog ruimte is om de tekst te laten liggen en er ’s middags opnieuw naar te kijken.

Op al die manieren voorkom ik dat ik op het allerlaatste nippertje nog veel moet doen en blijft er ruimte over om genoeg tijd en energie in deadlinetaken te steken.

5. Stel een tijdslimiet per taak

Heb je de neiging om je te verliezen in (niet al te belangrijke) puntjes op de ‘i’? Dan helpt een zelf vastgestelde deadline misschien goed. Daarmee bedoel ik dat je jezelf oplegt om maximaal bijvoorbeeld 15-20 minuten aan een bepaalde taak te zitten.

Ik doe dit zelf vooral bij taken waarbij ik de neiging heb mezelf erin te verliezen. Zo geef ik mezelf vaak een tijdslimiet als ik een offerte opstel, als ik een video voor Instagram maak of als ik aan een LinkedIn-post werk. Als ik dat niet doe, kan ik gerust die LinkedIn-post 10x nalezen en blijven perfectioneren. Maar op zulke momenten probeer ik te bedenken dat de details écht niet zo belangrijk zijn. Goed is soms goed genoeg.

Heb jij taken waar je soms iets meer tijd aan kwijtraakt dan de bedoeling was? Zet een stopwatch en bepaal hoe lang jij hier maximaal aan wilt werken. Geef jezelf als de stopwatch afgaat nog maximaal 5 minuten. Daarna móet je post, video of offerte klaar zijn om de wereld in te sturen. Perfect of niet.

6. Ben je ongemotiveerd? Maak een wandeling!

Komt er even niets uit je handen of lijkt je creativiteit spontaan uit het raam te zijn gevlogen? Kom dan vooral achter je laptopscherm vandaan. Al starend naar je knipperende cursor en akelig witte Word-scherm komen de motivatie en originele ideeën al helemaal niet aanwaaien. Op zo’n moment kun je soms beter een pauze inlassen en achter je scherm vandaan kruipen.

Voor mij werkt een wandeling dan het beste. Door de frisse lucht, de rust en alle nieuwe indrukken om je heen, kun je daarna met een alerter hoofd, een minder vol brein en wie weet een paar toffe extra ideeën weer achter de PC kruipen. Vaak genoeg merk ik dat ik juist sneller werk en sneller op gang kom als ik een pauze neem van werk.

7. Geef jezelf regelmatig wegdroomtijd

Wegdromen, door Instagram scrollen of zelfs een mini-dutje doen (op een thuiswerkdag) klinkt misschien verre van productief. Toch is niets minder waar. Het werkt juist onproductief als je jezelf blijft pushen om hoe dan ook werk gedaan te krijgen, ook als je hoofd er niet helemaal bij is of als je creativiteitstank leeg is. Dan raak je gefrustreerd en komt er al helemaal weinig uit je. Dan werkt het beter als je het jezelf gunt om even met je aandacht ergens anders te zijn.

Je zult merken dat je je daarna vaak juist productiever voelt. Doe dit natuurlijk niet 20x op een dag. Maar als je jezelf 1x per uur zo’n minipauze geeft, doet dat eerder goed dan kwaad.

8. Onderscheid flow- van focustaken

Door het boek ‘Focus AAN/UIT’ van Mark Tigchelaar leerde ik dat we vaak twee soorten taken op een dag hebben:

1. Focus-taken: taken waarbij je je aandacht en concentratie langere tijd volledig nodig hebt en geen afleiding moet hebben. Denk aan je boekhouding, een verslag schrijven, e-mails beantwoorden of een rapport doornemen.
2. Flow-taken: taken waarvoor je creativiteit nodig hebt en waarbij het vaak juist niet helpt om jezelf langere tijd onafgebroken te pushen om aan het werk te zijn. Voorbeelden zijn brainstormen, problemen oplossen of ideeën opdoen.

