brief aan twintigjarige ik 4

7 dingen die ik tegen mijn 20-jarige ik zou willen zeggen

  • 28 september 2023
  • 1 Reactie

Het is alweer een decennium geleden. Een heel ander leven had ik toen nog. Ik studeerde en probeerde me als introvert een weg te banen tussen de leeftijdsgenoten die vaak extraverter waren en een grotere mond én feestbehoefte hadden dan ik. Ik luisterde naar onzekere stemmetjes in mijn hoofd en vond het soms moeilijk om te geloven dat na mijn twintigste alles beter zou worden. Wat zou ik met terugwerkende kracht soms graag mijn innerlijke 20-jarige op mijn schoot zetten, lieve woorden toefluisteren en zeggen dat het allemaal goed komt. Dit zijn 7 lessen die ik mijn tien jaar jongere ik graag met terugwerkende kracht zou zeggen.

1. Je verleden bepaalt je toekomst niet

Twintig jaar was voor mij niet de makkelijkste leeftijd. Mijn puberteit had in het teken gestaan van strijden tegen een venijnige eetstoornisstem waar ik me niet tegen durfde te verzetten. Ik fietste urenlang op een dag. At te weinig. En vooral besteedde ik veel tijd aan dingen waar ik achteraf mijn tijd liever niet aan had besteed. Me vreselijk druk maken over mijn gebrek aan een blokjesbuik of over de omvang van mijn benen bijvoorbeeld. Het voelde destijds alsof ik vele jaren had vergooid door dit alles (ook al had ik dat niet bewust gedaan). Steeds was ik me ervan bewust dat ik die jaren niet terugkreeg. Dáár focuste ik me op, niet op wat er nog voor me in het verschiet kon liggen.

Achteraf zou ik mezelf willen toespreken dat je ondanks een lastig verleden een mooie toekomst kunt hebben. Het feit dat je lastige dingen hebt meegemaakt of niet hebt geleefd zoals je achteraf had gewild, betekent niet dat een mooi leven er in de toekomst niet in zit. Ik heb zelf juist de jaren daarna gebruikt om dingen in te halen die ik voor mijn gevoel had gemist. Ik ben gaan genieten van eten, meer met vrienden gaan doen, gaan leren om op eigen benen te staan, mijn passies gaan ontdekken en talloze keren buiten mijn comfortzone gegaan.

Natuurlijk rouw ik soms om wat er niet is geweest door die periode in mijn puberteit. Ja, het heeft onzichtbare littekens achtergelaten. Maar in plaats van verdrietig te blijven over toen, probeer ik – naast dat ik er uiteraard soms een traan om laat – vooral te focussen op hoe anders mijn leven nu is dan toen. De littekens van je verleden bepalen niet hoe mooi je leven nu kan zijn. Sterker nog: ik geloof dat mijn verleden me ook dingen heeft gebracht. Het heeft me geleerd om dankbaar te zijn, om bewuster te leven, om van sommige dingen extra te genieten, om emoties toe te laten, me kwetsbaar op te stellen en om issues onder ogen te zien in plaats van te vluchten in diëten, sporten of andere vluchtmechanismen.

2. Geloof niet alles wat je denkt

Als twintigjarige waren mijn gedachten zo ongecontroleerd als een eendagsvlieg die moet wijken voor een elektrische vliegenmepper. Er kwam vooral een hoop met-rotte-tomaten-gegooi uit mijn innerlijke criticus gerold. Belemmerende overtuigingen, nare woorden die ik mezelf nog net niet schreeuwend toesprak en ook gedachten over wat andere mensen wel niet van me dachten. Ik kon me destijds enorm laten leiden door overtuigingen als “Ik ben niet goed genoeg“, “Ze zullen me wel stom vinden” of “Ik ben lelijk”. Die gedachten konden wel tien keer door mijn hoofd echoën.

Het kwam niet in me op om vraagtekens te zetten bij mijn gedachten of ze uit te dagen. Achteraf zou ik tegen mezelf met mijn negatief denkende post-puberbrein willen zeggen:

“Niet alles wat je denkt is waar. Gedachten zijn maar verzinsels. Ga er niet klakkeloos in mee, maar neem ze soms met een korreltje zout.”

