Hoe kan het dat jij als introvert toch zo blij wordt van stedentrips? Die vraag heb ik al best vaak gekregen. Tja, wij zoeken inderdaad vaak juist de drukste hoofdsteden op, wat best frappant is voor iemand die snakt naar rust en niet dol is op mensenmassa’s. Tijdens onze trip naar Berlijn besloot ik er eens op te broeden: hoe doe ik dat nu eigenlijk, een stedentrip introvert-proof maken? En hoe kun je überhaupt op je eigen manier reizen als introvert? Dit zijn 11 tips die ik er zelf de afgelopen 10 jaar over leerde.
Introversie: wat is dat precies?
Een introvert is iemand die van nature meer oplaadt van tijd alleen dan van samen met andere mensen zijn. Het is een karaktereigenschap waarmee je geboren wordt. Extraversie en introversie vormen samen een schaal. Je bent óf meer introvert óf meer extravert, óf je zweeft er ergens tussenin (en bent dan ambivert). Het merendeel van de mensen is extravert of ambivert. Extravert houdt in dat je oplaadt van onder de mensen zijn. Een introvert kan sociale gelegenheden en mensenmassa’s óók gezellig vinden, maar heeft daarna vaak even tijd alleen nodig om de batterij weer vol te krijgen.
Ikzelf heb pas sinds een aantal jaar door dat ik goed in het hoekje ‘introvert’ pas. Ik ben van mezelf stil en rustig. Als kind kon ik me al prima alleen vermaken. En hoe gezellig ik een feestje of vriendinnenafspraak ook vind, ik moet daarna ook even bijkomen voordat ik weer volop aan kan staan. Hoewel ik leuke mensen om me heen heb en ook geniet van fijne diepgaande gesprekken, heb ik het ook nodig om relatief veel tijd in mijn eentje door te brengen. Ik ga er lekker op als ik kan opgaan in mijn eigen schrijfsels, creatieve dingen mag oppakken of in mijn eentje plekken ontdek… Dat alles lijkt misschien niet te matchen met samen op stedentrip gaan. Toch gaat het in mijn ogen heel goed samen.
Oh ja, dan nog iets: naast introvert bestaat er ook zoiets als hoogsensitief zijn. Dat houdt in dat je prikkelfilter wat anders is afgesteld dan gemiddeld. Je pikt meer prikkels op en verwerkt die ook dieper. Daardoor kun je sneller overweldigd raken door bijvoorbeeld hard geluid, licht, emotionele verhalen, gevoelens van anderen of emotionele verhalen. Dat staat los van introversie. Maar kan natuurlijk op reis ook een grote spelen. Overigens komt prikkelgevoeligheid niet altijd van hoogsensitiviteit. Soms ligt er een andere oorzaak aan ten grondslag, zoals overspannenheid, autisme, AD(H)D of traumatische ervaringen.
Reizen als introvert: wat zijn de uitdagingen?
Reizen kan heel overweldigend zijn, afhankelijk van de plek waar je naartoe gaat natuurlijk. Als je in je eentje in een huisje op de Veluwe zit, is het waarschijnlijk goed vertoeven en kun je ultiem bijtanken. Maar een stedentrip of verre reis kan wel veel van je vragen. Je bent continu onder de mensen, hebt misschien reisgezelschap dat niet jouw keuze is, of voelt je gedwongen om continu small talk-praatjes met andere mensen aan te knopen.
Dit zijn een paar uitdagingen die ik zelf als introvert op reis weleens ben tegengekomen:
- Je verblijft op drukke plekken, zoals een appartement waar continu (ook middernacht) mensen voor de deur staan te praten. Of misschien staat je hotel in een onwijs drukke straat, waardoor stilte er niet bij is.
- Je bent met reisgezelschap (familie, vrienden of een onbekende groep) dat je de oren van het hoofd kletst.
- Jouw gezelschap heeft andere ideeën bij “samen vakantie vieren” dan jij en wil bijvoorbeeld het liefst alles samen doen, terwijl jij snakt naar je terugtrekken op je hotelkamer.