Wat dit onderscheid zo belangrijk maakt? Nou, vaak doen we flow- en focustaken door elkaar. Maar het werkt over het algemeen beter om bijvoorbeeld 1 uur achter elkaar te brainstormen en dat dan op een manier te doen die bij een flowtaak past. Brainstormen doe je vaak niet starend naar een computerscherm, maar misschien juist met muziek aan in een koffietentje of in het park. En heb je een lastig probleem op te lossen? Ook dat lukt misschien beter door te gaan wandelen of in ieder geval niet achter je scherm tussen de driftig tikkende collega’s te zitten.

Hoe ik dit zelf concreet toepas? Ik werk met focusblokken en met flowblokken. Ik probeer elke dag een beetje van het één en een beetje van het ander te hebben. Dan plan ik bijvoorbeeld 1 uur om onderwerpen voor artikelen voor een klant te bedenken, en vervolgens 2 uur om gefocust aan een tekst te werken. Verder doe ik zoveel mogelijk aan batching: soortgelijke taken na elkaar uitvoeren. Dus ik bedenk liever in één klap 20 onderwerpen dan elke dag met 1 onderwerp te komen. En als ik foto’s maak voor mijn blog, doe ik dat in één keer voor veel artikelen. Dat scheelt veel schakelen tussen taken.

9. Splits projecten op in kleine taken van maximaal 1 uur

Als ik in mijn agenda zoiets zet als ‘e-book schrijven’ of – blogplan maken’, dan vind ik dat niet heel motiverend werken. Dat zijn projecten waar soms wel een hele werkdag of meer in gaat zitten. Dus je kunt niet even een ochtendje “e-book schrijven”. Daarom splits ik zulke projecten op in kleinere brokken. Dat maakt het makkelijker om in te schatten hoeveel tijd het kost én ik heb een voldaan gevoel als ik de taak daadwerkelijk kan afvinken.

10. Houd je bestede uren op een dag bij met Toggl

Dat is niet alleen handig voor je urenopgave bij de Belastingdienst als je ondernemer bent. Het helpt ook om je productiviteit te verhogen. Ik werk zelf met Toggl: een handige gratis tool waarmee je gemaakte uren kunt bijhouden en vervolgens in rapportages kunt zien hoe je je werktijd hebt besteed. Ik geef elke opdrachtgever een categorie en maak van taken als ‘e-mails beantwoorden’ en ‘boekhouding’ losse categorieën. Mij geeft dat elke dag, week en maand een goed overzicht van waar ik mee bezig ben.

11. Las vaste mailbox-momenten in

Niemand verwacht dat jij altijd bovenop je inbox zit en binnen 30 minuten elke e-mail van een reactie voorziet. Ik heb om die reden al heel lang de notificaties voor Outlook van mijn PC gegooid en zie mijn ongelezen e-mails alleen als ik zelf mijn mailbox open. Dat scheelt heel wat verleidingen om te stoppen met waar ik mee bezig was.

In plaats daarvan open ik op een paar momenten op de dag mijn inbox en neem ik daar dan echt de tijd voor. Op die momenten beantwoord ik alle e-mails direct in plaats van ze weg te klikken en er later op terug te komen. Daardoor spoken de onbeantwoorde e-mails minder door mijn hoofd, weet ik zeker dat iedereen antwoord krijgt en zit ik tegelijkertijd niet te veel in mijn Postvak In op een dag.

Je kunt bijvoorbeeld met jezelf afspreken dat je elke dag aan het begin van de ochtend, rond lunchtijd en één of twee keer ’s middags in je inbox duikt.

12. Zet je telefoon op ‘Niet storen’ en plan telefoontjes in

In mijn artikel over minder afgeleid worden door je telefoon sprak ik er al lovend over. Die liefde is sindsdien zeker niet bekoeld. Ik heb het over de ‘Niet storen’-modus op je telefoon. Je kunt zelf instellen wat die modus voor jou inhoudt. Voor mij betekent het dat ik overdag geen plinggeluidjes hoor voor notificaties in apps (zoals e-mails, WhatsApp-berichten of social-media-updates). Wel kunnen mensen uit mijn contactenlijst me bellen. Als iemand belt die niet in mijn contactenlijst staat, dan trilt mijn telefoon en overweldigt het daardoor minder dan als mijn volume op volle sterkte staat.