Pas later ging ik inzien dat veel van die gedachten helemaal niet waar waren. Ik had meer bereikt dan ik me realiseerde. Ik had lieve vrienden om me heen die om me gaven. Ik was niet lelijk. Ik had toen al de rode haren en sproetjes waar ik nu juist zo blij mee ben. Ik had lieve mensen die me waardeerden en me niet stom vonden. Wat had ik soms graag gewild dat ik dat op die leeftijd kon zien! Nu zeg ik met terugwerkende kracht tegen het meisje van toen en misschien ook tegen jou:

Veel van wat je denkt, is getetter van een negatieve stem in je hoofd die niet het beste met je voor heeft. En die niet altijd de werkelijkheid ziet. Als je nare dingen over jezelf denkt, schrijf ze op en probeer er een helpende gedachte tegenover te zetten. Welk bewijs heb je dat de nare opmerking niet klopt?

brief aan twintigjarige ik 2

3. Je mag veranderen

Je hoeft vandaag niet te zijn wie je gisteren of vorig jaar was. Het is prima als je besluit om dingen voortaan anders te doen. Het is helemaal niet erg als je vandaag een keer ‘nee’ zegt terwijl je voorheen altijd maar lief en aardig ‘ja’ knikte (en daarbij dan ‘nee’ dacht). Dat je tot je twintigste altijd braaf deed wat er van je werd gevraagd, betekent niet dat je dat moet blijven doen totdat je rimpelig en grijs achter een rollator loopt. Je hoeft niet altijd hetzelfde pad te bewandelen. Geef gerust een grote draai aan het stuur, neem een onbekende afslag, keer om of parkeer langs de vangrail in plaats van met de weg mee te blijven gaan. Voel je vrij om keuzes te maken waarbij je je nu goed voelt, ook als die anders zijn dan de keuzes die je eerder hebt gemaakt.

Misschien moeten anderen eraan wennen dat je niet meer doet wat je altijd deed. Maar vaak genoeg zijn het vooral jouw verwachtingen over wat anderen van je denken, die je in de weg zitten. En zelfs al moeten mensen even wennen aan je nieuwe ik, wat dan nog? Het is oké. We veranderen allemaal.

Het is prima als je besluit om lekker eigenwijs je eigen pad te volgen in plaats van keurig binnen de lijntjes te kleuren waarbinnen je altijd hebt gekleurd. Je mag voor jezelf opkomen en grenzen aangeven, ook als je daar tot nu toe steeds zonder te piepen overheen hebt laten lopen (juist dan!). Je mag dingen onbelangrijk gaan vinden die ooit heel belangrijk voor je waren. Of waarde hechten aan dingen die je ooit als onnozel zag. Je mag stoppen met zijn hoe je jezelf kende en ontdekken wie er nog meer in jou zit.

4. Moeilijke dingen worden lichter

Dingen die nu heel groot, belangrijk of zelfs onvergetelijk lijken, zijn misschien over een jaar al niet meer zo groot. Zo koos ik op mijn 18e voor een studie die het later toch niet helemaal was. In een paar weken tijd kon ik nog net switchen naar de studie Nederlands. Destijds voelde dat als een enorm ding. Ik voelde me stom dat ik me blijkbaar niet goed genoeg had ingelezen. Ik die altijd zo zorgvuldig keuzes maakte. Ik voelde me een verdwaler die er met de pet naar had gegooid en iedereen had teleurgesteld. Een paar maanden lang heb ik er behoorlijk over ingezeten.

Wat ik mezelf in die tijd graag had willen zeggen, is dit:

Een probleem neemt nu misschien je volledige piekerbrein in beslag. Maar weet dat dingen die nu groots en heftig voelen, vaak over een jaar lichter zijn.

Dit is een vrij simpel voorbeeld. Maar ik heb later ook een stuk heftigere dingen meegemaakt die me in dit idee bevestigden. In al die situaties kon ik in het begin bang zijn dat ik het niet te boven zou komen en dat dit altijd een big issue in mijn hoofd zou blijven. Om dan een jaar later toch te denken “Het is er nog wel, maar de scherpe randjes zijn ervan af”.

Je kunt over lastige dingen praten, er hulp bij zoeken, jezelf dingen leren vergeven en soms ook gewoonweg de tijd zijn werk laten doen om moeilijke dingen te laten helen en die scherpe randjes er een klein beetje af te schrapen. Heftige dingen zijn er dan nog steeds. Maar het gewicht dat ze vormen in de tas die je dagelijks op je rug meesjouwt, wordt minder. Niet meer tien kilo bakstenen, maar een enkele baksteen waar je je misschien soms zelfs heel even niet bewust van bent.

brief aan twintigjarige ik 3

5. Er is niets mis met introvert zijn

Pas jaren na mijn twintigste ontdekte ik dat er niets mis met mij was om het feit dat ik weinig gaf om feestjes, een weekend thuis best prima vond en compleet leeggezogen terugkwam van introductiekampen. Ik was gewoon introvert. Dat labeltje kwam ik alleen pas jaren later tegen in een podcast en liet toen plotsklaps vele belletjes rinkelen.