- Je komt op plekken waar het zwermt van de mensen. Zo moet je je in metrostations een weg zien te vinden tussen de enorme ophopingen van mensen en struikel je op pleinen in steden soms over de toeristen met selfiesticks.
- Soms voel je je misschien verplicht om een praatje aan te knopen met de taxichauffeur, andere wachtenden in de rij, locals op de markt, etc. Dat terwijl je af en toe ook gewoon alleen wilt zijn.
- Je hebt wellicht geen plek om je terug te trekken, bijvoorbeeld omdat je in een inimini-hotelkamer slaapt of zelfs met z’n tweeën in een tent ligt. Hoe leuk je je reisgezelschap ook vindt, je snakt ernaar even alleen te zijn.
- En als laatste: het openbaar vervoer. Zeker in drukke steden, waar de metro’s aanvoelen als een uitpuilend blik met kleine visjes, is dat soms al pure overweldiging op zich.
Elk van die uitdagingen ken ik zelf ook wel. Inmiddels vind ik reizen als introvert een stuk minder overweldigend en heb ik er mijn weg in gevonden, ook als we naar drukke steden gaan. Mij heeft het vooral geholpen om te ontdekken wat ik nodig heb om een fijne vakantie te hebben en om dat vaker als uitgangspunt te nemen.
Denk niet te veel in "hoe het hoort" en maak van je vakantie jouw feestje. Het doet er echt niet zo toe wat een buitenstaander daar nu van vindt. Dit is JOUW vakantie.
1. Zorg dat je lummelmomenten hebt aan het begin of eind van de dag
Ik vind een drukke stedentrip geweldig. Maar vaak moet ik ’s avonds ook even bijkomen van de vele indrukken en de grote hordes mensen op straat. Daarom plemp ik mijn dagen bewust nooit helemaal vol. Ook al ben ik voor het eerst in een stad en wil ik het liefst zoveel mogelijk zien, ik zorg dat ik altijd aan het eind van de middag weer in het appartement ben. En merk ik dat ik moe ben? Dan ga ik gerust pas na de lunch op stap, zodat ik ook ’s ochtends tot rust kan komen.
Die lummelmomenten ’s ochtends en ’s avonds gebruik ik om wat te bloggen, foto’s uit te zoeken, een boek te lezen of iets anders ontspannends te doen. Daardoor kan ik op andere momenten met frisse energie de deur uit.
Ook als je met gezelschap op reis gaat (of dat nu je partner, een vriend of familie is), is het goed om die momenten voor jezelf te pakken. Een ander kan niet altijd ruiken dat jij even alleen wilt zijn. Maar als je het eerlijk aangeeft, zullen de meeste mensen het echt wel snappen. Op een groepsreis kun je zelfs besluiten om soms naar een bepaald uitje niet mee te gaan en in die tijd een boek te lezen of uit te slapen. Niets mis mee!
2. Ga regelmatig de natuur in
Veel introverte mensen laden op van in de natuur zijn. Daar kom je een stuk minder mensen tegen en zijn natuurlijk minder prikkels waar je iets mee moet. Daarom ben ik op vakantie elke dag wel in een groen stukje te vinden. Ook als we op stedentrip gaan, zoeken we bewust parken of bossen op. Bijna elke Europese stad heeft wel één of meerdere grote parken waar je in het gras op een kleedje kunt neerploffen. Zelf boek ik ook het liefst een accommodatie die in de buurt van een stukje groen ligt. Dan kan ik altijd aan het begin of eind van de dag een stukje wandelen of hardlopen door de natuur.
Een andere optie is om soms bewust een buitenwijk van de stad op te zoeken of zelfs de trein naar een meer afgelegen gebied te pakken. Zo heeft Londen een prachtige botanische tuin (Kew Gardens) aan de buitenrand van de stad. Ik weet nog hoe goed ik het daar vertoeven vond na een dag op toptempo alle bekende Londense wijken te hebben verkend.