Voor mij heeft het een groot verschil gemaakt dat mijn telefoon niet meer bij elk binnengekomen gericht piept en een fel verlicht scherm geeft. Ik bepaal nu zelf wanneer ik me door mijn telefoon laat afleiden in plaats van dat mijn telefoon die controle over mij heeft.

Nog een tip die daarbij hoort: plan afspraken voor telefoongesprekken. Natuurlijk niet voor elk 2-minuten-belletje. Maar naar mijn ervaring werkt het beter om een moment te plannen waarop je helemaal klaarzit voor een gesprek dan om alles uit je handen te laten vallen voor onverwachte belletjes. Dus word je gebeld voor iets waar je je liever op voorbereidt? Vraag of je er straks over mag terugbellen. De ander heeft daar uiteindelijk ook meer aan.

13. Typ geen e-mails van 2 kantjes, maar pak de telefoon

Hier heb ik me heel vaak schuldig aan gemaakt: minutenlang broeden op een veel te lange e-mail. Dan zette ik al mijn vragen opgesomd op een rij of ging ik uitvoerig beargumenteren waarom ik iets wel of geen goed plan vond. Inmiddels ben ik daarvan teruggekomen. Ook al ben ik normaal meer van het mailen dan het bellen, ook ik vind bellen soms een strak plan. Als je merkt dat je meer dan een kwartier op een e-mail broedt, pak dan liever de telefoon. Vaak blijkt die e-mail van 2 kantjes dan ook een gesprek van 10 minuten te kunnen zijn. Bovendien hoor je dan meteen de reactie van de ander, kun je vragen beantwoorden of toelichting geven. Eén telefoontje kan zomaar 3x heen en weer mailen schelen.

14. Doe alleen de dingen die écht impact maken

Laatst interviewde ik voor een opdrachtgever iemand die een burn-out had gehad. Diegene had een belangrijke tip voor anderen: “Steek je tijd alleen in die dingen die impact maken”. Ik denk dat we allemaal weleens ongemerkt tijd verspillen. Je denkt nuttig bezig te zijn, maar wat je doet is niet écht de tijd waard. Soms is het goed om je af te vragen of alles waar je je tijd in steekt wel écht zo vreselijk belangrijk is. Kun je niet – al is het met enige pijn en moeite – sommige dingen laten vallen?

Merk je dat je al heel lang ergens op zit te broeden? Vraag jezelf eens heel eerlijk af hoe belangrijk dit is en wat het toevoegt, en geef jezelf een limiet. Stort je daarna weer op belangrijkere taken.

15. Zeg niet op elke uitnodiging klakkeloos ‘ja’

Of je nu in loondienst bent of als ondernemer werkt, je kunt vaak wekelijks heel wat uren bij meetings aanschuiven als je zou willen. Maar moet je dat ook willen? In loondienst zat ik bijvoorbeeld weleens bij vergaderingen van 2,5 uur (!) waarvan ik me later afvroeg of die niet ook gewoon een belletje van 15 minuten hadden kunnen zijn. Of ik ging naar een bijeenkomst waarvan ik misschien beter gewoon de samenvatting had kunnen lezen. Sindsdien ben ik een stuk kritischer geworden met uitnodigingen.

• Moet je écht bij die vergadering zijn? Is het niet voldoende als je na afloop de notulen leest of als iemand je in 10 minuten bijpraat?
• Wat levert dat netwerkevent je op? Verwacht je er samenwerkingen of connecties uit te halen, of komt de doelgroep die jij zoekt hier helemaal niet op af?
• Leuk dat je gaat koffiedrinken met een oud-collega die naar een nieuwe baan op zoek is! Maar heb je er wel tijd voor? En moet dat meteen een afspraak van 2 uur in een koffietentje zijn of is een belletje ook genoeg?
• Moet je voor afspraken altijd naar een locatie aan de andere kant van het land afreizen? Kan dit niet ook een Teams-meeting van 30 minuten zijn?
• Tof dat je collega vraagt of jij bij die masterclass kunt aanschuiven omdat het “vast interessant” is. Maar als jij al krap in je tijd zit, moet jij daar dan echt bij zitten? Of kun je alleen bij het middagdeel aanhaken?