Wat heb ik me vroeger vaak “anders” gevoeld! Ik dacht dat er een steekje los zat en dat ik daarom niet het bruisende sociale leven had van mijn gemiddelde twintigjarige medestudent. Ik heb ook vaak gedacht dat ik gewoon stil en verlegen was. Soms vroeg ik me zelfs af hoe dat ooit op de werkvloer moest. Ik was niet die gelikte salespersoon die wel even een baan zou wegkapen. Ik had op die leeftijd zo’n grote bel-angst dat de klantenservice van OTTO bellen al als een onmogelijke opgave voelde. Op borrels sloeg ik compleet dicht. En in groepen knikte ik mee en vond ik het heus gezellig, maar had ik nooit het hoogste woord.

Graag zou ik het meisje van toen een Wikipedia-pagina met uitleg over het woord ‘introvert’ toesturen. “Psst, dit is wat je bent. Je bent niet gek!”, zou ik zeggen. Inmiddels heb ik mijn leven veel meer op mijn introverte manier ingericht. Ik ga absoluut regelmatig buiten mijn veilige einzelgänger-cocon en zoek zeker leuke contacten op, maar ik ken ook mijn grenzen. Ik weet de balans tussen alleen zijn en samen zijn beter te vinden en ben gaan inzien dat een saai leven in de ogen van anderen voor mij een heel leuk leven kan zijn. We zijn allemaal anders.

Dus als ik mijn leven graag als een huismus leef en van kruidenpotjes alfabetisch sorteren mijn zaterdagactiviteit maak, so be it. Misschien burgerlijk en suf in de ogen van een ander. Als ik er maar blij van word!

6. Je hebt de tijd

Het ongeduld zat er bij mij al in toen ik twintig was. Hoewel ik nog net zo ongeduldig in de kassarij wacht als toen, ben ik in andere opzichten geduldiger geworden. Als twintigjarige dacht ik in alles of niets. Ik zou óf ergens volledig voor gaan óf er niets mee doen. Ik moest óf in één klap zelfverzekerder worden, spannende dingen aangaan en dat allemaal zonder rillende vingers of bibberende stem kunnen. Óf ik zou het niet doen. Ik moest óf een geweldige prestatie leveren óf me er maar helemaal niet aan wagen. Dingen gewoonweg proberen en maar zien hoe het loopt, voelde niet als een optie.

Ik was voortdurend op zoek naar “de knop”. Alsof er een soort magische, grote rode knop zou bestaan die ik met al mijn kracht zou indrukken om dan wakker te worden als een compleet ander persoon. Iemand die geen angst meer voelde en volledig voor alle spannende dingen durfde te gaan. Elke ochtend dat ik wakker werd en merkte dat ik toch nog de angst voelde of als kleine dingen niet gingen zoals ik had gehoopt, baalde ik. Zie je wel, ik kon er maar beter mee stoppen.

Pas achteraf zag ik in dat ik mezelf één ding meer had mogen geven: tijd. Alle spannende dingen die ik heb gedaan, had ik makkelijker kunnen maken door de tijd te nemen. Ik had niet meteen de lat ergens boven de Mount Everest moeten leggen om dan peentjes te zweten omdat ik dat doel onmogelijk kon halen. Ik had mogen starten met één stap, dan een tweede en vervolgens voorzichtig een derde. Allemaal rustig aan, op mijn tempo en op een manier die niet te spannend voelt.

Vroeger voelde ik me een laatbloeier. Ik dacht dat ik met alles net een fractie (soms een paar fracties) later was dan mijn gemiddelde leeftijdsgenoot. Nu pas zie ik in dat er niet zoiets bestaat als te laat zijn. Dat doelen snel behalen niet per se beter is. Dat zoeken naar knoppen langer duurt dan gewoon maar één kleine, wel haalbare, stap zetten. En dat je nooit te laat bent als je je eigen tempo volgt.

brief aan twintigjarige ik

7. Je mag schijt hebben: sommige dingen zijn helemaal niet zo belangrijk

Het mooie van extra kaarsjes op je verjaardagstaart is niet alleen een grotere taart, maar ook een paar jaar meer levenservaring. Eén ding heb ik sowieso mogen opbouwen de afgelopen tien jaar: een hoop meer schijt. Nee hoor, niet in de letterlijke zin. Sorry als je je nu voorstellingen maakt. Op mijn twintigste maakte ik van sommige dingen een big deal waarvan ik me nu afvraag waarom ik daar ook maar een millimeter van mijn hersencapaciteit naartoe liet gaan. “Minder spijt, meer schijt” was mijn motto voor 2022. Sindsdien probeer ik vaker mijn schouders op te halen. Wat zou ik soms graag willen dat ik dat als 20-jarige had gekund!

Wat doet het ertoe als een ander je jurk maar niets vindt? Hoe erg is het wanneer je voor “stuud” wordt uitgemaakt? Wat boeit het dat je bij een feestje “al” om twaalf uur weggaat en niet tot zes uur ’s ochtends de sterren van de hemel danst? Waarom zou je bang zijn dat je te vaak je vinger opsteekt in colleges? Piekeren over die ene blik van een voorbijganger? Of je druk maken over het exacte aantal koolhydraten in je lunch?