3. Ga alleen of met je lievelingsmensen op vakantie
Een groepsreis met allemaal onbekende mensen staat voor mij gelijk aan een horrorfilm. Op de middelbare school deed ik er al alles aan om niet met de geplande reizen naar Rome en Berlijn mee te hoeven. Het leek me vreselijk om met 20 man in een drukke herberg in stapelbedden te liggen en de hele dag gezellig te moeten zijn. Dus nee, grote groepsreizen skip ik. Daar ben ik vrij stellig in. Ook vriendenweekenden sla ik meestal over. Ook al vind ik het heus soms stom als ik niet meega terwijl anderen het zo leuk lijken te vinden, ik weet dat dat voor mij beter werkt. Vaak bied ik wel aan om – als het in Nederland is – een dag van ’s ochtends tot ’s avonds langs te komen. Dan heb je wel de gezelligheid, maar kun je aan het eind van de avond weer je eigen weg gaan.
Wat voor mij een enorm verschil maakt, is om alleen op vakantie te gaan met mensen waarvan ik zeker weet dat we op één lijn liggen qua vakantie. Dat je je beste vriend een geweldig leuk mens vindt, betekent niet dat het ook je ideale mede-vakantieganger is. Als je vriend dol is op hele steden doorbanjeren terwijl jij graag de hele dag op een strandbedje wilt liggen, dan is het misschien handiger om niet samen een vakantie te boeken. Even goede vrienden! Ik ga zelf eigenlijk met niemand anders op vakantie dan met Bart (en vroeger met mijn ouders en ooit met een lieve vriendin). Bij hen weet ik zeker dat we hetzelfde in vakanties staan en altijd wel een middenweg vinden.
Sowieso is ‘Kies alleen maar fijn vakantiegezelschap’ in mijn ogen een belangrijke vakantietip. Het is zonde als je op een prachtige plek bent, maar steeds het gevoel hebt dat je je moet aanpassen. Dus check van tevoren of jullie dezelfde vakantie-ideeën hebben, en houd het anders gewoon bij een dagje weg gaan samen.
4. Boek een Airbnb buiten de drukte
Met mijn moeder heb ik ooit in een New Yorkse Airbnb gezeten in een van de drukste straten van de stad. We hoorden 24/7 sirenes en taxi’s voorbij denderen. Hoe geweldig de vakantie ook was, deze verblijfplaats was minder fantastisch. Sindsdien doe ik ietsje meer research voordat ik een accommodatie boek. Als we op stedentrip gaan, boek ik het liefst een appartement dat iets buiten het centrum ligt. Bart en ik vinden het allebei geen probleem om een stukje te moeten wandelen of de metro te pakken voordat we middenin het bruisende stadscentrum staan. Daar krijg je namelijk veel meer rust voor terug en je betaalt vaak ook nog eens minder voor je verblijf.
Tip: via de site cozycozy kun je op heel veel plekken in Nederland en Europa (en zelfs daarbuiten) fijne accommodaties vinden. Voor iedere plek krijg je B&B’s, hotels, huisjes, stacaravans, hostels, appartementen en zelfs bijzondere accommodaties zoals safaritenten of boomhutten te zien. Een handig platform om in één oogopslag allerlei soorten accommodaties naast elkaar te zien en die met elkaar te vergelijken!
5. Breng meer tijd door op één plek
Jaren geleden maakte ik er graag een sport van om zoveel mogelijk te zien in korte tijd. Zo ben ik met mijn vader ooit 2 dagen naar Wenen geweest en probeerden we alle highlights af te vinken in een ultrakort weekend. Het was onwijs leuk, maar daarna kwam ik wel met vermoeide voeten, kloppende blaren en een vol hoofd thuis. Ik weet niet of het door mijn hogere leeftijd komt, maar inmiddels ligt mijn stedentriptempo een stuk lager.