16. Maak niet van elk probleem JOUW probleem

Ai, hier ben ik weleens flink de mist mee ingegaan. Dan knoopte ik iets te snel mijn Superman-cape om, om een ander uit de brand te helpen. Pas later besefte ik dat problemen van een ander echt niet altijd jouw probleem hoeven te worden. Je mag het ook bij de ander laten om het op te lossen.

• Als jouw collega pas laat input kan aanleveren voor een opdracht, betekent dat niet dat jij à la minute alles moet laten vallen om die veel te krappe deadline alsnog te halen. Je mag eerlijk aangeven dat vandaag niet lukt, maar morgen wel.
• Lukt het jouw collega niet om bij een masterclass te zijn? Dan hoef jij jezelf daar niet meteen voor op te offeren. Het is uiteindelijk haar probleem dat zij niet kan. Het is ook oké als daardoor dan maar niemand gaat.
• Dat niemand anders notulen maakt, betekent niet dat jij die taak maar op je moet nemen.
• Als er nog geen afscheidscadeau is geregeld voor je collega, kun je ook vragen of iemand anders daarover wilt meedenken in plaats van die taak meteen op jouw schouders te dumpen.

Het is natuurlijk helemaal prima en heel lief en behulpzaam als je soms taken overneemt of mensen helpt. Maar weersta de verleiding om dat áltijd te doen, zeker als je zelf al druk genoeg bent.

17. Ken jouw beste tijden

Ben jij een ochtendmens en is jouw focus om 8 uur op z’n best? Of komt jouw beste werk juist rond 4 uur ’s middags uit je handen? Als je van jezelf weet wat jouw meest productieve tijden zijn, kun je daar slim gebruik van maken om je productiviteit te verhogen. Probeer op die tijden geen afspraken te plannen, maar tijd vrij te houden voor je belangrijkste focustaken van de dag.

Ik start zelf bijvoorbeeld de werkdag vaak rond half 8 en probeer om 10 uur altijd al 1 of 2 belangrijke prio’s te hebben afgevinkt. Meestal plan ik vóór 10 uur geen afspraken in, zodat ik mijn productieve ochtenduren structureel kan gebruiken voor schrijfwerk.

18. Noteer je losse eindjes voor de volgende dag

Hoe productief je ook bent geweest overdag, vaak eindig je de werkdag wel met een paar losse eindjes. Denk aan e-mails die je nog moet beantwoorden, mensen die je niet mag vergeten te bellen of een opdracht waar je weer eens achteraan moet gaan. Of misschien zit je middenin een taak waar je morgen mee verder wilt gaan. Noteer in al die gevallen aan het eind van je werkdag wat je de volgende dag nog wilt of moet doen. Dan kun je dat na het werk uit je hoofd zetten en hoef je de volgende ochtend niet eerst diep te graven wat je ook alweer van plan was te gaan doen.

19. Werk met micro-pauzes (voor je ogen)

Een tijdje geleden kwam ik bij de opticien met vermoeide ogen. Wat bleek? Met mijn gloednieuwe bril was (gelukkig) niets mis, maar mijn ogen hadden vaker een beeldschermpauze nodig. Zij vertelde dat veel mensen die dagelijks achter de computer zitten hier last van hebben en gaf me de gouden tip: micro-pauzes. Dat is een minipauze van – in mijn geval – zo’n 40 seconden per half uur.

Deze pauzes zijn specifiek bedoeld voor mijn ogen. Het blijkt namelijk dat het voor je oogspieren vermoeiend is om heel lang gefocust naar een scherm dichtbij te kijken. Daarom kijk ik tijdens zo’n pauze ongeveer 20-30 seconden in de verte (zo’n 20 meter verderop, door het raam). Dat helpt om je ogen rust te geven tussen het focussen door. Voor mij helpt dit heel goed om minder vermoeid te worden van beeldschermwerk.