De afgelopen tien jaar hebben me geleerd dat het leven om veel meer draait dan dat alles. Dat je blij in een jurk kan rondlopen, ook als de helft van de voorbijgangers denkt “Nah, niet mijn ding!”. Ik zie “stuud” niet meer als een scheldwoord, meer gewoon als een bevestiging van mijn onstilbare nieuwsgierigheid. En als ik vroeg wegga op een feestje, dan is dat een voorbeeld van mijn eigen behoeften volgen, niet het ultieme bewijs dat ik een suffe muts ben.

Het belangrijkste wat ik zou willen zeggen tegen mijn twintigjarige ik is dit:

Veel dingen die je hoofd belangrijk maakt, zijn helemaal niet zo belangrijk. Je loopt maar een beperkt aantal jaren op aarde rond. Maak er iets van. Zonder drukmakerij om niets. Het is het niet waard om daar dingen voor te laten.

Wat zou jij willen zeggen tegen de 20-jarige versie van jou?

wat ik wil zeggen tegen mijn 20-jarige ik

BLIJF OP DE HOOGTE

Laat je e-mailadres hieronder achter. Dan stuur ik je een mailtje zodra ik een nieuw bericht heb geplaatst.

blogger romy vakervrolijk

Door Romy

Tikgrage theeleut. Nooit uitgekletst. Ik inspireer je graag om vaker vrolijk in het leven te staan. Dat doe ik door goudeerlijke en persoonlijke teksten te schrijven en liefdevolle tips te delen. Mét een vleugje humor.

Ik ben benieuwd wat jij vindt…

  1. Daenelia 28 september 2023 op 9:17 am - Beantwoord

    Sommige dingen worden pas helder als je ouder wordt en dat is okay. En ik denk niet dat je je pubertijd gemist hebt: dat wat je deed in die periode was gewoon je pubertijd, er is geen standaardpubertijd met afvinklijstjes. Het leven is geen bucket list (dat zou de titel zijn van het boek over mijn leven. Ik heb er een bloedhekel aan als mensen lijstjes bij houden van ‘wat ze nog willen/moeten doen’.)
    Ik zeg, met Spike uit Buffy: Life is just this, it’s living.
    Okay. Dat ga ik op een tegeltje zetten.

Recente blogs

Millennialkwesties | Groots en meeslepend leven (of toch niet?!)

24 april 2018|Persoonlijke groei|

“Is dit het nu?” Jaren geleden was die vraag vooral weggelegd voor mannen die op middelbare leeftijd een motor kochten en vrouwen die op latere leeftijd té korte leren rokjes besloten te dragen. Maar tegenwoordig is het ook een heuse millennialkwestie. Want wat nu als je 25 bent en nog geen wereldreis hebt gemaakt, in je weekenden geen jaloersmakend spannende avonturen beleeft en de voorkeur geeft aan huisje boompje beestje boven thrillseeking? Heb je dan wel écht geleefd? Soms lijkt een groots en meeslepend leven bijna een must te zijn voor menig millennial. Maar hoe hard is dat écht nodig? Dit is hoe ik daar tegenaan kijk.

14 leuke steden in Nederland waar je misschien niet zo snel aan denkt (mijn tips!)

26 augustus 2021|Op reis|

Dat je in Amsterdam mooie grachtenpanden kunt bewonderen, weten we allemaal wel. Dat Rotterdam de Erasmusbrug heeft en Utrecht de dom ook Maar er zijn ook minder bekende steden in Nederland die de moeite zeer zeker wel waard zijn. Dit zijn 14 bekende en minder bekende leuke steden in Nederland die mij enorm hebben verrast. Kan ze je van harte aanraden als je nog inspiratie zoekt voor jouw volgende toerist-in-eigen-land-tripje.

6x tips om je concentratie te verbeteren

19 oktober 2016|Carrière en ondernemen, Persoonlijke groei|

Als klein kind had ik altijd een concentratie om jaloers op te zijn. Ik had er totaal geen moeite mee om huiswerk te maken met de tv én de radio aan. In de auto las ik met gemak een schoolboek uit en zelfs in de wachtkamer bij de dokter kon ik me tussen de spelende kinderen nog een paar minuten op mijn huiswerk concentreren. Maar dat was toen... Met de komst van de mobiele telefoons en het internet is er toch een kink in mijn concentratiekabel gekomen. Nog steeds kan ik prima doen wat ik moet doen, maar ik merk dat ik regelmatig afgeleid ben. Jij ook? Dan heb je misschien iets aan deze tips voor een betere concentratie.