Ik vind het nog steeds fantastisch om van de ene naar de andere kant door een stad te wandelen en elk bijzondere straatje met eigen ogen te zien. Maar tegenwoordig reserveer ik meer tijd om een plek te bekijken. Dus in plaats van 4 dagen Berlijn gaan we nu 7 dagen. Dan is er veel meer ruimte om rust te pakken en met aandacht van plekken te genieten in plaats van steeds de haast te voelen doordat er nog een hele lijst aan bezienswaardigheden op je wacht.
Dus wil je wel op stedentrip gaan, maar ben je bang dat je na terugkomst door de drukte meteen toe bent aan een nieuwe vakantie? Zorg dan dat je meer dan genoeg tijd hebt om alles te bekijken. Ga meer dagen dan je denkt nodig te hebben om alles te zien. Dan is er ook ruimte om bijvoorbeeld een dag niet van je hotelkamer af te komen of om het in ieder geval rustiger aan te doen.
6. Verblijf buiten de stad en reis dan de stad in
Wat doe je als je heel veel zin om naar een grote stad te gaan, maar tegelijkertijd niet de hele week in de stadse drukte wilt zitten? Wat voor mij altijd werkt? Ga op de kaart op zoek naar stad of dorpje in de buurt met goede verbindingen naar jouw geliefde stad. Zo gingen we vorig jaar naar Londen, maar verbleven we ook een paar dagen in Windsor. Dat is een veel rustiger (en ook heel leuk dorpje!) buiten de drukke Engelse hoofdstad. Met de trein was je alsnog binnen 1 uur in Londen, maar we konden daardoor ook iets meer zien van het Londense platteland.
Ik vind het zelf heel fijn om op zo’n plek elke dag de optie te hebben om óf de stad in te gaan óf juist in de rust te blijven plakken. Zo ben ik met mijn ouders en broers weleens naar een Frans plattelandsdorpje gegaan en zijn we vanuit daar 2x een dag naar Parijs geweest. Het was geweldig om voor het eerst de Franse hoofdstad en de Eiffeltoren te zien, maar ik vond het ook heel fijn om daarna weer de trein in te stappen op weg naar ons rustig huisje in the middle of nowhere.
7. Ga met de fiets of wandelend
Het OV is fantastisch. Maar als je de hele dag metro in, metro uit gaat, kan dat nogal overweldigend zijn. Vooral de Londense metro’s vond ik een grote afrader. Die zaten niet alleen stampvol tijdens de spits, maar werden ’s zomers ook nog eens tamelijk oververhit. Daarom vind ik het zelf altijd fijn om tijdens een stedentrip zoveel mogelijk te wandelen. Dan zie je ook nog eens meer van de stad dan als je een groot deel van de tijd ondergronds doorbrengt. Daarnaast voelt het relaxter om niet op drukke stations te staan en vervolgens als sardientjes in een blik heen en weer geschud te worden totdat de metro de volgende halte nadert.
Nu is het wel zo dat je al snel heel wat af wandelt als je een stad te voet verkent. Daarom proberen wij altijd van tevoren een goed reisplan te maken en te kijken welke bezienswaardigheden dicht bij elkaar liggen. Dan hoef je niet steeds van het ene eind van de stad naar het andere eind te wandelen.
Ook reizen per fiets is een goede tip trouwens. In Berlijn hebben wij alles op de (huur)fiets gedaan. Dat was heel goed te doen en zo kom je een stuk verder dan lopend (en bespaar je jezelf ook nog blaren of flinke eeltplekken). Berlijn is dan ook een perfecte fietsstad. Ik kan me voorstellen dat het in een bergachtige stad als Lissabon lastiger is om alles al fietsend te verkennen.