Los van die oogvriendelijke pauzes, is het natuurlijk sowieso goed om regelmatig een mini-break te nemen. Ook uit onderzoek blijkt dat regelmatige pauzes je juist productiever maken. Dat kan ook inhouden dat je een kopje thee pakt, de trap op- en afloopt of even met een collega kletst.

20. Stel alleen effectief uit

Uitstelgedrag heeft over het algemeen geen al te best imago. Niet vreemd: uUiteraard is het niet goed voor je productiviteit als je taken zo vaak uitstelt dat je ze uiteindelijk compleet vergeet op te pakken. Maar er bestaat ook een vorm van uitstelgedrag die in mijn ogen wel heel effectief is. Daarmee bedoel ik dat je dingen bewust op een ander moment inplant omdat ze dan beter uitkomen én dat je er op dat moment echt voor gaat zitten.

Ik doe dit zelf bijvoorbeeld als ik merk dat ik een aproductieve dag heb en écht geen puf meer heb om aan een lang artikel te zitten. Dan verplaats ik dat artikel naar de volgende dag en pak in plaats daarvan een taak voor morgen vandaag al op. Zo weet ik zeker dat ik de taak alsnog op tijd afkrijg, maar zit ik er niet vandaag gefrustreerd aan te ploeteren. Grote kans dat het artikel morgen soepeler uit mijn toetsenbord rolt!

Dit kun je ook doen als je een verzoek krijgt van een collega waar je vandaag geen tijd voor hebt. Of als je een heel lange e-mail ontvangt met een vraag waar je even op moet broeden. Geef dan aan dat je er vandaag niet meer aan toekomt, maar dat die collega morgen, overmorgen of volgende week de eerste is. Zorg wel dat je de taak in je agenda zet en er tijd voor blokt. Dan weet je zeker dat van uitstel geen afstel komt.

21. Leer ‘nee’ te zeggen (en doe dat zonder gêne)

Verder heb ik gemerkt dat je productiviteit verhogen ‘m niet alleen zit in wat je doet, maar vooral in wat je NIET doet. Ik liet net al vallen dat je niet bij elke vergadering hoeft te zijn en dat je heus niet van elk probleem jouw probleem hoeft te maken. Alleen aan veel van die dingen gaat één lastige stap vooraf: ‘nee’ zeggen.

Je kunt je nog zo goed verdiepen in planningstools, handige agendasystemen bedenken en je to-do-list slim inrichten. Maar uiteindelijk gaat het er ook om dat je niet alles in je agenda láát glippen. Nee zeggen is voor niemand een pretje. Maar besef dat je met een ‘nee’ uiteindelijk ook mensen een plezier doet:

• Je doet jezelf een plezier, omdat jij jezelf niet over de kop hoeft te werken, de werkdag rustiger doorkomt en je avond overhoudt om bij te tanken.
• Je doet je collega’s of opdrachtgevers een plezier, omdat zij beter werk afgeleverd krijgen als jij je agenda niet overvol laat raken.
• Je doet degene tegen wie je ‘nee’ zegt een plezier, omdat diegene geen afgeraffeld werk krijgt maar zeker weet dat jij er de tijd, energie en het plezier in kan steken die nodig zijn voor een goed resultaat.

Dus zeg vaker nee tegen uitnodigingen, tegen taken die niet passen, tegen spoedjes waar je geen tijd voor hebt of tegen taken waar je écht niet blij van wordt. Daarmee houd je je eigen werkdagen leuk en maak je – al merk je dat misschien niet direct – ook de ander blijer.

22. Vergeet nooit je taken af te strepen

Als laatste nog een belangrijke bonustip: vergeet nooit een dikke, vette streep te zetten door alle taken die je vandaag hebt volbracht. Een to-do-list is leuk, maar een afgevinkte to-do-list is nog leuker. Zet een streep zodra je iets hebt afgerond. Dat geeft een voldaan gevoel en motiveert om de rest van de dag (of morgen) net zo lekker productief verder te gaan.

Heb jij nog meer fijne tips om je productiviteit te verhogen?