8. Boek een verblijf met keuken (zodat je niet altijd uit eten hoeft)
Een van mijn beste tips voor reizen als introvert is om altijd een verblijf te boeken met een eigen keuken. Nu snap ik helemaal dat niet iedereen erom zit te springen om op vakantie verplicht elke avond achter het aanrecht te staan. Als jij juist maar al te graag voor het ontbijtbuffet aanschuift in het hotel of elke avond uit eten gaat, blijf dat lekker doen. Maar zelf vind ik het heerlijk om mijn ontbijt aan een eigen keukentafel op te eten en niet om een bepaalde tijd bij een buffet aan te moeten schuiven. En hoewel ik het zeker leuk vind om een aantal keer uit lunchen of uit eten te gaan, vind ik het minstens zo fijn om regelmatig zelf iets in elkaar te flansen en dat dan rustig in het eigen appartement op te eten.
Uit eten gaan of ergens buiten de deur lunchen kán heel fijn zijn. Maar als je op die momenten ook vaak naar alleentijd snakt, kijk dan of je een verblijf kunt vinden waarin je je maaltijden zelf kunt maken. Dan ben je niet verplicht om steeds voor etenswaardige dingen de deur uit te gaan en heb je elke avond de keuze om wel of niet in het appartement te blijven.
9. Vergeet dat je álles uit de reis moet halen
Als tiener had ik altijd gigantische FOMO tijdens stedentrips. Ik moest en zou álles zien. Misschien kom ik hier wel nooit meer, dus móest ik alle Instagram-hotspots en lijstjes met ‘leuke dingen om te doen in stad X’ afvinken.
Inmiddels lukt het me beter om die ‘Alles moet én alles moet nu’-drang los te laten. Ik maak altijd een lijstje met bezienswaardigheden die ik absoluut wil zien en een lijstje met restaurants, hotspots of parken die een nice to see maar geen must-see zijn. Alles wat op dat laatste lijstje staat, is leuk voor als het lukt. Maar als het me aan tijd of energie ontbreekt, dan is het ook prima als ik die dingen skip. Daardoor voel ik minder haast op vakantie en blijft er ook tijdens een stedentrip genoeg ruimte over om bij te tanken.
Overigens reis ik ook regelmatig meerdere keren naar dezelfde stad. Ook geen goede anti-FOMO-tip! Zo ben ik al 3x in Londen, 2x in Berlijn, 3x in Parijs en 2x in Barcelona geweest. Als je een stad al kent, dan hoef je niet meer alle toeristische trekpleisters af te gaan en voel ik zelf meer de rust om op mijn eigen tempo door straatjes te slenteren. Ook helpt de gedachte “Ik kan altijd teruggaan!” mij om ergens met meer rust te lopen. Als ik dan niet overal aan toekom, weet ik dat ik altijd nog een keer die kant op kan gaan en voelt het minder erg.
10. Heb altijd een boek in de aanslag
Een boek is voor mij een perfecte relaxmanier én een manier om de wereld om me heen even te vergeten. Daarom zorg ik dat ik altijd een boek (en mijn telefoon vol luisterboeken) bij de hand heb. Daardoor kan ik me zelfs in de allerdrukste metro’s terugtrekken. En als je op een terras zit of in het park ligt, dan is een boek een goede subtiele manier om duidelijk te maken dat je je even afzondert. Nóg een reden om altijd een goed boek mee te sjouwen!
Al lezend is er even niets anders dan je ogen die over de letters gaan en een wereld die niet de jouwe is. Dat is soms zo fijn als je eigen wereld je op dit moment even overweldigt.
11. Neem je oordopjes mee op reis
En een laatste superpraktische tip: stop oordopjes in je tas als je snel overweldigd raakt door grote groepen of veel rumoer. Ik heb zelf altijd mijn telefoonoordopjes mee, zodat ik muziek kan luisteren, én mijn Loop-oordoppen om het geluid van buitenaf te dempen. Als ik het echt heel rumoerig vind of ernaar snak om me af te zonderen, dan plug ik die in mijn oren en voelt het toch even alsof ik middenin de drukte in mijn eigen bubbel zit.
Misschien is dat ook wel het belangrijkste wat ik heb geleerd: de wereld waarin je reist mag dan razend druk, snel en chaotisch zijn, je kunt altijd je eigen rustpunt creëren. Met oortjes bijvoorbeeld, maar ook met een goed boek en soms door gewoonweg te zeggen “Joh, laat mij maar even alleen!”. Dat voelt misschien niet als het meest sociaal geaccepteerde antwoord. Maar het is oké, het is wat jij nodig hebt. Maak van je vakantie ook een tijd waar jij blij en bijgetankt van thuiskomt. Laat het nooit alleen een afwerklijstje zijn.
Hoe ziet jouw ideale reis eruit?
BLIJF OP DE HOOGTE
Ik ben benieuwd wat jij vindt…
Recente blogs
Kleur in je interieur | Zo heb ik dat aangepakt (9 tips)
Dat mijn interieur niet zwart-wit zou zijn, was voor veel mensen in mijn omgeving geen verrassing. Toch krijg ik regelmatig reacties van mensen à la “Kleur in huis, dat je dat durft!”. Nou ja, voor mij is het geen kwestie van durven. Het zou niet echt aanvoelen als mijn thuis als ik in een huis met enkel witte muren, een grijze bank en zwarte accessoires zou wonen. En als jij ook kleur in huis zou willen, dan is dat een kwestie van gewoon doen. En van misschien wat handige tips daarbij gebruiken. Daarom deel ik 9 tips voor meer kleur in je interieur, op basis van mijn eigen ervaring.
Outfit | De extravagante verenjurk & mijn teddy-jasje
Soms heb ik zin in een tikkeltje over the top. Gewoon omdat het kan! En oké, misschien ook doordat ik tijdens deze klusperiode waarin ik al genoeg tijd in kluskloffies doorbreng extra snak naar mezelf uitbundig optutten. Voor en na het klussen loop ik er dan ook heel graag extra feestelijk bij. Bijvoorbeeld in deze lichtelijk extravagante verenjurk met oneindig veel ruches, die ik een tijdje geleden tweedehands kocht bij de IJ-hallen. Ik gooi dan graag mijn lievelings teddy-jasje eroverheen voor een outfit die me op en top gelukkig maakt. Ik laat hem je zien!
Mijn wish list voor mijn 24e verjaardag
Ik kan het zelf bijna niet geloven, maar volgende week word ik alweer 24 jaar. Lekker cliché, maar wat vliegt de tijd! Elk jaar krijg ik vlak voor mijn verjaardag dezelfde standaardvraag: "Wat wil je eigenlijk hebben?". Elk jaar breek ik ook weer mijn hoofd over die vraag en weet ik het eigenlijk niet zo goed. Dit keer besloot ik eens goed voorbereid te zijn voordat ik die vraag krijg en zocht ik een paar leuke spullen uit die op mijn wish list staan. Dit zijn een paar leuke producten waar ik op mijn verjaardag zeker wel vrolijk van zou worden.
Aan de hand van jouw tips kan ik zien dat ik wel introvert ben, maar niet op dezelfde manier. Ik kan heel prima ‘alleen’ zijn in een drukke stad. Het voordeel is namelijk dat je met helemaal niemand sociale interacties hoeft te hebben in een grote stad. Hooguit een knikje, een glimlach of om iemand heen lopen die staat te bellen. De leukste ervaringen heb ik dan ook gehad in mijn eentje, zittend in Waterstone’s in London, genieten dat ik niks hoefde te doen en al helemaal niet een gesprek hoefde aan te knopen. Dat is ook fijn in London, op zich: eigenlijk zit niemand daar te wachten op sociale interactie XD
Maar mijn meest ideale vakantie is toch op stap met mijn gozer en de hond. Het liefst heel ver weg, zodat het voor de hond ook echt een nieuwe evaring is. Oh, als ik mijn chihuahua met de trein mee kon nemen naar Florence. Dat is mijn ideaal. Oh ja, mijn gozer mag ook mee.
Stedentrips zijn niet echt iets voor mij. Ook al zou ik het best weer een keer doen als iemand me mee zou vragen.
Doe mij maar liever kamperen. En dan het liefst helemaal afgelegen. Rust en stilte <3